Onderwerp, pv en gezegde 2F

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


Is dat wel een goed idee?
___
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 5 - Quizvraag


Gaan we vanmiddag zwemmen?
_____
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 6 - Quizvraag

Kinderen waarschuwden hun ouders.
________________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 7 - Quizvraag

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
__________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 8 - Quizvraag


De leerlingen zwaaiden naar hun vrienden.
__________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 9 - Quizvraag


Gaan we vanmiddag zwemmen?
_____
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 10 - Quizvraag

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.

De persoonsvorm =
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Een persoonsvorm kan ook het gezegde zijn.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Het werkwoordelijk gezegde is hetzelfde als de persoonsvorm.
A
Goed
B
Fout
C

Slide 17 - Quizvraag

Truus heeft de kat geaaid.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
heeft
B
geaaid
C
heeft geaaid
D
heeft kat geaaid

Slide 18 - Quizvraag

Henk zag haar weglopen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
haar weglopen
B
zag haar
C
zag haar weglopen
D
zag weglopen

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het onderwerp?

Ik leer het onderwerp te vinden.


A
Ik
B
leer
C
het onderwerp
D
vinden

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?
Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren.
A
Als onderwerp
B
Pooldieren
C
Kozen
D
Ze

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het onderwerp?

Caro en Henk leggen het onderwerp uit.
A
Caro
B
Henk
C
het onderwerp
D
Caro en Henk

Slide 25 - Quizvraag

Heb
jij
de afwas
in de keuken
gezet?
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp

Slide 26 - Sleepvraag

Jorrit
wil
morgen
een appeltaart
bakken.
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
overig zinsdeel

Slide 27 - Sleepvraag

Ik
heb
een boek
gekocht.
Onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend voorwerp
persoonsvorm

Slide 28 - Sleepvraag

Julia
maakt
veel gekke filmpjes
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp

Slide 29 - Sleepvraag

Waar oefenen op NuNederlands?

Slide 30 - Tekstslide