Steden verkleinen, wegen/bruggen worden niet onderhouden. van Agrarisch urbane samenleving naar agrarische samenleving.
Slide 13 - Tekstslide
Domein
Slide 14 - Tekstslide
Horigen
Horige boeren mochten het domein niet verlaten zonder toestemming van de heer. De horigen bewerkten het land van de heer, moesten een deel van hun oogst afstaan aan de heer en moesten onbetaald herendiensten (klusjes) verrichten.
Nadat de boeren bescherming opzochten bij een heer gingen ze op het stuk land wonen van de heer. Het stuk land noemen we een domein.
Laten we eens kijken wie en wat we kunnen vinden op het domein. (2,3,4)
Halfvrije boeren
Ook halfvrije boeren mochten nergens anders gaan wonen, zij hoorden bij de grond. Op sommige dagen bewerkten zij hun eigen gepachte grond en op andere dagen bewerkten zij het stuk grond van de heer.
Domein
Op het domein woonde de heer (koning, rijke man of klooster), maar lang niet altijd. Soms woonde er een rentmeester namens de heer. Het domein was eigenlijk een kleine samenleving.
Vrije boeren
Op het domein leefden vrije boeren. Zij hadden een gepacht stukje grond dat zij voor zichzelf gebruikten en deze boeren hoefden geen herendiensten te verrichten. Zij werden wel in tijden van gevaar ingezet om het domein te verdedigen. Zij moesten zelf hun wapenuitrusting betalen.
Gepachte grond
Halfvrije boeren konden een stuk grond pachten (huren) bij de heer. Alles wat de landbouw hier opbracht mochten ze zelf houden.
Overigen
Op het domein vond je soms ook een gezamenlijke molen waar het graan gemalen kon worden voor brood, er was een smidse, een bierbrouwerij en een kerkje.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe werden mensen Horig (5)
Afstammeling van slaven uit de Romeinse tijd
Vrije boeren hadden grond ingeruild voor bescherming
In ruil voor voedsel
Slide 16 - Tekstslide
Het hofstelsel domein, herendiensten, pacht
plichten
Hofstelsel in een bron
heer, horigen
Slide 17 - Tekstslide
Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Herendiensten
Politiek
Leenheer
Trouw zweren
Slide 18 - Sleepvraag
De 3 standen
1e stand:
Geestelijkheid
2e stand:
De Adel
3e stand:
Boeren en burgers
Slide 19 - Tekstslide
Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden
het land als er oorlog was.
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
Slide 20 - Tekstslide
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Geestelijken
Adel
Boeren
Slide 21 - Sleepvraag
Plichten en Herendiensten (6,7)
Horige
Pacht betalen (oogst)
Werken op het land werken van de Heer
Herendiensten
Grachten schoonhouden
Onderhouden van het kasteel
Goederen vervoeren
Slide 22 - Tekstslide
Autarkie en Herenplichten (8,9)
Het domein was zelfvoorzienend oftewel Autarkie
Herenplichten
Rechtspraak
Meerdere Domeinen onderhouden
Plaatsvervanger: De meier of Rentmeester
Slide 23 - Tekstslide
De boeren hadden na de val van het West-Romeinse Rijk hoge opbrengsten in de landbouw
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Horige boeren moesten een deel van hun oogst afstaan aan de heer
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Alles wat de domein nodig had werd daar ook gemaakt. Hoe heet dit?