Tekst Oerossen en wilde paarden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Nederlands

Pak je laptop en ga naar LessonUp.nl

Wat gaan we doen?

• Gezamenlijk oefenen met leesvaardigheid
• Oefentoets terug
• Leesboek

Oerossen en wilde paarden

Eerste vragen bij leesvaardigheid zijn altijd theorie vragen.

Theorie staat op de "poster" die je van mij ontvangen hebt.

Niet direct een antwoord drukken, maar eerst luisteren naar wat ik vertel.

1. Wat is de juiste aanvulling? De MEESTE informatie over het onderwerp van de tekst staat ...

1. in de eerste en laatste alinea.
2. in de inleiding.
3. in het middenstuk.
4. in de slotalinea.

Oerossen en wilde paarden

Voor vraag twee staat er:

Lees de tekst "Oerossen en wilde paarden" oriënterend.

Oriënterend lezen

2. Wat is het onderwerp van de tekst?

1. De grot La Caverne de Pont d'Arc.
2. De vondst van rotstekeningen.
3. Oeroude tekeningen in een grot.
4. Prehistorische muurschilderingen.

3. Op welke manier maak je in de EERSTE alinea kennis met het onderwerp?

1. Alinea 1 geeft een aansprekend voorbeeld bij het onderwerp.
2. Alinea 1 geeft vooraf een samenvatting over het onderwerp.
3. Alinea 1 stelt een paar deskundigen voor over het onderwerp.
4. Alinea 1 stelt vragen over het onderwerp van de tekst.

Oerossen en wilde paarden

Voor vraag vier staat er:

Lees de tekst "Oerossen en wilde paarden" zoekend.

Zoekend lezen

4. In welke alinea('s) krijg je informatie over wat deskundigen in de grot vonden? Noteer alleen de cijfers

5. In welke alinea kun je lezen wat het gevolg was van de ontdekking van de echte grot?

Oerossen en wilde paarden

Na tekst vijf staat er:

Lees de tekst nu HELEMAAL. 

Dus vanaf de inleiding tot het met slot.

6. De muurschilderingen in d grot van de Ardèche zijn 'enkele van de best bewaarde prehistorische muurschilderingen ter wereld'. (al. 2) Waar zijn volgens de schrijver nog meer van die goed bewaarde muurschilderingen te vinden.

7. Welke drie begrippen gebruikt de schrijver voor de TIJD waarin de muurschilderingen van Chauvet zijn gemaakt?

Doe het zo: antwoord, antwoord, antwoord

8. Welk tussenkopje past het best boven alinea 6 en 7?

1. Namaak
2. Koel en vochtig
3. Kunstenaars
4. Tekeningen

9. Stel je voor dat iemand het volgende beweert: de prehistorische muurschilderingen tonen hoe de fauna er in de laatste ijstijd uitzag.
Welke alinea maakt duidelijk dat deze bewering klopt?

10. Wat is voor de schrijver de AANLEIDING geweest om over de grot in Frankrijk te schrijven?

11. Aan welke WOORDEN kun je snel vaststellen dat alinea 8 inderdaad de slotalinea van de tekst is?

12. Wat staat er vooral in het slot?

1. een advies en een toekomstverwachting
2. een herhaling en een verwachting
3. een oordeel en een aanbeveling
4. een wens en een aanmoediging

Cijfer berekenen