In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Dinsdag 30 november - G2a
10 minuten stillezen
Toets werkwoordspelling bespreken
Aan de slag!
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les heb je...
...geleerd hoe periode 2 eruit ziet. ...de begrippen van Begrijpend Lezen jaar 1 herhaald.
Slide 2 - Tekstslide
Deze les ga je...
...de toets werkwoordspelling nabespreken.
Slide 3 - Tekstslide
Aan de slag!
Ga naar LessonUp wk 48: les 1 Maak de vragen op de volgende slides.
Deze vragen komen uit Op Niveau.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Lees tekst 8 grondig. Schrijf op waarnaar de volgende woorden verwijzen. Schrijf ook het regelnummer op. a Dat (regel 6) b Dat (regel 9) c Het (regel 9)
Slide 6 - Open vraag
Wat is het deelonderwerp van alinea 3?
A
ziekenhuis
B
crowdfunding
C
ziekenhuis opknappen via crowdfunding
D
20 miljoen euro
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? (Let op: de hoofdgedachte noteer je in een hele zin!)
Slide 8 - Open vraag
Aan de slag!
Ga naar LessonUp wk 48: les 1+2 Maak de vragen op de volgende slides (21 t/m 36). Deze vragen komen uit opdracht 2 (blz. 87-88) van Op Niveau.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Lees tekst 3. Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
A
onderwerp aankondigen
B
een of meerdere vragen stellen
C
anekdote
D
aanleiding voor het schrijven noemen
Slide 12 - Quizvraag
Schrijf van de volgende zin op of deze tot de hoofdzaak of bijzaak behoort.
De tandarts, die allerlei buitenaardse codes aan zijn assistente doorgeeft en dingen in mijn mond stopt en er weer uithaalt zonder het te zeggen, werkt me op de zenuwen.
A
hoofdzaak
B
bijzaak
Slide 13 - Quizvraag
Schrijf van de volgende zin op of deze tot de hoofdzaak of bijzaak behoort.
Na een paar minuten legt hij uit wat ik allemaal moet doen om te voorkomen dat ik nog meer gaatjes krijg.
A
hoofdzaak
B
bijzaak
Slide 14 - Quizvraag
Schrijf van de volgende zin op of deze tot de hoofdzaak of bijzaak behoort.
Ook moet ik elke dag twee keer heel uitvoerig poetsen en tweemaal per dag mijn hele gebit laten bloeden met tandenstokers.
A
hoofdzaak
B
bijzaak
Slide 15 - Quizvraag
Schrijf van de volgende zin op of deze tot de hoofdzaak of bijzaak behoort.
Dat moet toch alleen bij een diëtist, of ben ik nou gek?
A
hoofdzaak
B
bijzaak
Slide 16 - Quizvraag
Schrijf van de volgende zin op of deze tot de hoofdzaak of bijzaak behoort.
'Ja, vanwege de zuuraanvallen', zegt ze.
A
hoofdzaak
B
bijzaak
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de kernzin(nen) van alinea 2?
(In welke zin staat dus de hoofdzaak?)
A
De alinea heeft twee kernzinnen.
B
De kernzin staat aan het begin van de alinea.
C
De alinea bevat geen kernzin.
D
De kernzin staat in de tweede zin van de alinea.
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de kernzin(nen) van alinea 3?
(In welke zin staat dus de hoofdzaak?)
A
De alinea heeft twee kernzinnen.
B
De kernzin staat aan het begin van de alinea.
C
De alinea bevat geen kernzin.
D
De kernzin staat in de tweede zin van de alinea.
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de kernzin(nen) van alinea 4?
(In welke zin staat dus de hoofdzaak?)
A
De alinea heeft twee kernzinnen.
B
De kernzin staat aan het begin van de alinea.
C
De alinea bevat geen kernzin.
D
De kernzin staat in de tweede zin van de alinea.
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de kernzin(nen) van alinea 5?
(In welke zin staat dus de hoofdzaak?)
A
De alinea heeft twee kernzinnen.
B
De kernzin staat aan het begin van de alinea.
C
De alinea bevat geen kernzin.
D
De kernzin staat in het midden van de alinea.
Slide 21 - Quizvraag
Schrijf de hoofdzaken van de tekst op. (Let op de kernzinnen van de vorige vragen!)
Slide 22 - Open vraag
Is de titel letterlijk of figuurlijk bedoeld?
A
letterlijk
B
figuurlijk
Slide 23 - Quizvraag
Op welke manier sluit de schrijver de tekst af?
A
conclusie
B
samenvatting
C
advies
D
geen van deze antwoorden
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van tekst 3?
A
Als ik alle adviezen uitvoer, heb ik nog geen garantie dat ik over twintig jaar geen kunstgebit krijg.
B
Vanwege zuuraanvallen adviseert de assistente minder frisdrank en meer water te drinken.
C
Tijdens een vervelend tandartsbezoek krijg ik adviezen van de tandarts die ik moet opvolgen om meer gaatjes te voorkomen.