11/3: oefenen mondeling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welkom!

Pak alvast: boek 5

Deze les

Toelichting mondeling

Oefenen voor mondeling

Lesdoelen

Aan het eind van de les

... weet je wat er van je wordt verwacht op het mondeling;

... heb je geoefend met het toepassen van literaire begrippen op de boeken die je hebt gelezen.

Toelichting mondeling

• Gesprek van 20 minuten over de boeken die je hebt gelezen
• De eerste vijf minuten vertel je zelfstandig over de boeken die je hebt gelezen rond het thema Oorlog & Verzet. In je verhaal betrek je de theorie uit de lessenserie. De nadruk ligt op boek 5, maar je mag ook verbanden leggen met boek 4. 
• Je maakt een mindmap of poster waarin je antwoorden verwerkt op de vragen uit de opdracht (zie classroom). Dit licht je toe op het mondeling.
• Daarna gesprek over alle boeken op het niveau van het verhaal, de verhaalanalyse, de interpretatie (betekenis), de ontvangst in de literaire kritiek (recensies) en jouw beleving van het boek. 
• 
  

Voorbereiden mondeling

• Zie de toetsstof in Classroom
• Literaire begrippen en theorie van de lessenserie Oorlog & Verzet kennen en kunnen toepassen
• Duidelijk verhaal hebben bij je poster/ mindmap en vragen hierover kunnen beantwoorden (5 minuten!)
• Inhoud van je balansverslag kunnen uitleggen
• Lees de secundaire literatuur en zorg dat je hierover vragen kunt beantwoorden
• Praat alvast met anderen over de boeken die je hebt gelezen!

Oefenen mondeling

• We starten in tweetallen
• Je vertelt bij elke vraag eerst kort aan elkaar over welk boek je wilt praten
• Je stelt elkaar de vraag die op het bord verschijnt. Je hebt steeds 2 minuten om het antwoord op deze vraag te bespreken (elk 1 minuut)
• Vraag door indien nodig (vergelijk bijv. met andere boeken, bespreek standpunten uit recensies)
• Na elke 2 minuten schuift de persoon aan deurkant een rijtje op, zodat je elke vraag met iemand anders bespreekt

Vraag 1: personages 

• Beschrijf de hoofdpersoon van je boek. Kun je je goed in hem/haar verplaatsen?
• Waarom wel of waarom niet?

Vraag 2: ruimte

• Waar speelt het boek zich af? 
• Had het zich ook ergens anders kunnen afspelen? 
• Heeft de ruimte een symbolische betekenis in het boek? 

Vraag 3: tijd

• In welke historische tijd speelt het boek zich af? Hoe weet je dat?
• Zijn er voorbeelden van versnellingen of vertragingen in het boek? 

Vraag 4: motieven

• Welke motieven heb je ontdekt in het boek? 
• Benoem er minimaal 3. 
• Benoem ook wat de betekenis is van het motief.  

Vraag 5: motto

• Heeft het boek een motto? 
• Zo ja, kun je uitleggen wat de betekenis van dit motto is? 

Vraag 6: thema

• Wat is het achterliggende thema van dit boek? 
• Op welke manier werkt de schrijver dit thema uit? 
• Vind je dit goed gelukt, of juist niet? Waarom wel of niet? 

Vraag 7: schrijver

• Wat kun je vertellen over de schrijver die dit boek heeft geschreven? 
• Past het werk goed in zijn oeuvre? 
• Waarom wel of waarom niet? 

Vraag 8: waardering

• Heb je recensies over dit boek gelezen? Hoe was de mening van de recensenten over het boek? Waren ze het eens, of verschilden ze van mening? Ben jij het met ze eens?
• Of heb je een uittreksel gelezen? Wat heb je van het uittreksel geleerd, wat je niet zelf had ontdekt toen je het boek las?

Vraag 9: je eigen mening

• Wat vind je van het boek? 
• Onderbouw je mening zo goed mogelijk met argumenten, liefst uit het boek zelf of uit de secundaire literatuur.  

Vooruitblik

Morgen 'laatste les': tijd om te werken aan de poster/ mindmap en voorbereiden op het mondeling

Na de toetsweek nog één les om samen af te sluiten.