Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Review Unit 1 Sterk Engels 1 KGT
Wat zijn de vormen van 'to be'?
A
be - been
B
am - is - are
C
are
D
geen idee
1 / 25
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Engels
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat zijn de vormen van 'to be'?
A
be - been
B
am - is - are
C
are
D
geen idee
Slide 1 - Quizvraag
To be or not to be?
Weet jij het werkwoord 'to be' nog?
She ... in her room.
I ... twelve years old.
They ...my parents.
We ... in the kitchen.
You ... my best friend.
The dog ... in the garden.
am | 'm
are | 're
are | 're
is | 's
are | 're
is | 's
Slide 2 - Sleepvraag
Vul vorm van 'to be' in (voluit!)
Ms Boonstra ____ crazy about dogs.
Slide 3 - Open vraag
Vul vorm van 'to be' in (afkorting!)
She___ (is niet) crazy about snakes.
Slide 4 - Open vraag
Vul vorm van 'to be' in (voluit!)
We ______(zijn niet) happy.
Slide 5 - Open vraag
Vul vorm van 'to be' in (afkorting!)
They _____ (zijn)nice.
Slide 6 - Open vraag
Vul vorm van 'to be' in (voluit!)
I _____ (ben) happy to be here.
Slide 7 - Open vraag
What is the right translation for this word?
A
scissor
B
scissors
C
a scissor
D
a pair of scissors
Slide 8 - Quizvraag
What is the English word for this object?
A
gum
B
eraser
C
scissors
D
workbook
Slide 9 - Quizvraag
What do you see in this picture?
A
pens
B
pencils
C
crayons
Slide 10 - Quizvraag
Where do you write down your homework ?
Slide 11 - Open vraag
Her bedroom is very tidy.
A
True
B
False
Slide 12 - Quizvraag
The word that matches this picture is ___________
A
language course
B
course
C
exercises
D
holidays
Slide 13 - Quizvraag
Welke vorm van 'to have' gebruik je bij he, she en it?
Slide 14 - Open vraag
Welke vraag is goed?
A
He hasn't a dog
B
He don't have a dog
C
He doesn't have a dog
Slide 15 - Quizvraag
Welke vraag is goed?
A
Have we enough time?
B
Do we have enough time?
Slide 16 - Quizvraag
Choose the correct form.
A
They has a dog.
B
They doesn't have a dog
C
They don't have a dog
D
They have a dog.
Slide 17 - Quizvraag
Choose the correct form
A
I have five children.
B
I has five children.
C
I don't have five children.
D
I doesn't have five children.
Slide 18 - Quizvraag
Choose the correct form
A
He has hair.
B
He doesn't have hair.
C
He don't have hair.
D
He have hair.
Slide 19 - Quizvraag
Maak deze zin vragend: He has a Ferrari.
Slide 20 - Open vraag
Fill in: The dog ______ (heeft) a bone.
Slide 21 - Open vraag
Fill in: They _______ (hebben geen)clean shoes.
Slide 22 - Open vraag
Fill in: I _______(heb niet) enough money.
Slide 23 - Open vraag
Maak deze zin vragend: You have a sister.
Slide 24 - Open vraag
Maak deze zin ontkennend: We have two cats.
Slide 25 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Unit 1 (voor het pw)
Oktober 2022
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Future and Demonstrative Pronouns
Juni 2022
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Little test File 4 - bezit and plural
Maart 2023
- Les met
38 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
7e klas
November 2021
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Present Perfect
December 2023
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1HV - herhaling grammar unit 1+2
Oktober 2023
- Les met
49 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
word formation
Augustus 2022
- Les met
29 slides
week 8: passive again
Augustus 2022
- Les met
31 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3-6