Overzicht van de bezittingen, schulden en eigen Vermogen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Balans
Overzicht van de bezittingen, schulden en eigen Vermogen
Slide 1 - Tekstslide
Eigen Vermogen
Verschil tussen bezittingen - schulden
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Balans
Bij een balans moeten de debet- (activa) en de creditzijde (passiva) totaal altijd gelijk aan elkaar zijn
Het moet in balans zijn
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Indeling van een balans
Zorg dat je de indeling van de balans goed kent, zo kun je de verschillende formules die je moet berekenen goed toepassen
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Onderdelen balans
Inventaris = inrichting van kantoor of winkel bijv. kasten, stoelen
Debiteuren = vorderingen op klanten
Crediteuren = schulden bijv. inkoopfacturen
Vreemd vermogen lang = schuld looptijd langer dan 1 jaar
Vreemd vermogen kort = schuld looptijd korter dan 1 jaar
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het balanstotaal? (antwoord zonder punt/komma)
Slide 9 - Open vraag
Wat is het Eigen Vermogen?
Slide 10 - Open vraag
Welke stelling is juist? 1. Debiteuren zijn schulden 2. Voorraad is vaste activa
A
Stelling 1
B
Stelling 2
C
Beiden
D
Geen van beiden
Slide 11 - Quizvraag
Welke stelling is juist? 1. Crediteuren zijn schulden 2. Banksaldo is vlottende activa
A
Stelling 1
B
Stelling 2
C
Beiden
D
Geen van beiden
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer spreek je van vreemd vermogen lang?
A
Looptijd langer dan 1 jaar
B
Looptijd langer dan 5 jaar
C
Looptijd langer dan 10 jaar
D
Looptijd korter dan 1 jaar
Slide 13 - Quizvraag
Op de balans staan bezitting voor € 15.000,- en een eigen vermogen van € 5.000,-. Wat is het bedrag aan schulden? (antwoord het bedrag zonder punt of komma)
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.