Genetica (monohybride kruisingen).

Wat gaan wij vandaag doen?
11.20-11.25: instructies 
-Met wie:  groepjes van 3
-Wat  ga je doen:  Opdrachten (kruisingsschema/monohybride kruisingen)
(lange stroken/draadjes,  kleine rechthoekige stroken,  paperclips, werkblad, schrijfwaren en eventueel boek BvJ).
Geen vragen, ga dan aan de slag!!!
- stappenplan goed doorlezen.      
                                                                                                                                       Tijd: 20 minuten   
Klaar: geef aan bij de docent...
11.45 -11.50: nabespreken en les afsluiten .....
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan wij vandaag doen?
11.20-11.25: instructies 
-Met wie:  groepjes van 3
-Wat  ga je doen:  Opdrachten (kruisingsschema/monohybride kruisingen)
(lange stroken/draadjes,  kleine rechthoekige stroken,  paperclips, werkblad, schrijfwaren en eventueel boek BvJ).
Geen vragen, ga dan aan de slag!!!
- stappenplan goed doorlezen.      
                                                                                                                                       Tijd: 20 minuten   
Klaar: geef aan bij de docent...
11.45 -11.50: nabespreken en les afsluiten .....

Slide 1 - Tekstslide

Monohybride kruisingen
Kunnen 2 ouders met zwart haar een kind krijgen met blond haar?

Slide 2 - Tekstslide

Lesopbouw
  • 14.30  - 15.50: start/inleiding
     (boek BvJ , schrift en (eventueel laptop)
  • 14.40 -14.50: Inleiding
  • 14.50 -  15.00: uitleg m.b.t. monohybride kruisingen 
  • 15.00 - 15.25: vragen maken; blz. (boek: BvJ.)
  • 15.25 - 15.45: nabespreken en huiswerk opgeven.
  • 15.45  -15.50: les afsluiten 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1.  Je kunt een kruisingsschema opstellen van een monohybride kruising.
  2. Je kunt de frequentie van bepaalde genotypen en fenotypen van nakomelingen afleiden uit een kruisingsschema van een monohybride kruising.



Slide 4 - Tekstslide

Welke volgorde van 'groot naar klein' is juist?
A.  DNA --> gen--> chromosoom
B.  Gen--->DNA---> chromosoom
C.  Chromosoom---> DNA---> gen

Slide 5 - Tekstslide

Chromosomenportret (karyotype) van de mens: 
  • 23 paren (22 paren autosomale en 1  paar geslachts chromosoom) 

  • Diploïde cel (2n = 46):  chromosomen in paren voorkomen (één van elke ouder ----> homologe chromosomen ( zelfde  grootte en vorm).
(Behalve geslachtscel: haploïd).


Slide 6 - Tekstslide



  • DNA: twee ketens die in een dubbelspiraal om elkaar heen gewonden liggen. 
  • Elke keten : duizenden aan elkaar gekoppelde nucleotiden (DNA sequentie):
  •  (fosfaatgroep-desoxiribose en een stikstofbase). 
  • Een chromosoom bevat één heel lang DNA molecuul en vele eiwitmoleculen. 
  • DNA wordt opgerold om (histon)- eiwitten.


Slide 7 - Tekstslide


Chromosoom bevat één heel lang DNA molecuul.
 Gen: deel chromosoom, bevat informatie over  1 erfelijke eigenschap---->
Genotype: informatie voor erfelijke eigenschappen.

Fenotype: genotype en milieu
Alle waarneembare eigenschappen  van een organisme (haarkleur, oogkleur, bloedgroep en kleurenblindheid).



Slide 8 - Tekstslide

Monohybride kruising: 
(mono : 1)
(hybride: mengvorm)

  •  De overerving van één erfelijke eigenschap
  • (van ouder naar nakomelingen)
  • Slechts één allelenpaar  (zoals kleur van de vacht of de kleur van de bloemen bij de erwtenplant,


Belangrijke begrippen en symbolen:
  • homozygoot:  beide allelen zelfde informatie voor een eigenschap ( bijvoorbeeld:AA)
  • Heterozygoot: 2 allelen ''verschillende'' informatie (Aa)
  • Dominant allel: allel dat altijd tot uiting komt in het fenotype (aangegeven met een hoofdletter)
  • Recessief allel: allel komt alleen tot uiting in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is  (aa)
  • P= paterentes/ouders
  • F 1(filii) )= 1ste generatie
  • F2= 2de generatie

Slide 9 - Tekstslide

Gregor Mendel: grondlegger  van de erfelijkheidsleer (basis)
(Oostenrijkse monnik en wetenschapper, 1822-1884) .

