H9 Vergelijkingen I

Hoofdstuk 9
vergelijkingen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 9
vergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Wat was het verschil tussen een vergelijking en formule?
Zet de formules en vergelijkingen op de juiste plaats
Formule
Vergelijking
k = 4m + 3
k + 9 = 23
b - 9 = f
24 = 4m + 3
4k - 2 =  p
27 - 3g = - 38

Slide 2 - Sleepvraag

Welke formule hoort bij de pijlenketting?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 3 - Quizvraag

Welk getal staat op ....?
4 x ... - 7 = 41

Slide 4 - Open vraag

Welk getal staat op ....?
3 x (6 + ...) = 33

Slide 5 - Open vraag

Los de vergelijking op (gebruik een
omgekeerde pijlenketting):
300 - 6 x m = 246
Schrijf je antwoord als  "m = ..."

Slide 6 - Open vraag

Formules korter schrijven
Een eerste manier om formules korter te schrijven is om het x-teken weg te laten als je een letter met een getal vermenigvuldigt.
Voorbeeld:
5 x m kun je korter schrijven als 5m (het betekent nog steeds 5 x m)
17 x u = 17u
p x 3 = 3p
Je schrijft altijd eerst het getal en daarna de letter.
LET OP: 4 x 3 schrijf je NIET korter als 43

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf korter:
8 x k = ...

Slide 8 - Open vraag

Schrijf korter:
m x 23 = ...

Slide 9 - Open vraag

Formules korter schrijven
Een tweede manier om formules korter te schrijven is door stukjes van de formule die DEZELFDE letter (= variabele) hebben bij elkaar te nemen. Deze zelfde stukjes noemen we GELIJKSOORTIG.
Voorbeeld:
3a + 17a = 20a   (3a en 17a hebben allebei de letter a)
21b - 5b = 16b
Merk op dat de letter NIET verandert wanneer je stukjes bij elkaar neemt.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf korter:
6m + 9m = ...

Slide 11 - Open vraag

Schrijf korter:
8r - 12r = ...

Slide 12 - Open vraag

Schrijf korter:
8s + 13s -2s + 9s = ...

Slide 13 - Open vraag

Schrijf korter:
7t - 2t + 9 - 10 =...

Slide 14 - Open vraag

Zoek de korter geschreven formule bij de lange formule.
k = 5t + 4t - 3t + 2t
k = 5t - 4t + 3t - 2t
k = 5t - 4t - 3t - 2t
k = 6t
k = -8t
k = 8t
k = -4t
k = 0
k = -5t
k = 2t

Slide 15 - Sleepvraag

Formules korter schrijven
Een derde manier om formules korter te schrijven is als er voor een letter (= variabele) het cijfer 1 wordt geschreven. We schrijven dan meestal het cijfer 1 niet op.
Voorbeeld: 
h = 7g - 6g + 4 = 1g + 4 en dat kan korter als h = g + 4 
k = 23n + 13 - 22n = 1n + 13 = n + 13

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf korter:
h = 16w + 7g - 15w - 5g

Slide 17 - Open vraag

Schrijf korter:
g = 3t - 7t + 6 + 8t

Slide 18 - Open vraag

Schrijf korter:
m = 3 x p + 6 x p - 2p + 12

Slide 19 - Open vraag

Opdrachten boek
Maak opdrachten 4abgh en 10 in je schrift
De opdrachten vind je op blz. 64 en 65

Slide 20 - Tekstslide

Einde les

Slide 21 - Tekstslide