T2B6 - Soas en geboorteregeling

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
2.6.1 Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van infecties met seksueel overdraagbare aandoeningen en aangeven hoe je deze infecties kunt voorkomen.
2.6.2 Je kunt de werking van methoden van anticonceptie en de voor- en nadelen ervan beschrijven.
2.6.3 Je kunt ethische en biologische argumenten onderscheiden over het ingrijpen in het voorplantingsproces.

Slide 2 - Tekstslide

Voortplanting en seksualiteit
2.1 Ongeslachtelijke voortplanting 
2.2 Geslachtelijke voortplanting 
2.3 Hormonen
2.4 Zwanger les 2
2.5 Seksualiteit 
2.6 Soa's en geboorteregeling

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 2.6
  • Je kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van infecties met seksueel overdraagbare aandoeningen en aangeven hoe je deze infecties kunt voorkomen.
  • Je kunt de werking van methoden van anticonceptie en de voor- en nadelen ervan beschrijven
  • Je kunt ethische en biologische argumenten onderscheiden over het ingrijpen in het voortplantingsproces.

Slide 4 - Tekstslide

SOA's
SOA's staat voor Seksueel Overdraagbare Aandoeningen.
Tijdens geslachtsgemeenschap kun je bacteriën, schimmels of virussen overdragen die ziekten veroorzaken. 

Bij orale seks of ander contact 
met de vagina, penis of anus 
kun je besmet raken.  


Slide 5 - Tekstslide

SOA's
Er is maar één bescherming tegen
de meeste SOA's: het condoom.

Sommige kunnen ook 
door bloed worden overgedragen: 
HIV, hepatits B en syfilis.

Slide 6 - Tekstslide

Ziekten door seksueel contact
Er is maar één bescherming: 
het condoom.
maar 
Soa's kunnen ook door bloed
worden overgedragen: hiv,
hepatits B en syfilis.

Slide 7 - Tekstslide

Bacteriële SOA's
  • Chlamydia
  • Gonorroe
  • Syfilis

Te behandelen met antibiotica.

Slide 8 - Tekstslide

Virale SOA's
  • HPV
  • Herpes genitalis
  • Hepatitis B
  • HIV (kan leiden tot AIDS)

Niet te genezen.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is aids?
Aids is een ziekte die komt door het aidsvirus (hiv). Zodra je besmet bent ben je seropositief. Het duurt even voordat je last krijgt van symptomen.

Als je seropositief bent kan je 
hiv-remmers krijgen. Je zal niet genezen,
maar je krijgt geen symptomen.

Slide 10 - Tekstslide

Inenting tegen HPV
HPV is een virus dat wordt overgedragen door seksueel contact en baarmoederhalskanker kan veroorzaken.
Inenting tegen HPV vermindert de kans op het ontstaan van baarmoederhalskanker, anuskanker en keelkanker. 

Ook jongens worden 
gevaccineerd tegen 
HPV.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

GEEN SOA = 
CANDIDA
Candida is een schimmelinfectie, die je ook op andere manieren kunt krijgen.

Candida zorgt voor afscheiding en jeuk aan de vagina of penis.

Slide 13 - Tekstslide

SOA's
Je kunt GEEN SOA oplopen op een vies 
toilet of door uit een glas van een ander 
te drinken. 

De enige manier om je tegen SOA´s te 
beschermen, is door een condoom of 
beflapje te gebruiken. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat moet je doen als je een soa hebt?
Vaak merk je laat pas dat je een soa hebt.
Last van symptomen?--> soa-test laten doen bij de dokter. 

Herpes, HPV, hepatitis B en HIV zijn niet te genezen, je blijft drager.

Slide 15 - Tekstslide

SOA-Test
Een SOA-test wordt gebruikt om te controleren of je een SOA hebt. Onder de 25 jaar kun je gratis een SOA-test doen. Dit kan bij je huisarts of bij de GGD. 

Er zijn jaarlijks tienduizenden jongeren die zo´n test laten doen.

Afhankelijk van het type onveilige seks wordt er verschillende soorten onderzoek gedaan; Urinetest (man), uitstrijkje (vrouw), uitstrijkje keel of anus. Soms is een bloedtest nodig. 

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

welke vormen van anticonceptie ken je?

