H5 - Gs - Britse rijk - LV 1 (5. Amerikaanse onafhankelijkheid)

Leerdoelen vorige les
3) Je kan enkele kenmerken noemen van vestigingskoloniën en plantagekoloniën noemen.
4) Je kunt uitleggen welke gevolgen de komst van de Europeanen had voor de inheemse bevolking van Amerika.
5) Je kunt uitleggen hoe de trans atlantische driehoekshandel in zijn werk ging en op welke manier de engelsen hier aan mee deden. 

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen vorige les
3) Je kan enkele kenmerken noemen van vestigingskoloniën en plantagekoloniën noemen.
4) Je kunt uitleggen welke gevolgen de komst van de Europeanen had voor de inheemse bevolking van Amerika.
5) Je kunt uitleggen hoe de trans atlantische driehoekshandel in zijn werk ging en op welke manier de engelsen hier aan mee deden. 

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis check

Slide 2 - Tekstslide

In welk jaar vestigden de Pilgrim Fathers zich in Amerika?
A
1585
B
1620
C
1689
D
1776

Slide 3 - Quizvraag

Welke organisatie kreeg van de Britse regering het alleen recht op de slavenhandel?
A
West-Indische Compagnie
B
Royal Slavery Company
C
Royal Trade Company
D
Royal African Company

Slide 4 - Quizvraag

Vestigingskolonie
Plantagekolonie
Productie voor de markt
Productie voor consumptie
Veel slavenarbeid
Beperkte slavenarbeid
Veel tabak, katoen en suiker
Kleine groep Britten
Grote groep Britten

Slide 5 - Sleepvraag

Hoe keken kolonisten aan tegen Indianen?
A
Met veel respect voor hun cultuur
B
Als een barbaarse cultuur
C
Als handelspartner ze kregen wapens van indianen
D
Indienen kregen respect omdat ze ook christelijk waren.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van de decimering van de indianen aan de Noord-Amerikaanse oostkust?
A
Handel tussen indianen en kolonisten
B
Oorlogen tussen indianen en kolonisten
C
Overdracht van ziekten van kolonisten op indianen
D
Terugdringing van indianen door kolonisten

Slide 7 - Quizvraag

Koppel de begrippen uit paragraaf 1 van HC Britse Rijk aan de kenmerkende aspecten
KA: protestantse reformatie
KA: Plantage-kolonieën en trans-Atlantische slavenhandel
KA: Rationeel optimisme en 'verlicht denken'
KA: De democratische revoluties
Pilgrim Fathers
Vestigingskoloniën
Plantage-economieën
Driehoekshandel
Royal African company
Trias politica
Volkssoevereiniteit
Natuurlijke rechten
Federale staat
Abolitionisme

Slide 8 - Sleepvraag

Ik ben bij met de leerstof
nee, ik heb geen idee, ik heb hulp nodig.
nee, ik heb geen idee, maar het gaat me wel zelf lukken
ik ben nog niet bij, maar ik ga thuis goed bijwerken
ik ben redelijk bij
k ben lekker op schema

Slide 9 - Poll

Weet je dit nog niet?
Neem dan de presentatie van de vorige lesnogmaals door en werk aan je weekopdracht. 
Weet je dit wel? 
Gebruik deze presentatie en ga door naar de volgende leerdoelen.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
6. Je kunt uitleggen hoe de V.S. van Amerika ontstonden.
7. Je kunt uitleggen hoe de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.
8. Je kan beschrijven hoe het einde van de slavernij het definitieve einde betekende van de engelse aanwezigheid in de Amerika’s.

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel 6
Je kunt uitleggen hoe de V.S. van Amerika ontstonden.
KA

Slide 12 - Tekstslide

Herhaling (niet opschrijven)
Steeds meer Britten verhuisden naar de 'nieuwe wereld'.
Er ontstonden 13 kolonieen met miljoenen inwoners. (zie hiernaast) 

De noordelijke kolonieen ontwikkelden zich anders dan de zuidelijke kolonieen..

Noord-Amerika  - noorden werden
vestigingskolonien

Het zuiden van Noord-Amerika werden 
plantage kolonien

2,5 miljoen mensen in 1770

Slide 13 - Tekstslide

Amerikaans of Brits?
De meesten van hen waren in Amerika geboren en voelden geen band meer met het Britse rijk. Ze voelden zich Amerikanen en geen Engelsen of Britten. 


