Maak de volgende opdrachten vandaag af
Assignment 1: Formeel of informeel. Leg uit
Assignment 2: Vergelijk email 2,3,4 met elkaar en beantwoord de vragen.
Assignment 3:Bekijk de ontvanger. Is de mail formeel/ informeel?
Assignment 4A : Welk woord hoort bij elkaar
Assignment 4B: Schrijf de werkwoorden voluit.
Assignment 5: Schrijf de tekst opnieuw. Gebruik formeel Engels.
Klaar = Grammar trainer. Exercise 1.1 maken