Slide 18 - Woordweb

Anticonceptie
Onbetrouwbare methoden:
  • Periodieke onthouding
  • Coïtus interruptus
  • Geboorteregeling
  • Anticonceptiemiddelen = voorbehoedsmiddelen                                         Anti = tegen Conceptie = bevruchting             

Slide 19 - Tekstslide

Onbetrouwbare methoden: Periodieke onthouding
Hierbij hebben de man en de vrouw geen geslachtsgemeenschap ronde de vruchtbare periode. 

Deze methode is onbetrouwbaar, 
omdat je nooit precies kunt bepalen 
wanneer de ovulatie (eisprong) 
plaatsvindt. 

Slide 20 - Tekstslide

Periodieke onthouding
Kalendermethode: geen geslachtsgemeenschap tijdens vruchtbare periode. 
Temperatuurmeting --> eisprong + 0,3 – 0,4 °C omhoog

Slide 21 - Tekstslide

Onbetrouwbare methoden: coïtus interruptus
Hierbij trekt de man zijn penis terug uit de vagina als hij zijn organisme voelt aankomen.  De zaadlozing vindt dan buiten de vagina plaats. 

Deze methode is onbetrouwbaar, 
omdat in voorvocht ook al 
zaadcellen kunnen zitten. 

Slide 22 - Tekstslide

 Betrouwbare methoden tegen zwangerschap
Er zijn voorbehoedsmiddelen met en zonder hormonen. 
Met hormonen:
  • De hormonen zorgen ervoor dat er geen eicel gaat rijpen en vrijkomt. 
  • Ook zorgen ze ervoor dat het slijm in de baarmoederhals moeilijker doorlaatbaar is voor zaadcellen. 
  • Verder zorgen hormonen ervoor dat 
     het baarmoederslijmvlies niet wordt 
     opgebouwd --> geen innesteling mogelijk. 

Slide 23 - Tekstslide

De pil 
De pil bevat hormonen. De pil zorgt ervoor dat er geen eisprong meer is. 

De pil moet dagelijks worden ingenomen. (3 weken lang) 

De pil werkt NIET tegen geslachtsziektes. 

Slide 24 - Tekstslide

Voorbehoedsmiddelen die dezelfde hormoonwerking hebben als de pil
  • Nuva ring
  • Mirena spiraaltje
  • Prikpil
  • Implanon-staafje
  • Anticonceptiepleister

Slide 25 - Tekstslide

Spiraaltje
- Twee typen:
   - Hormoon spiraal (Mirena)
   - Koperspiraal 
- Door arts ingebracht
- Beschermt niet tegen SOA' s
- Vaak verminderde menstruatie

Slide 26 - Tekstslide

Pessarium

Slide 27 - Tekstslide

 Condoom 
- Een condoom is een hoesje van dun rubber. 
- Condooms zijn gemakkelijk, goedkoop en betrouwbaar. 
- Nadeel: vrijen moet onderbroken worden. 
- Voordeel: condoom beschermt ook tegen soa's.
- Gebruik een condoom maar 1 x

Slide 28 - Tekstslide

Het vrouwencondoom

Slide 29 - Tekstslide

Sterilisatie man
Sterilisatie vrouw

Slide 30 - Tekstslide

Wat kun je doen bij een noodgeval?
  • Morning-afterpil: als deze pil binnen 72 uur ingenomen wordt, voorkomt het innestelen van de bevruchte eicel.
  • Abortuspil: het ingenestelde embryo wordt afgestoten. Tot 9 weken na bevruchting. 
  • Zuigcurretage: embryo wordt 
     weggezogen. Tot 13 weken. 
  • Abortus: Foetus operatief verwijderen. 
     13 tot 24 weken. 

Slide 31 - Tekstslide

Ongewenst kinderloos
Mogelijke oorzaken:
  • Afwijking of inactieve zaadcellen
  • Onregelmatige cyclus
  • Verklevingen eileiders (door ontstekingen zoals bij chlamydia)
  • Hormonale stoornissen

De oplossing is afhankelijk van de oorzaak, b.v. IUI of IVF
Bij IVF vindt bevruchting buiten 
het lichaam plaats

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht anticonceptiemiddelen
Hoe werken deze middelen?
Wat zijn de voordelen en nadelen? 
Overleg in tweetallen.
timer
7:00

Slide 33 - Tekstslide

Condoom omdoen

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk

Lezen: 2.6
Maken opdracht 56, 57, 61, 64
+ begrippenlijst



Herhalen en/of extra oefenen

Playlist uitlegvideo's





Slide 36 - Tekstslide