De Amerikaanse koloniën hadden allemaal een eigen parlement en eigen gekozen bestuurders, maar ook een Britse gouverneur. 
De Amerikaanse kolonien hadden gewapende milities die bestonden uit Amerikaanse vrijwilligers, maar er was ook een Brits beroepsleger.

Slide 14 - Tekstslide

KA 'verlicht denken' + ka 'democratische revoluties' 
Dankzij het verlicht denken, kregen de kolonisten in de VS een ander inzicht. Ze kwamen o.a. in aanraking met de Trias Politica (macht verdeeld over 3 schijven), Volkssoevereiniteit (beleid overheid gebaseerd op de wil van het volk/volk heeft het meeste macht) en het Natuurlijk recht (mensen hebben ondanks alles recht op leven, vrijheid, gelijkheid, veiligheid en eigendom). 
De regering in Groot-Brittannië bepaalde alles en luisterde niet naar het volk. Door de ideeën werden de Engelse-Amerikanen beïnvloed in hun beslissingen om in verzet te komen tegen het Engelse bestuur.

Slide 15 - Tekstslide

ondertussen in Europa

Slide 16 - Tekstslide



Niet schrijven!

De Amerikanen namen verlichte ideeën uit Europa over, zoals over 
  •  trias politica, 
  • de volkssoevereiniteit 
  • en de natuurlijke rechten van ieder mens.  

Regeringen moeten rechten van het volk beschermen. Als ze dat niet doen, mogen ze worden afgezet.
Deze ideeen werden steeds belangrijker in Europa en waren populair in Amerika

Slide 17 - Tekstslide

No taxation without representation
Steeds meer 
kritiek op 
Engeland

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

verlichtings
ideeën

Slide 20 - Tekstslide

verloop
Het rommelt een tijdje tussen de kolonisten en de Engelsen. 

In 4 juli 1776 verklaren de Amerikanen zich onafhankelijk van de Britten. (dit viert men nog steeds)


Slide 21 - Tekstslide

Amerika stopt met onderdeel zijn van het Britse rijk
eerste democratische revolutie ter wereld!

Slide 22 - Tekstslide

Samenvatting
Europese kolonisten kwamen in aanraking met Verlichte ideeën zoals de trias politica, het idee van volkssoevereiniteit en van natuurlijke rechten. Zij hadden geen politieke vertegenwoordiging in het parlement in Groot-Brittannië maar betaalden wel belastingen aan dat land. Dat frustreerde de kolonisten. Zij kwamen in 1776 in opstand en vormden een onafhankelijke federale staat, de Verenigde Staten van Amerika. 

Slide 23 - Tekstslide

In welk jaar werd de Amerikaanse onafhankelijkheid uitgeroepen?
A
1764
B
1776
C
1789
D
1783

Slide 24 - Quizvraag

No taxation without representation is de ................ voor de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog
A
oorzaak
B
aanleiding
C
gevolg
D
geen van de antwoorden

Slide 25 - Quizvraag

Ik wil nu
extra ondersteuning
zelf aan de slag met mijn samenvatting
Zelfstandig de presentaties doorlopen
examenvragen maken
mijn weektaak afmaken

Slide 26 - Poll

leerdoel 7
Je kunt uitleggen hoe de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.
KA

Slide 27 - Tekstslide

Afschaffing door Groot-Brittannië

  • In de 18e eeuw onstond onder invloed van het christendom en de verlichting het idee dat alle mensen van nature gelijk zijn.
  • Hierdoor onstond in Groot-Brittannië een beweging voor afschaffing van de slavernij (het abolutionisme)

Slide 28 - Tekstslide

Abolitionisten waren meestal
1) verlichte denkers 
2)  christenen 

De abolutionistische beweging werd sterker en er ontstonden discussies in het  Britse parlement.


Slide 29 - Tekstslide

Afschaffing door Groot-Brittannië
1807: slavenhandel in het Britse rijk werd verboden door het parlement.
                slavenhouders mochten hun slaven nog wel houden.

1833: afschaffing van slavernij in het Britse rijk.

