Britse rijk (3. afschaffing slavenhandel en slavernij)

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

No taxation without representation
Steeds meer 
kritiek op 
Engeland

Slide 2 - Tekstslide

Britse rijk (3. afschaffing slavenhandel en slavernij)

Slide 3 - Tekstslide

leerdoel 7
Je kunt uitleggen hoe de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.
KA

Slide 4 - Tekstslide

Afschaffing door Groot-Brittannië

  • In de 18e eeuw onstond onder invloed van het christendom en de verlichting het idee dat alle mensen van nature gelijk zijn.
  • Hierdoor onstond in Groot-Brittannië een beweging voor afschaffing van de slavernij (het abolutionisme)

Slide 5 - Tekstslide

Abolitionisten waren meestal
1) verlichte denkers 
2)  christenen 

De abolutionistische beweging werd sterker en er ontstonden discussies in het  Britse parlement.


Slide 6 - Tekstslide

Afschaffing door Groot-Brittannië
1807: slavenhandel in het Britse rijk werd verboden door het parlement.
                slavenhouders mochten hun slaven nog wel houden.

1833: afschaffing van slavernij in het Britse rijk.

Slide 7 - Tekstslide

Ka 'verlicht denken' en ka  '....opkomst van het abolitionisme '
Dankzij het verlicht denken kwamen er ideeën over de gelijkheid van mensen. Alle mensen hebben natuurlijke rechten (mensen hebben ondanks alles recht op leven, vrijheid, gelijkheid, veiligheid en eigendom). Dat strookte niet met de slavernij.
Verlichte denkbeelden zorgden voor  protest tegen de slavernij. Dankzij het abolitionisme werd de slavernij uiteindelijk afgeschaft.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel 8: 
Je kan beschrijven hoe het einde van de slavernij het definitieve einde betekende van de engelse aanwezigheid in de Amerika’s.

Slide 9 - Tekstslide

Concrete wetgeving

1807 - Verbod op de slavenhandel (dus geen mensen meer uit Afrika halen om als slaaf te werken)
1833 - Verbod op de slavernij (dus slaven die er al waren mochten ook geen slaaf meer zijn)
GEVOLG - Einde Britse rijk in de Amerika's

Slide 10 - Tekstslide




Britse Rijk in Amerika's

Slide 11 - Tekstslide

Dus:
De plantage kolonien van Barbados en Jamaica konden vanaf 1833 geen gebruik meer maken van tot slaafgemaakten. 

Hierdoor konden de plantages niet meer concurreren met Amerika bv.

Gevolg - Britten concentreren zich op India.
Maar:
Amerika hoorde niet meer bij het Britse rijk sinds 1776.
Zij hadden geen verbod op slavernij.
De slavernij daar ging  door tot 1865.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting
Vanaf het einde van de 18e eeuw kwam in verlichte en in religieuze kringen het abolitionisme op. Een verbod op de slavenhandel  in het Britse Rijk in 1807 betekende de economische neergang van Barbados en Jamaica. In 1833 verbood Groot-Brittannië slavernij daarna in grote delen van het rijk. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel Amerikaanse staten waren er in 1776?
A
13
B
23
C
33
D
43

Slide 15 - Quizvraag

In welk jaar verbood het Britse Rijk de handel in slaven?
A
1807
B
1833
C
1863
D
1865

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noemen we de beweging die voor de afschaffing van de slavernij is?
A
Conservatisme
B
Emancipatie
C
Abolutionisme
D
Anti-slavernijbeweging

Slide 17 - Quizvraag

In 1790 werd in het Amerikaanse Congres (parlement) gediscussieerd
over de slavernij.
Twee standpunten in het debat:
1 De slavernij is in strijd met de opvatting dat een mens geen bezit mag
zijn van een ander mens.
2 Het congres kan de slavernij in een staat niet verbieden.
Twee beweringen:
 Standpunt 1 is gebaseerd op een ideaal van de Verlichting.
 Standpunt 2 past bij het feit dat de Verenigde Staten een federale
staatsvorm hebben.
2p 8 Ondersteun beide beweringen met een argument. (2 punten)

Slide 18 - Open vraag