grammatica 6 bwb

Grammatica 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Grammatica 

Slide 1 - Tekstslide

Kijk onder je stoel.
Zit daar een post-it?
Steek je vinger op als je er één onder je stoel vindt.
Je leest de vraag voor en je beantwoordt hem daarna.

Slide 2 - Tekstslide

-
Herhalen: Wat weten we inmiddels van zinsdelen?

We leren:
-Wat is een bijwoordelijke bepaling?
-Hoe herken je zo'n bepaling in de zin?

Slide 3 - Tekstslide

Bekend

Welke zinsdelen ken je al?
Wat weet je van de bijwoordelijke bepaling?
Benieuwd

Wat weet je daarover nog niet en wil je te weten komen?
Bewaard

Na afloop: Wat heb je nu geleerd?

Slide 4 - Tekstslide

  •    Hoe vind je een bijwoordelijke bepaling?

  •    
  •   Bij welke soort grammatica hoort de bijwoordelijke       bepaling?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

  • Wat weet je nu van de bijwoordelijke bepaling?
  • Hoe vind je dit zinsdeel in de zin?
  • Welke volgorde moet je aanhouden om zinsdelen te zoeken?
timer
2:00
Wat heb je geleerd???

Slide 7 - Tekstslide

1) Zoek in de zin eerst alle zinsdelen in de juiste volgorde.
2) Begin met de persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
3) Daarna ga je zoeken naar de bijwoordelijke bepaling.
4) Dat zijn meestal de zinsdelen die je nadat je alle andere zinsdelen hebt gezocht nog een naam moet geven.

Bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Tekstslide

1) Geeft een tijdstip aan.
2) Geeft een plaats aan.
3) Is een los woordje dat je weg kunt laten uit de zin.

Bijwoordelijke bepaling = redekundig ontleden.
Op de volgende slide zie je welke vragen je kunt stellen om de bijwoordelijke bepaling in een zin te vinden.

Bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

1) Zoek persoonsvorm
2) Zoek alle andere werkwoorden + pv=wwg
3) Vraag wie/wat+wwg=ow
4) Vraag wie/wat+wwg+ow=lv
5)Vraag aan of voor wie/wat+wwg+ow+lv=mw.vw.
6) bwb= stel een vraag met een W. NIET wie of wat.
Volgorde redekundig ontleden:

Slide 11 - Tekstslide

Op de Google Classroom staan sites waarop je kunt oefenen met de bijwoordelijke bepaling.
Klik daarvoor Schoolwerk aan en de 
datum van vandaag.
Eind van de les:
Wat heb je aan kennis bewaard na deze 
les?

Oefenen

Slide 12 - Tekstslide

1
De presentator werd gisteren de publieksprijs overhandigd.
2
Op de kermis worden de kinderen de hele dag vermaakt.
timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide