Het bezittelijk voornaamwoord / les déterminants possessifs

• NT2
• Basisschool
• Groep 7

Het Bezittelijk
voornaamwoord

Le déterminant possessif

Les déterminants possessifs?

Ca vous dit à qui appartient quelque chose:

Ik heb een boek. Dat boek is van mij. 

Het is mijn boek. 

Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord:

_________ (jouw) mère

1. ton
2. ta
3. son
4. sa

Traduit le déterminant possessif en français.


_________ (onze) grands-parents

1. nos
2. notre
3. vos
4. votre

Comment on traduit 'zijn'?

1. mon/ma/mes
2. ton/ta/tes
3. son/sa/ses
4. u/uw

Comment on traduit le déterminant possessif : 'haar'?

1. son/sa/ses
2. ton/ta/tes
3. mon/ma/mes
4. u/uw

Traduit le mot entre parenthèse
C'est (ton) adresse

1. mijn
2. jullie
3. zijn
4. jouw

Choisit le bon déterminant possessif.

_________ (leur) appartement

1. jullie
2. hun
3. zijn
4. ons

Traduis le déterminant
Dit is het huis van Sophie.
Dit is ......... huis.

1. zijn
2. mijn
3. haar
4. uw

Traduit le déterminant
Lucas heeft 2 broers.
Dat zijn .......... broers

1. zijn
2. mijn
3. jouw
4. jullie

Quel est le bon déterminant?
Dit is de neef van Julie en Gaston.
Het is ................ neef

1. jullie
2. onze
3. haar
4. hun

Traduit le déterminant possessif.

Dit is de juf Nederlands. Dit is ............ juf.

1. ons
2. onze
3. zijn
4. jullie

Traduit le déterminant possessif.

C'est votre maîtresse.
Il y a 2 bonnes réponses

1. uw
2. jullie
3. jouw
4. hun

Dit is het nichtje van Louis.
Dit is .......... nichtje.

1. zijn
2. haar
3. jullie
4. onze

Laatste vraag:
Jullie hebben een boek.
Het is.................. boek

1. hun
2. jouw
3. jullie
4. haar