Leesvaardigheidsles 16 september 2024

16 september 2024 - Leesvaardigheid
- Tekst wordt voorgelezen door docent (5 minuten)
- Moeilijke woorden bespreken (5 minuten)
- Vragen via laptop beantwoorden. 

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsWOStudiejaar 1,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

16 september 2024 - Leesvaardigheid
- Tekst wordt voorgelezen door docent (5 minuten)
- Moeilijke woorden bespreken (5 minuten)
- Vragen via laptop beantwoorden. 

Slide 1 - Tekstslide

Dure eieren
Lees mee met de tekst met de volgende vraag in je achterhoofd: hoe kijkt de auteur aan tegen economische groei? 
Streep alles aan wat hier volgens jou over geschreven wordt.
Omcirkel de woorden waarvan je de betekenis niet weet.

Slide 2 - Tekstslide

16 september 2024 - Leesvaardigheid
Ga naar www.lessonup.app
Vul de lescode en je naam in

Slide 3 - Tekstslide

Hoe kijkt de auteur aan tegen economische groei?

Slide 4 - Open vraag

Antwoord
- Economische groei is een pervers grondprincipe
- Eindeloos heen-en-weer-sjouwen is goed voor de economische groei, maar slecht voor het milieu en de klant.
- Economische groei belemmert het welzijn van de klant en is slecht voor het milieu.

Slide 5 - Tekstslide

Lees de laatste zin van de tekst: "Misschien moeten ... naar Groningen.”
Welk standpunt van de auteur over de nieuwe regelgeving rondom verkoop van eieren bij de boer blijkt hieruit?

Slide 6 - Open vraag

Antwoord:
De auteur vindt dat die nieuwe regelgeving belachelijk/zinloos/omslachtig is. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke toon heeft de laatste alinea

A
positief
B
arrogant
C
ironisch
D
neerbuigend

Slide 8 - Quizvraag

Ironie
Ironie houdt in dat je het tegenovergestelde zegt, toont of schrijft dan wat je bedoelt. Het is een milde vorm van spot, met humor en niet bedoeld om iemand te kwetsen. 

Slide 9 - Tekstslide

Stijlfiguren
In de huidige examens worden er veel stijlfiguren gebruikt. Jullie docent houdt hier ook wel van tijdens de les. Lees de betekenis van onderstaande stijlfiguren

 Ironie = bedekte, milde spot: tegenstelling tussen woorden en betekenis. 'Je kletst me de oren van het hoofd' 
Sarcasme = scherpere vorm van spot. 'Ga vooral zo door, zo kom je er wel'
Cynisme = bittere en harde vorm van kritiek op de intenties van een ander 'eerst het goede nieuws, er wordt een ziekte naar u genoemd' 

Slide 10 - Tekstslide

De laatste zin van de laatste alinea heb ik aangepast. Lees het hieronder.
- Zelden heb ik ook het perverse grondprincipe van economische groei zo helder geïllustreerd gezien. Het bracht mij vele voorbeelden van milieudenker Wouter van Dieren in herinnering, die lieten zien dat het eindeloze heen-en-weergesjouw met producten goed was voor de economische groei, maar slecht voor het milieu en de klant. Want ja, het is natuurlijk écht een briljant plan om eieren via een omweg heen en weer te sjouwen. Dat gaat de economie zeker redden!


Slide 11 - Tekstslide

Welke toon heeft de laatste alinea nu?

A
sarcastisch
B
haatdragend
C
ironisch
D
neerbuigend

Slide 12 - Quizvraag

Sarcasme
Sarcasme is een bijtende vorm van ironie met als doel iemand te bespotten.

Slide 13 - Tekstslide

De laatste zin van de laatste alinea heb ik aangepast. Lees het hieronder
- Zelden heb ik ook het perverse grondprincipe van economische groei zo helder geïllustreerd gezien. Het bracht mij vele voorbeelden van milieudenker Wouter van Dieren in herinnering, die lieten zien dat het eindeloze heen-en-weergesjouw met producten goed was voor de economische groei, maar slecht voor het milieu en de klant. Natuurlijk, laten we vooral onze schaarse middelen besteden aan het onnodig rondsjouwen van eieren, want dat is echt absoluut de oplossing voor de recessie. Ei-zersterk plan!


Slide 14 - Tekstslide

Welke toon heeft de laatste alinea nu?

A
sarcastisch
B
ironisch
C
humoristisch
D
cynisch

Slide 15 - Quizvraag

Cynisme
Bij cynisme ligt de nadruk op de afwijzende/pessimistische houding van de persoon die het uit. De kritiek is bitter en hard. 

Slide 16 - Tekstslide

Grens tussen ironie, sarcasme en cynisme is niet eenvoudig. Waarom niet?

Slide 17 - Open vraag

Antwoord
- context speelt een rol
- toon en houding van degene die het uit (verbaal en non-verbaal)
- gevoeligheid van de ontvanger

Slide 18 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze les?

A
Oh deze les was echt een feest. Ik bedoel: wie houdt er nu niet van leesvaardigheid?
B
Deze les was zó ontzettend boeiend en informatief. Ik kan niet wachten om dit nooit meer te gebruiken.
C
Deze les was het hoogtepunt van mijn dag. Ik kan nu zeker de wereld redden.

Slide 19 - Quizvraag

Bedankt voor de feedback...
Mocht er nog tijd over zijn, ga dan lezen in je boek.

Slide 20 - Tekstslide