Bijwoorden op -ly (adverbs)

Today:
Grammatica uitleg:  Bijwoorden op -ly


Daarna: zelfstandig werken aan 2.1
Workbook page 52-57




1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Today:
Grammatica uitleg:  Bijwoorden op -ly


Daarna: zelfstandig werken aan 2.1
Workbook page 52-57




Slide 1 - Tekstslide

Bijwoorden op -ly (adverbs)
Aan het eind van deze les:

  • weet jij het verschil tussen bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
  • weet jij hoe je bijwoorden op-ly moet maken en hoe jij ze op de juiste plaats in de zin moet gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

definition

Slide 3 - Tekstslide

My father is a careful driver.

In deze zin het woord 'careful' zegt iets over de eigenschap van een persoon (wat voor chauffeur is mijn vader?)

'CAREFUL' is dus een bijvoeglijk naamwoord (adjective).
My father drives carefully.

In deze zin het woord 'carefully' zegt iets over hoe iemand iets doet (hoe rijdt mijn vader?)

'CAREFULLY' is dus een bijwoord (adverb).

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Check yourself
Complete the sentences by filling in the adverb:

Slide 10 - Tekstslide

She works [hard].
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord

Slide 11 - Quizvraag

The driver was driving really ................. !
A
slow
B
slowly

Slide 12 - Quizvraag

This woman is .......................... old.
A
incredibly
B
incredible

Slide 13 - Quizvraag

It is raining .................. hard today.
A
extreme
B
extremely

Slide 14 - Quizvraag

It was ................. too difficult for me!
A
simpley
B
simple
C
simply

Slide 15 - Quizvraag

This programme will be .......................... updated.
A
automatic
B
automatically
C
automaticly

Slide 16 - Quizvraag

HET BIJWOORD STAAT...
She never asks me out.
> VÓÓR het hoofdwerkwoord
bijwoord
hoofdwerkwoord

Slide 17 - Tekstslide

HET BIJWOORD STAAT...
He usually has cool ideas.
> VÓÓR het hoofdwerkwoord
bijwoord
hoofdwerkwoord

Slide 18 - Tekstslide

BIJWOORD
MAAR...

Slide 19 - Tekstslide

HET BIJWOORD STAAT...
I am sometimes worried.
> een vorm van am/are/is 
bijwoord
am/are/is

Slide 20 - Tekstslide

HET BIJWOORD STAAT...
They are never listening.
> een vorm van am/are/is 
bijwoord
am/are/is

Slide 21 - Tekstslide

I am always broke at the end of the month.
A
JA
B
NEE

Slide 22 - Quizvraag

They never are late.
A
JA
B
NEE

Slide 23 - Quizvraag

I go sometimes to the cinema with my two friends.
A
JA
B
NEE

Slide 24 - Quizvraag

My older sister usually watches action films
A
JA
B
NEE

Slide 25 - Quizvraag

I go to Spain
(never)

Slide 26 - Open vraag

They eat out in a restaurant (sometimes)

Slide 27 - Open vraag

Edgar is asking for help
(always)

Slide 28 - Open vraag

My mother is going to the hairdresser
(regularly)

Slide 29 - Open vraag

FINISHED!

Slide 30 - Tekstslide