Slide 30 - Tekstslide

Ka 'verlicht denken' en ka  '....opkomst van het abolitionisme '
Dankzij het verlicht denken kwamen er ideeën over de gelijkheid van mensen. Alle mensen hebben natuurlijke rechten (mensen hebben ondanks alles recht op leven, vrijheid, gelijkheid, veiligheid en eigendom). Dat strookte niet met de slavernij.
Verlichte denkbeelden zorgden voor  protest tegen de slavernij. Dankzij het abolitionisme werd de slavernij uiteindelijk afgeschaft.

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoel 8: 
Je kan beschrijven hoe het einde van de slavernij het definitieve einde betekende van de engelse aanwezigheid in de Amerika’s.

Slide 32 - Tekstslide

Concrete wetgeving

1807 - Verbod op de slavenhandel (dus geen mensen meer uit Afrika halen om als slaaf te werken)
1833 - Verbod op de slavernij (dus slaven die er al waren mochten ook geen slaaf meer zijn)
GEVOLG - Einde Britse rijk in de Amerika's

Slide 33 - Tekstslide




Britse Rijk in Amerika's

Slide 34 - Tekstslide

Dus:
De plantage kolonien van Barbados en Jamaica konden vanaf 1833 geen gebruik meer maken van tot slaafgemaakten. 

Hierdoor konden de plantages niet meer concurreren met Amerika bv.

Gevolg - Britten concentreren zich op India.
Maar:
Amerika hoorde niet meer bij het Britse rijk sinds 1776.
Zij hadden geen verbod op slavernij.
De slavernij daar ging  door tot 1865.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Samenvatting
Vanaf het einde van de 18e eeuw kwam in verlichte en in religieuze kringen het abolitionisme op. Een verbod op de slavenhandel  in het Britse Rijk in 1807 betekende de economische neergang van Barbados en Jamaica. In 1833 verbood Groot-Brittannië slavernij daarna in grote delen van het rijk. 

Slide 37 - Tekstslide

Examenvragen
Werk aan je weektaak

Slide 38 - Tekstslide

Quizlet vragen

Slide 39 - Tekstslide

In welk jaar werd in het Britse Rijk de slavernij afgeschaft?
A
1807
B
1833
C
1863
D
1865

Slide 40 - Quizvraag

vestigingskolonie
plantagekoloniën
caraïben
noordelijke kolonies
zuidelijke koloniën
plantagekoloniën

Slide 41 - Sleepvraag

Voor het uitvoeren van de driehoekshandel werd de .... opgericht
A
Royal Navy
B
Royal Slave Trading Company
C
Royal Triangle Company
D
Royal African Company

Slide 42 - Quizvraag

Twee uitspraken:

1. De Amerikaanse Revolutie was de eerste Democratische Revolutie ter wereld!

2. De onafhankelijkheidsverklaring was op 4 juli 1776. Elk jaar is er nog steeds op 4 juli een nationale feestdag (Independence Day) in de Verenigde Staten.
A
Aleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Hoeveel Amerikaanse staten waren er in 1776?
A
13
B
23
C
33
D
43

Slide 44 - Quizvraag

In welk jaar verbood het Britse Rijk de handel in slaven?
A
1807
B
1833
C
1863
D
1865

Slide 45 - Quizvraag

Hoe noemen we de beweging die voor de afschaffing van de slavernij is?
A
Conservatisme
B
Emancipatie
C
Abolutionisme
D
Anti-slavernijbeweging

Slide 46 - Quizvraag

In 1790 werd in het Amerikaanse Congres (parlement) gediscussieerd
over de slavernij.
Twee standpunten in het debat:
1 De slavernij is in strijd met de opvatting dat een mens geen bezit mag
zijn van een ander mens.
2 Het congres kan de slavernij in een staat niet verbieden.
Twee beweringen:
 Standpunt 1 is gebaseerd op een ideaal van de Verlichting.
 Standpunt 2 past bij het feit dat de Verenigde Staten een federale
staatsvorm hebben.
2p 8 Ondersteun beide beweringen met een argument. (2 punten)

Slide 47 - Open vraag

Gebruik opnieuw de standpunten uit de vorige vraag.
--> Geef aan met een argument of standpunt 2 vooral gedeeld werd door vertegenwoordigers van de noordelijke of van de zuidelijke staten. (2 punten)

Slide 48 - Open vraag