Herhaling leesvaardigheid H1 en 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

L.eesvaardigheid

Toetsstof

Talent par 3.2 en 4.2

(1.2 en 2.2)

Par. 3.2

Wat is een betoog?

Hoe lees je een betoog kritisch/het beoordelen van argumenten

Relaties tussen tekstgedeelten

Par. 4.2

Reclame, beeld en taal

Tekstvorm: de column

Nu: herhaling H1 en 2

Een ingezonden brief is een voorbeeld van een

1. Tekstdoel
2. Tekstsoort
3. Tekstvorm

Overtuigen is een voorbeeld van een

1. Tekstdoel
2. Tekstsoort
3. Tekstvorm

Een informatieve tekst is een voorbeeld van een

1. Tekstdoel
2. Tekstsoort
3. Tekstsvorm

Welke tekstvormen kun je allemaal noemen bij de tekstsoort betogende tekst

Op een rijtje:

Blz 271

Alinea-opbouw

Over het algemeen bestaat een alinea uit drie elementen. De kernzin is er één van. Wat zijn de andere twee?

De kernzin is meestal de eerste zin, maar het kan ook ........ of ........ zijn. In dat laatste geval is de eerste zin een .......

Functies van inleiding en slot

Het boek geeft zes functies van een inleiding. Welke kun je noemen (zonder het boek erbij uiteraard)?

Een advies of waarschuwing kom je vooral tegen in het slot van een:

1. Informatieve tekst
2. Betogende tekst
3. Activerende tekst
4. Amuserende tekst

Een conclusie kom je vooral tegen in het slot van een:

1. Informatieve tekst
2. Betogende tekst
3. Activerende tekst
4. Amuserende tekst

Een toekomstverwachting kom je vooral tegen in het slot van een:

1. Informatieve tekst
2. Betogende tekst
3. Activerende tekst
4. Amuserende tekst

Het nieuwsbericht

Wat is geen kenmerk van een nieuwsbericht

1. Oprolbaar
2. Actueel
3. Vaste vorm
4. Heldere conclusie

Objectieve en subjectieve argumenten

Of: feitelijke argumenten en waarderende elementen

Feitelijk argument of waarderend?
Een Samsung is duurder dan een Huawei

1. Feitelijk
2. Waarderend

Feitelijk argument of waarderend?
Rembrandt is onze bekendste schilder

1. Feitelijk
2. Waarderend

Feitelijk argument of waarderend?
Dua Lipa is populairder dan Ariana Grande

1. Feitelijk
2. Waarderend

Feitelijk argument of waarderend?
Dua Lipa kan beter voetballen dan Ariana Grande

1. Feitelijk
2. Waarderend

Feitelijk argument of waarderend?
Vincent van Gogh was een oplichter!

1. Feitelijk
2. Waarderend

Feitelijk argument of waarderend?
Vincent van Gogh was een prutser!

1. Feitelijk
2. Waarderend

Feitelijk argument of waarderend?
Het draait bij 'The Voice' alleen maar om kijkcijfers, niet om de deelnemers!

1. Feitelijk
2. Waarderend