Stress, Corona en het puberbrein

Opdracht: Stress, Corona en het puberbrein
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opdracht: Stress, Corona en het puberbrein

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1
  • Bekijk de video ‘How does the teenage brain work?’ van 0:53-2:20. 
  • Licht toe welke twee processen in de hersencellen van de prefrontale cortex optreden tijdens de puberteit. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

antwoord vraag 1
  • Er vindt ‘synaptic pruning’ plaats: onnodige verbindingen tussen hersencellen verdwijnen (pruning betekent "snoeien"). 
  • De hoeveelheid myelinevorming rond de axonen neemt toe.

Slide 4 - Tekstslide

vraag 2
  • 2a Licht toe wat een synaps is.
  • b Beredeneer hoe door verminderen van het aantal synapsen de hersenen beter gaan functioneren.

Slide 5 - Tekstslide

antwoord vraag 2
2 a een synaps is de plaats waar twee neuronen elkaar raken en het signaal van het ene neuron naar het andere neuron ‘overspringt’
b. Minder synapsen of verbindingen maakt dat het resterende netwerk beter kan werken, overbodige verbindingen zijn verwijderd. Hierdoor versterken de neurale netwerken in het brein en werken ze efficiënter

Slide 6 - Tekstslide

vraag 3
Binas 88A Door myeline verloopt het impulstransport langs een axon sneller. Licht met behulp van Binas toe wat hiervan de oorzaak is.

Slide 7 - Tekstslide

antwoord vraag 3
Myeline isoleert het axon, een impuls springt van insnoering naar insnoering. Door toename van de hoeveelheid myeline neemt het aantal insnoeringen af, waardoor de impuls sneller kan verplaatsen.

Slide 8 - Tekstslide

vraag 4
Bekijk de video ‘Hoe voelen jongeren zich tijdens de coronacrisis?’ van 1:40-3:15. Beredeneer waardoor gevoelens van depressie en angsten juist tijdens de coronacrisis kunnen toenemen bij pubers.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

antwoord vraag 4
4 Tijdens de puberteit zijn emoties heviger, wat samengaat met stemmingswisselingen in zowel positieve als negatieve zin. Een gevoel van autonomie, oftewel zelf kunnen bepalen wat je wel en niet doet, vermindert deze schommelingen. Door de corona-maatregelen is juist die autonomie veel minder... er mag heel weinig, dus valt er ook weinig te beslissen over wat je wel en niet doet.
Het limbisch systeem (emotionele brein) ontwikkelt zich (jaren) eerder dan de prefrontale cortex, dit verklaart waarom pubers sterke emotionele wisselingen (kunnen) ervaren die de overhand kunnen krijgen over de (beredeneerde) beslissingen van de frontale cortex

Slide 11 - Tekstslide

vraag 5
Lees het artikel ‘Het emotionele puberbrein.’ Licht toe hoe de ontwikkeling van de frontale cortex en het limbisch systeem een rol spelen in het feit dat bij pubers emoties en sterke invloed hebben op het gedrag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

antwoord vraag 5
Het limbisch systeem (emotionele brein) ontwikkelt zich (jaren) eerder dan de prefrontale cortex, dit verklaart waarom pubers sterke emotionele wisselingen (kunnen) ervaren die de overhand kunnen krijgen over de (beredeneerde) beslissingen van de frontale cortex

Slide 14 - Tekstslide

vraag 6
Het niet zelf kunnen bepalen van wat je doet, kan stress veroorzaken, zeker tijdens een leeftijdsfase waarin je hersenen vragen om uitdagingen en sociale interactie. Veel activiteiten die je normaal zou doen, kunnen nu niet. Toch kun je zelf wel iets ondernemen. Lees het artikel ‘Bewegen voor je brein.’ en noem drie manieren waarop sporten je hersenen en stemming positief beïnvloedt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

antwoord vraag 6
5 - Een betere doorbloeding van bepaalde delen van het brein die invloed hebben op je stemming.
- Er komen meer neurotransmitters vrij zoals endorfine, dopamine en serotonine, ze verminderen stress en verhogen het geluksgevoel.
- Er komt meer BDNF vrij, deze factor helpt delen van je hersenen die als gevolg van stress verminderd functioneren, te herstellen.

Slide 17 - Tekstslide

vraag 7
Licht toe wat (in het algemeen) de functie van neurotransmitters is.

Slide 18 - Tekstslide

antwoord vraag 7
Neurotransmitters zijn betrokken van het doorgeven van een impuls in een synaps, zo gaat het signaal over van het ene neuron naar het andere

Slide 19 - Tekstslide

vraag 8
Ook het pleziergebied (de nucleus accumbens) is erg actief tijdens de puberteit. Licht toe hoe dit op een vergelijkbare manier het nemen van beslissingen vanuit de frontale cortex beïnvloedt

Slide 20 - Tekstslide

antwoord vraag 8
Bij beslissingen speelt de directe beloning een grote invloed, het direct ervaren plezier heeft een grotere doorslag dan de door de frontale cortex beredeneerde gevolgen op langere termijn

Slide 21 - Tekstslide

vraag 9
Bekijk de video ‘How stress affects your brain’ van 0:38-2:30. Beschrijf welk effect chronische stress kan hebben op de hersenen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

antwoord vraag 9
De structuur en het volume van de hersenen kunnen veranderen en de neuronen werken minder goed.

Slide 24 - Tekstslide

vraag 10
Het stresshormoon cortisol werkt in op de amandelkernen (amygdala). Beschrijf wat hiervan het gevolg is.

Slide 25 - Tekstslide

antwoord vraag 10
Gevoelens van stress zijn minder goed te controleren

Slide 26 - Tekstslide

vraag 11
Cortisol kan ook je leervermogen en mentale gezondheid verminderen. Beschrijf op welke manier deze nadelige invloed van stress tot uiting komt

Slide 27 - Tekstslide

antwoord vraag 11
Cortisol laat de hippocampus krimpen en de neuronen in dit deel werken minder goed, wat invloed heeft op bijv. leervermogen en uiteindelijk kan leiden tot een afname in mentale gezondheid. 

Slide 28 - Tekstslide

Ben je wat wijzer geworden over je puberbrein?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Slide 30 - Video