3 wetten van Mendel (1860): (uniformiteitswet, splitsingswet, 
 onafhankelijkheidswet)
Experimenten met tuinbonen
  • Groeien  snel/ grote aantallen
Duidelijke eigenschappen van tuinbonen:
  • bloemkleur (paars of wit) en zaadvorm (rond of gerimpeld).
  • Hij kruiste verschillende planten. 

Slide 10 - Tekstslide

  • Gregor Mendel voerde verschillende experimenten uit met erwtenplanten.

Slide 11 - Tekstslide

Verklaring Mendel:


Verklaring met huidige kennis:

Slide 12 - Tekstslide

Genen en allelen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Kruisingschema (Punnett square)


Slide 15 - Tekstslide

Volledige dominantie: 
dominante allel Pp (paarse bloem) onderdrukt het recessieve allel pp (witte bloem).

Onvolledige dominantie: een dominant allel maskeert het effect van het recessieve allel, maar niet volledig.


Slide 16 - Tekstslide

Codominantie:
Bij codominantie worden beide allelen volledig tot expressie gebracht in het fenotype (Kippen/koeien).

Slide 17 - Tekstslide

Wetenschapper Morgan
Onderzocht mutaties ( witte ogen) gekoppeld bleken te zijn aan het X-chromosoom.

Waarom?

  • Snel generaties: Levenscyclus ~10 dagen.
  • Veel nakomelingen: Honderden per vlieg.
  • Duidelijke kenmerken: Oogkleur, vleugels zichtbaar erfelijk.
  • Weinig chromosomen: Slechts 4 paren (3 paren  autosomale en 1  paar geslachtschromosoom).


Slide 18 - Tekstslide

kkk

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Oefenen
  • Geen vragen, maak werkblad Monohybride kruisingen !!!
  • Opdracht  online ????????

Klaar? 
  • Maak opdracht ??????

Slide 21 - Tekstslide

Vraag
Bij labrador-retrievers  is het allel voor zwarte haarkleur (B) dominant over het allel voor bruine haarkleur (b). Een zwartharig labradorvrouwtje (teef), die homozygoot is voor de haarkleur, wordt een aantal malen gekruist met een homozygoot bruinharig labradormannetje (reu). De dieren in de F1 planten zich onderling voort. 

  1. Wat zijn de genotypen van de ouders (P)?
  2. Welke haarkleur kunnen de puppy’s in de F2 hebben? 
  3. Hoe groot is de kans op een bepaalde haarkleur?

Slide 22 - Tekstslide

Stappenplan (Monohybride kruisingen):
1. Wat zijn genotypen van ouders: genotypen in een kruising weergeven.
2. Welke allelen kunnen geslachtscellen van beide ouders hebben?
3. Kruisingstabel opstellen (mogelijkheden versmelting van eicel en zaadcel)
4. Verhouding tussen genotypen noteren
5. Verhouding tussen fenotypen noteren

Slide 23 - Tekstslide

1. Wat zijn de genotypen van de ouders (P)?

Slide 24 - Tekstslide

2. Welke allelen bevatten de geslachtscellen van beide ouders?

Slide 25 - Tekstslide

Doorkruisen met F1

Slide 26 - Tekstslide

F2

Slide 27 - Tekstslide

Stamboom (een diagram): overerving van een eigenschap binnen een familie (vorm van een boom).
Vraag: Uit de stamboom blijkt dat twee ouders met hetzelfde fenotype 1 of meer nakomelingen kunnen krijgen met een afwijkend fenotype. Beide ouders hebben zwart haar. Zij krijgen 3 kinderen, 2 met zwart haar en 1 met blond haar. Welke genotype hebben de ouders?


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

X-Chromosomale Kleurenblindheid
(Rood-groenkleurenblindheid)

Mannen (XY): Altijd kleurenblind bij defect ( OPN1WL) gen.
Vrouwen (XX): Alleen kleurenblind als homozygoot recessief (2 defecte allelen).
Hemofilie (bloed kan niet goed stollen).

Mannen (XY): Altijd aangedaan bij defect gen.
Vrouwen (XX): Alleen aangedaan als homozygoot recessief, anders drager.
Komt vaker voor bij mannen door hun enkele X-chromosoom.

Slide 30 - Tekstslide

Vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Begrippenlijst
  • Monohybride kruising: een monohybride kruising is een kruising waarbij je kijkt naar de overerving van één eigenschap die wordt bepaald door één genenpaar (één paar allelen).
  • Kruisingsschema: een kruisingsschema is een schema waarin wordt weergegeven hoe de genen van twee organismen combineren bij een kruising. Het toont de mogelijke allelen in de eicellen en zaadcellen van deze organismen en de resulterende genotypen van hun nakomelingen.
  • Stamboom: overzicht van erfelijke familiegegevens.

Slide 33 - Tekstslide