Coriolanus buigt voor zijn moeder

Coriolanus cum Romanis pugnare cupiebat.
A
Coriolanus wil met de Romeinen vechten.
B
Coriolanus wil met de Romein vechten.
C
Coriolanus wilde met de Romeinen vechten.
D
Coriolanus wilde met de Romein vechten.
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Coriolanus cum Romanis pugnare cupiebat.
A
Coriolanus wil met de Romeinen vechten.
B
Coriolanus wil met de Romein vechten.
C
Coriolanus wilde met de Romeinen vechten.
D
Coriolanus wilde met de Romein vechten.

Slide 1 - Quizvraag

Ideo exercitum Romam duxit.
A
Daarom leidt hij een leger naar Rome.
B
Daarom leidde hij een leger naar Rome.
C
Daarom leidt hij een Romeins leger.
D
Daarom leidde hij een Romeins leger.

Slide 2 - Quizvraag

Subito matrem suam et alias feminas vidit.
A
Plotseling zag hij zijn moeder en de andere vrouwen.
B
Plotseling zagen zijn moeder en de andere vrouwen hem.
C
Plotseling ziet hij zijn moeder en de andere vrouwen.
D
Plotseling zien zijn moeder en de andere vrouwen hem.

Slide 3 - Quizvraag

Zijn moeder zei tegen hem: 'Coriolanus, ik en jouw vrouw en kinderen, wij allen wonen hier!

Slide 4 - Tekstslide

Verba mea audi! Gladios vestros in terram impone!'
A
Luister naar mijn woorden! Ik plaats jullie zwaarden op de grond!'
B
Luister naar mijn woorden! Leg jullie zwaarden op de grond!'
C
Luister naar mijn woorden! Ik plaats jullie zwaard op de grond!'
D
Luister naar mijn woorden! Leg jullie zwaard op de grond!'

Slide 5 - Quizvraag

Verba matris Coriolanum valde moverunt.
A
Het woord van zijn moeder bewoog Coriolanus zeer.
B
Coriolanus bewoog zeer door de woorden van zijn moeder.
C
Coriolanus bewoog zeer door het woord van zijn moeder.
D
De woorden van zijn moeder bewogen Coriolanus zeer.

Slide 6 - Quizvraag

Het beviel niet meer aan hem om naar Rome te gaan en Romeinen te doden.

Slide 7 - Tekstslide

Igitur arma deposuit et castra a Roma movit.
A
Dus legt hij zijn wapens neer en verplaatst het legerkamp weg van Rome.
B
Dus legde hij zijn wapens neer en verplaatste de legerkampen weg van Rome.
C
Dus legde hij zijn wapens neer en verplaatste het legerkamp weg van Rome.
D
Dus legt hij zijn wapens neer en verplaatst de legerkampen weg van Rome.

Slide 8 - Quizvraag

Sic feminae iratae verbis pulchris Romam servaverunt.
A
Zo hebben de boze vrouwen met mooie woorden Rome gered.
B
Zo heeft de boze vrouw met mooie woorden Rome gered.
C
Zo hebben de mooie woorden van de boze vrouwen Rome gered.
D
Zo heeft het mooie woord van de boze vrouwen Rome gered.

Slide 9 - Quizvraag

Slavernij

Slide 10 - Tekstslide

Waarvoor hadden Romeinen slaven nodig?

Slide 11 - Open vraag

Waar haalden de Romeinen slaven vandaan?

Slide 12 - Open vraag