Conditionals

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

If and When (grammar 11)

• If betekent "als". Je gebruikt if als je nog niet zeker weet, of iets gaat gebeuren of om een voorwaarde aan te geven.
• You can still catch the train if you leave right now.

• When betekent "toen" of "wanneer". Je gebruikt when als je zeker weet dat iets gaat gebeuren
• I'll visit you when I'm in England next month.    

My parents will buy me a car (if/when) I turn eighteen.

1. if
2. when

(if/when) it rains tomorrow, we can't have a picnic.

1. If
2. When

You'll understand what I mean ___ you're older

1. if
2. when

check:
Wanneer gebruik je 'when'?

1. als je niet zeker weet of iets gaat gebeuren
2. om iets te eisen
3. om een voorwaarde te stellen
4. als je zeker weet dat iets gaat gebeuren

Check:
Wanneer gebruik je 'if'?

1. als je niet zeker weet of iets gaat gebeuren
2. om een voorwaarde aan te geven
3. als je zeker weet dat iets gaat gebeuren
4. om iets te eisen

Conditionals

• 0 conditional
• 1st conditional
• 2nd conditional
• 3rd conditional

Conditionals (als...dan)

Zero conditional:               Hoe: present simple - present simple

Wanneer: feit, wetenschappelijk bewezen, uitkomst staat vast

If you stand in the rain, you get wet.                           If you cut the tree, it falls down. 

First conditional:               Hoe: present simple - will/won't + hele ww

Wanneer: voorspelling, gaat waarschijnlijk gebeuren, logisch gevolg

If you marry him, you won't be happy.                        If we leave now, we will be in time 

Second conditional:         Hoe: past simple - would + hele ww

Wanneer: Hypothetisch, niet concreet, staat niet vast, "bedacht" 

If she left him, he would make her life hell.             If we won the lottery we would buy a big house       

• Zero conditional

 

if sentence	result
present simple	present simple
If you add two and two,	you get four.

General truths and habits 

• First conditional

 

if sentence	result
present simple	will + infinitive
If I get sick,	I will go to the doctor.

Possible or likely things in the future 

• Second conditional

 

if sentence	result
past simple	would + infinitive
If I won the lottery,	I would buy a car.

impossible things in the present, unlikely things in the future 

Een zero conditional gebruik je voor feiten:

1. Waar
2. Niet waar

Welke van deze zinnen is een 'zero conditional'?

1. Ice melts if you heat it.
2. If water reaches a 100 degrees, it boils.
3. If it rains, the grass gets wet.
4. All the answers are correct.

If you had money, you ....(buy) a new car

If he walks to school, I ....(go) with him.

If you want to leave, I .....(go) with you.

If my parents sold our house, we ....(be) homeless.

Zero conditional 

First conditional 

Second conditional 

Het is onwaarschijnlijk dat er aan de voorwaarde voldaan wordt.

Het is waarschijnlijk dat er aan de voorwaarde voldaan wordt.

Het is een feit.

Zero conditional:

First conditional:

Second conditional:

If + present simple

If + present simple 

If + past simple 

present simple

will/won't  + hele ww

would + hele ww

Conditionals (if- clause statement)

Drag the example to the appropriate conditional. 

zero conditional 

first

conditional 

second

conditional