In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Onenote voor volwassenonderwijs
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de vakspecifieke woorden van Onenote benoemen, vier activiteiten op basis van de taxonomie van Bloom uitvoeren en één groepstaak op basis van de inhoud maken.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel en leg uit wat de studenten aan het eind van de les kunnen.
Geef een begrippenlijst van alle vakspecifieke woorden met korte definities. Bespreek elk woord kort en leg uit wat het betekent.
Activiteit 1 - Onenote verkennen
Open Onenote en verken de verschillende secties en pagina's. Maak een notitie en voeg tags toe.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat de studenten moeten doen en geef ze de tijd om Onenote te verkennen. Moedig ze aan om vragen te stellen en help waar nodig.
Activiteit 2 - Sjablonen gebruiken
Selecteer een sjabloon en maak een notitie met behulp van deze sjabloon. Voeg tags toe.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat sjablonen zijn en hoe ze kunnen worden gebruikt. Geef de studenten de tijd om een sjabloon te kiezen en een notitie te maken. Help waar nodig.
Activiteit 3 - Zoekfunctie gebruiken
Zoek naar een notitie met behulp van de zoekfunctie. Gebruik daarbij een tag.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit hoe de zoekfunctie werkt en hoe studenten tags kunnen gebruiken om notities te vinden. Laat de studenten oefenen met het zoeken naar notities.
Activiteit 4 - Koppelingen en bijlagen toevoegen
Voeg een koppeling en een bijlage toe aan een notitie.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe studenten koppelingen en bijlagen kunnen toevoegen aan hun notities. Laat de studenten oefenen met het toevoegen van koppelingen en bijlagen.
Groepstaak - Samenwerken aan een notitie
Werk samen met je groep aan een notitie over jullie favoriete vakantiebestemming. Voeg bijlagen en koppelingen toe en gebruik tags.
Slide 9 - Tekstslide
Verdeel de studenten in groepen en leg uit wat ze moeten doen. Geef ze de tijd om samen te werken. Moedig samenwerking en communicatie aan. Loop rond en help waar nodig.
Onenote en Bloom
Onenote kan worden gebruikt voor activiteiten die passen bij verschillende niveaus van Bloom. De activiteiten die we in deze les hebben uitgevoerd passen bij de niveaus van herinneren, begrijpen, toepassen en analyseren.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit hoe Onenote kan worden gebruikt voor activiteiten die passen bij verschillende niveaus van Bloom. Benadruk dat de activiteiten die in deze les zijn uitgevoerd passen bij de niveaus van herinneren, begrijpen, toepassen en analyseren.
Tips voor het gebruik van Onenote
1. Gebruik secties en pagina's om notities te organiseren. 2. Gebruik tags om notities te categoriseren. 3. Gebruik sjablonen om notities op een gestructureerde manier te maken. 4. Gebruik koppelingen en bijlagen om notities uit te breiden.
Slide 11 - Tekstslide
Geef enkele tips voor het gebruik van Onenote. Bespreek elke tip kort en geef voorbeelden van hoe deze kunnen worden toegepast.
Voordelen van Onenote
Onenote is handig voor het organiseren van notities, het maken van aantekeningen en het delen van informatie. Het kan ook worden gebruikt voor samenwerking en projectmanagement.
Slide 12 - Tekstslide
Leg uit wat de voordelen zijn van het gebruik van Onenote. Bespreek elk voordeel kort en geef voorbeelden van hoe deze kunnen worden toegepast.
Onenote en volwassenonderwijs
Onenote kan worden gebruikt in het volwassenonderwijs voor het maken van aantekeningen, het organiseren van informatie en het samenwerken aan projecten.
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit hoe Onenote kan worden gebruikt in het volwassenonderwijs. Bespreek elk gebruik kort en geef voorbeelden van hoe deze kunnen worden toegepast.
Vragen?
Heb je nog vragen over het gebruik van Onenote?
Slide 14 - Tekstslide
Geef de studenten de mogelijkheid om vragen te stellen en beantwoord deze waar nodig. Moedig de studenten aan om vragen te stellen en zorg ervoor dat ze de inhoud begrijpen.
Bronnen
Microsoft Onenote, Bloom's Taxonomy
Slide 15 - Tekstslide
Geef de bronnen die zijn gebruikt voor deze les. Bespreek kort waar studenten meer informatie kunnen vinden over deze onderwerpen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.