Oncologische aandoening in de VVT

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 4

Specialisatie VVT

Programma

Introfilm

Ervaringen

Quiz

Opdracht

Zorgvrager met oncologische aandoening

in de VVT

• Ervaringen?
  

Oudere zorgvragers met kanker hebben extra ondersteuning nodig op meerdere gebieden.
Waarom zijn oudere zorgvragers met kanker kwetsbaarder dan jongere zorgvragers?

Welke rol kun je als verpleegkundige spelen voor de oudere zorgvrager m.b.t. de zelfzorg?

1. Afstemming regelen tussen mantelzorgers en het ziekenhuis
2. Coördinerende rol vervullen tussen zorgvrager, thuiszorg en mantelzorg
3. Vervoer regelen van en naar het ziekenhuis

Waaruit kan jouw begeleidende rol bestaan bij een oudere oncologische zorgvrager?

Een belangrijk aspect bij de verpleging van oudere zorgvragers met kanker is pijnbestrijding.
Welke mogelijkheden van pijnbestrijding zijn er naast pijnmedicatie?

Casus

Meneer Jansen (74 jaar) is ongeveer zes jaar geleden in opzet curatief geopereerd voor een Grawitz-tumor (nierkanker). Hij heeft de afgelopen jaren geen noemenswaardige klachten gehad. Nu heeft hij sinds enige tijd pijn in zijn nek en rug. Uit de botscan blijkt dat hij botmetastasen heeft. Hij wordt voor zijn pijnklachten bestraald. Na een aanvankelijke vermindering komt de pijn later in alle hevigheid terug. Hij wordt dan tijdelijk opgenomen in het ziekenhuis omdat de pijnmedicatie thuis niet goed in te stellen is. Terug thuis is meneer Jansen somber gestemd, hij ligt veel in bed en eet nauwelijks. Het is onduidelijk wanneer hij veel pijn heeft. Vaak zegt hij dat het voor hem allemaal niet meer hoeft. Zijn vrouw is vorig jaar overleden na een langdurig ziekbed. Hij heeft een zoon met wie hij al jaren geen contact meer heeft.

Welke drie verpleegkundige aandachtspunten zie je in deze situatieschets?

Oncologische ulcera (zweer)

Belangrijke punten om behandelplan op te stellen. 

• tumorsoort;
  
• voorgeschiedenis; 
• levensverwachting; 
• kenmerken van het ulcus zoals plaats, afmeting, kleur, geur, exsudaat, bloedingsneiging, pijn en jeuk; 
• 
  huidige wondverzorging zoals materialen en manier van aanbrengen; 
• 
  voedingstoestand van de zorgvrager; 
• 
  psychosociale problematiek

Onaangename geur

Een oncologische ulcus is de wond die ontstaat als gevolg van een tumor of metastase, bijvoorbeeld een primaire huidtumor (melanoom), huidmetastase (mammacarcinoom) en een onder de huid gelegen tumor (hoofd- of halstumor). Het onderliggende weefsel is kwaadaardig en heeft geen natuurlijke genezingstendens.

Oncologische ulcera ruiken vaak onaangenaam. Dit wordt veroorzaakt door uitscheidingsproducten van anaerobe bacteriën die zich in het weefselversterf bevinden. De constante geur confronteert de zorgvrager voortdurend met zijn ziekte. Hij kan daardoor te maken krijgen met de volgende problemen:

gevoelens van schaamte, verdriet en afkeer;

aantasting van het zelfvertrouwen;

verwaarlozing van het uiterlijk.

De verschillende soorten behandelingen die zorgvragers krijgen, zoals bestraling of chemotherapie, leveren specifieke aandachtspunten op voor de verpleging tijdens en na de behandelingen.
Wie is er verantwoordelijk voor om de omgeving van een zorgvrager te informeren over zijn gebruik van cytostatica?

1. De huisarts
2. De mantelzorger
3. De zorgvrager en jij als verpleegkundige
4. Het ziekenhuis waar behandeling heeft plaatsgevonden

Adviezen bij bestraalde huid

• Houd de bestraalde huid droog en spoel eventueel met water. Gebruik geen zeep, alleen pH-neutrale zeep mag. Dep de huid droog; niet droogwrijven!
  
• Gebruik bij roodheid en/of een droge huid een indifferente zalf. Gangbaar zijn crèmes als cremor lanette, cremor cetomacrogol, Bephanthen® crème, calendula crème en aloë vera crème.
  
• Overleg bij een oppervlakkige natte wond met het radiotherapeutisch centrum welke behandeling gewenst is.
  
• Zorg dat je de viltstiftmarkering, die bij bestraling op de huid aangebracht wordt, er niet afwast.
  
• Plak geen pleisters op de huid, dit kan wondjes veroorzaken.
  
• Vermijd stugge, schurende en knellende kleding op de bestraalde huid.
  
• Ga tijdens de bestraling niet zonnen en maak geen gebruik van de zonnebank.
  
• Wees attent op huidbeschadigingen en geef deze altijd door aan het radiotherapeutisch centrum.

Bij welk gebruik van cytostatica zijn de excreta besmet?

1. Alleen bij oraal gebruik
2. Alleen bij subcutaan en intramusculair gebruik
3. Bij oraal, subcutaan en IM gebruik

Verpleegproblemen

Psycho – sociale problemen:

Angst, onzekerheid, verdriet, boosheid, ontkennen…

Problemen met relaties, sociaal isolement

Pijn

Wonden

Palliatieve zorg

Zorg rondom behandeling en onderzoek (bestraling, chemotherapie, immunotherapie)

Voeding

Vermoeidheid

…………………….

Optie 1 (individueel of in groepje)

Kies 1 onderdeel wat je uit wil werken (maak gebruik van je boek VVT1 thema 4)

Beschrijf:

• Hoe probleem ontstaat, hoe signaleren? Voorkomen?
• Verpleegkundige interventies
• Evt medische behandeling en daarbij behorende verpleegkundige interventies

Verwerk in korte PPT (of Lessonup ;)

Volgende keer korte terugkoppeling

Optie 2 (individueel)

Maak de vragen bij de praktijksituatie

VVT deel 1, thema 4

Mw. Martens en Mw. Nota