Bijwoorden (Engels)
1 / 27
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Een bijwoord
vertelt...
vertelt...
A
... iets over een zelfstandig naamwoord
B
... iets over de hoofdpersoon
C
... hoe vaak iets gedaan wordt
D
... Niks. Een bijwoord kan niet praten
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
I am always broke at the end of the month.
A
always
B
broke
C
I
D
at the end of the month
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
My brother and I usually fight over everything.
A
brother
B
usually
C
everything
D
fight
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
I am always broke at the end of the month.
A
JA
B
NEE
Slide 19 - Quizvraag
They never are late.
A
JA
B
NEE
Slide 20 - Quizvraag
I go sometimes to the cinema with my two friends.
A
JA
B
NEE
Slide 21 - Quizvraag
My older sister usually watches action films
A
JA
B
NEE
Slide 22 - Quizvraag
I go to Spain
(never)
(never)
Slide 23 - Open vraag
They eat out in a restaurant (sometimes)
Slide 24 - Open vraag
Edgar is asking for help
(always)
(always)
Slide 25 - Open vraag
My mother is going to the hairdresser
(regularly)
(regularly)
