Herhalen alle stof

Welkom
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Herhalen belangrijke begrippen
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

1. De inleiding
Onderwerp introduceren
Aandacht trekken
Actualiteit
Voorgescheidenis
Voorbeeld (anekdote)
Belang voor het publiek
Een of meerdere vragen
Mening (standpunt) formuleren
Een probleem schetsen

Slide 3 - Sleepvraag

Aandacht trekken

Belang voor het publiek
Voorbeeld (anekdote)
Voorgeschiedenis
Actualiteit


Onderwerp introduceren

Vraag stellen
Mening formuleren
Probleem schetsen

Slide 4 - Tekstslide

Noem een tekststructuur

Slide 5 - Woordweb

2. Tekststructuren
Argumentatiestructuur
Aspectenstructur
Probleem-oplossingsstructuur
Verklaringsstructuur
Verleden-heden-toekomststructuur
Voor- en nadelenstructuur
Vraag-antwoordstructuur

Slide 6 - Tekstslide

Zodat
A
Vergelijkend
B
Voorwaardelijk
C
Oorzaak-gevolg
D
Toegevend

Slide 7 - Quizvraag

Daarvoor
A
Doel-middel
B
Toelichtend
C
Oorzaak-gevolg
D
Toegevend

Slide 8 - Quizvraag

Ofschoon
A
Doel-middel
B
Toelichtend
C
Oorzaak-gevolg
D
Toegevend

Slide 9 - Quizvraag

Dus
A
Tegenstellend
B
Toelichtend
C
Concluderend
D
Samenvattend

Slide 10 - Quizvraag

Toch
A
Tegenstellend
B
Toelichtend
C
Concluderend
D
Samenvattend

Slide 11 - Quizvraag

Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Informeren
Overtuigen
Opiniëren
Voor- en nadelenstructuur
Argumentatiestructuur
Verklaringsstructuur
Eén mening
Verschillende meningen
Feiten

Slide 12 - Sleepvraag

Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Overtuigen
Opiniëren
Informeren
Hoofdgedachte = mening
Hoofdgedachte = 'er zijn meerdere....'
Hoofdgedachte = feit
Argumenten en meningen
Meerdere standpunten/visies/oplossingen
Feiten, onderzoeksresultaten

Slide 13 - Tekstslide

Argumentatie
Feitelijke argumenten: kun je checken, gebaseerd op feiten
Waarderende argumenten: kan je over van mening verschillen (mooi, lelijk, duur, goedkoop)

Slide 14 - Tekstslide

Verzin een feitelijk argument bij de stelling:

Roken moet verboden worden.

Slide 15 - Tekstslide

Rookverbod

Slide 16 - Woordweb

Verzin een waarderend argument bij de stelling:

Roken moet verboden worden.

Slide 17 - Tekstslide

Rookverbod

Slide 18 - Woordweb

Hoe noem je deze soort argumentatie?


Slide 19 - Tekstslide

Soort argumentatie?

Slide 20 - Open vraag

Hoe noem je deze soort argumentatie?


Slide 21 - Tekstslide

Soort argumentatie?

Slide 22 - Open vraag

Argumentatiestructuren
Enkelvoudige argumentatie
Onderschikkende argumentatie
Nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
Nevenschikkende argumenten met afhankelijke argumenten

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 1 en 2 (p. 69)

Slide 24 - Tekstslide