In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Goedemorgen, DHV2R! Wat gaan we vandaag doen?
- Leerdoelen bespreken
- Nieuwe woorden maken
- De spatie maakt het verschil
- Aantekeningen Spelling H4: tussenletters in samenstellingen
- Oefenen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
- Ik kan samenstellingen op de juiste manier schrijven.
- Ik weet wanneer ik in een samenstelling de tussenletter -s gebruik.
- Ik weet wanneer ik in een samenstelling de tussenletters -(e)n gebruik.
Slide 2 - Tekstslide
Maak nieuwe woorden: 1: fiets, deur, slag, lees, schoenen, eiken 2: plank, doos, boom, klink, bel
Slide 3 - Open vraag
Aantekeningen: Spelling H5: Samenstelling
Als je twee woorden aan elkaar plakt, maak je een samenstelling. school + boek = schoolboek
boek + bon = boekenbon
hoofd + doek = hoofddoek
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Wanneer komt er een -(e)n-?
Als het eerste deel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je -en- tussen de woorden. Boekenbon Paardenstal Tomatensoep
Slide 10 - Tekstslide
Is het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord?
nee?
ja?
schrijf -e
platteland
huilebalk
heeft het eerste deel een mv op -s?
nee?
schrijf -en:
lampenkap
koekenpan
ja?
schrijf -e
gedachgtegang
aspergesoep
Slide 11 - Tekstslide
Wanneer geen extra -n? 1/2
Als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud heeft. Gerstebier, rijstepap
Als het eerste deel van de samenstelling ook een meervoud op -s heeft. Groentewinkel, secondewijzer
Het eerste deel van de samenstelling verwijst naar iets waar er maar één van is. Maneschijn, zonnestraal
Slide 12 - Tekstslide
Wanneer geen extra -n? 2/2
Als het eerste deel geen zelfstandig naamwoord is. Armelui, blindedarm
Het eerste deel een bijvoeglijk naamwoord versterkt. Beresterk, reuzefijn
Slide 13 - Tekstslide
Wanneer moet je een -s toevoegen?
Als je in een samenstelling een -s- hoort, dan schrijf je die ook.
Soms begint het tweede deel van de samenstelling met een s-klank. Vervang dan het tweede deel door een ander woord dat niet met een s-klank begint. Oorlogsschip - oorlogsbuit Hoofdstraat - hoofddoek