Vrijdag 26 februari 2022 Grammatica verkleinwoorden en taalcompleet wonen 3.12 3.13

Programma
11:00 uur   Grammatica (het paarse boekje) -  lidwoorden en verkleinwoorden 
12:15 uur   TaalCompleet (thema: wonen)       - spreken in groepjes
13:00 uur  Mentoruur                                                - Hoe gaat het? Lessen volgende
                                                                                               week en Padlet extra 


Doelen van deze les:

  • Je weet wanneer je de/het + een gebruikt.
  • Je kent verkleinwoorden en je kunt ze* maken. ( * de verkleinwoorden).
  • je kunt informatie uitwisselen (samen praten over het huis en de meubels;
  • je kunt vragen beantwoorden ( = je kunt een antwoord geven op vragen).
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma
11:00 uur   Grammatica (het paarse boekje) -  lidwoorden en verkleinwoorden 
12:15 uur   TaalCompleet (thema: wonen)       - spreken in groepjes
13:00 uur  Mentoruur                                                - Hoe gaat het? Lessen volgende
                                                                                               week en Padlet extra 


Doelen van deze les:

  • Je weet wanneer je de/het + een gebruikt.
  • Je kent verkleinwoorden en je kunt ze* maken. ( * de verkleinwoorden).
  • je kunt informatie uitwisselen (samen praten over het huis en de meubels;
  • je kunt vragen beantwoorden ( = je kunt een antwoord geven op vragen).

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"In één (1) week van ijs onder je voeten naar een ijsje in de hand. De perfecte start van het seizoen."
Wat zijn lidwoorden in deze zin?
A
een, de, het
B
week, ijs, voeten, ijsje, hand, start, seizoen
C
één
D
een, het

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De lidwoorden: de, het + een

Slide 4 - Tekstslide

Deze lw staan nooit alleen. Daarna: jullie hebben de antw gekregen in SOM van les 13. Dit zijn de oefeningen met de/het en een-woorden.
Zijn daar vragen over?

Waar of niet waar?

Bij  'een'  weet je precies wie of wat het is. 
  Bijvoorbeeld: Ik zie een man.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lidwoord bij meervoud?
Doel: Je weet wanneer je de/het + een gebruikt.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 14: Verkleinwoorden


            Welke woorden zie jij in het woord 
 'verkleinwoorden'? 

Doel: je weet wat een verkleinwoord is.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moeder schrijft een briefje.
Mijn zoontje is ziek. 
Hij heeft vlekjes op zijn gezichtje en op zijn handjes.


Een korte brief     = een briefje         
Een kleine zoon   = een zoontje        
Een kleine vlek     = een vlekje 
Een klein gezicht =  ...............                En wat is een kleine hand?

Slide 8 - Tekstslide

Wat zie je? Basisregel: het woord eindigt op -je. 
Een verkleinwoord is een regelwoord. Je moet de regels leren. 
Rechts zie je de verkleinwoorden.
Kijk goed naar de lidwoorden. Wat zie je?
Doel: je weet wat een verkleinwoord is.

Slide 9 - Tekstslide

Dus de basisregel is: het woord eindigt op -je
De tweede regel is: het woord heeft het lidwoord 'het'.
Basisregel:  1.    Een verkleinwoord heeft het lidwoord 'het'
                       2.    Een verkleinwoord eindigt op -je.
                    

Slide 10 - Tekstslide

regelwoord
Verkleinwoorden - Regelwoorden (boekje: blz. 54/55)
Veel verkleinwoorden maak je met - je achter het woord.

Na -l, -n, -w, -r en na -a, -e, -o,-u zet je -tje achter het naamwoord.  
briefje - vlekje - gezichtje - handje - ijs?
stoeltje - schoentje - vrouwtje- deurtje - autootje- agenda? 
Na -m zet je -pje achter het naamwoord.  
boompje - raampje - bloem?

Slide 11 - Tekstslide

- je en -tje komen het meest voor.
Hoe maak je het verkleinwoord?
+ -je/ - tje/ pje

Slide 12 - Tekstslide

Samen oefenen? Steek de hand op en laat de hand omhoog. 
Les 14 blz. 54 t/m 57
Huiskwerk voor vrijdag 5 maart:
Maak oefening 41, 42, 43. 
 Schrijf de woorden en de zinnen (oefening 43) over in jouw schrift.
Maak een foto van jouw antwoorden.
Stuur de antwoorden naar: bhuisman@stedelijkcollege.com

Wil je meer oefenen?
Extra opdracht: Padlet.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Doelen behaald?



  • Je weet wanneer je  de/het + een gebruikt.
  • Je kent verkleinwoorden en je kunt ze* maken. ( * de verkleinwoorden).

Huiswerk voor vrijdag  5 maart.
Maak oefening 41, 42 en 43 
Stuur een fotootje van de antwoorden naar de docent.
bhuisman@stedelijkcollege.com

Slide 15 - Tekstslide

We hebben het vandaag gehad over lidwoorden. En..
TaalCompleet
Programma: 
  • TaalCompleet / spreken

Doelen:
  • Je kunt vragen beantwoorden.
  • Je kunt informatie uitwisselen.
  • Je kunt praten over het huis.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreekopdracht 
Praten bij plaatjes.  Herhaling van thema 3:
 de ruimtes 
 de meubels 
 de kleuren 
 de rangtelwoorden (1ste , 2e , 3e etc.) 
 + nieuwe woorden. 
Hoe ?                            Samen (groepjes) OA22A   / OA22B  / OA22C  / OA22D
Hoe lang?                   De docent zegt hoe laat je terug bent in: Thuis OA22 

Reflectie                      De les wordt samen afgesloten. 
                                      We kijken samen terug op de les.  
                                       Ben je dan niet in Thuis OA22, dan ben je afwezig.                  
wat?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je ziet hieronder een plaatje met twee huizen. 
Wat is het verschil tussen huis 1 en 2?
Doel: Je kunt vragen beantwoorden.

Slide 18 - Tekstslide


En wat is hetzelfde?
\\dmn-scev.local\EDU\Persoonlijk\hur\Documents\2020-2021\OA22\Lesvoorbereiding\taalcompleet

herhaling thema 3

Je krijgt het document in jouw g-mail van school.
Belangrijk: iedereen probeert,
                     iedereen leer!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De groepen + code: 
  • A. Monir, David, Nada, SumYu    GM: OA22A
  • B. Mohamad, Zeely, Julia, Ghala:  OA22B
  • C. Ana Lu, Abdulhadi, Delina, Oliwia   : OA22C
  • D. Aryam,Arno, Khanh Nhi, Joanna:  OA22D

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd: .............   Terug in: thuis oa22
timer
1:00
Doelen:
Je kunt vragen beantwoorden.
Je kunt informatie uitwisselen.
Je kunt praten over het huis.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is het gegaan? 
-  Wij hebben een teamspirit (samenwerking/ niet alleen)
    Wij hebben elkaar geholpen.

-  Moeilijk/ makkelijk?
    4 opdrachten:  de woorden/ zinnen maken / 10 verschillen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt vragen beantwoorden.
Je kunt informatie uitwisselen.
Je kunt praten over het huis.

Doelen behaald?

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Smakelijk eten en tot straks!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma woensdag maart...
  • Wat weet je al?                                                                                                                   luisteren naar woorden en deze opschrijven
  • Huiswerk nakijken       
  • Herhaling theorie en nieuw huiswerk:  Je schrijft over jouw huis.
  • Planning volgende week: herhaling thema 3 en toets. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies