Komma´s

Komma's
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Alfabetisering NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute VG

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Komma's

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
1. Aan het einde van de les weet je wanneer je een komma in een zin gebruikt. 

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis activeren: wanneer gebruiken we een punt in de zin?

Slide 3 - Open vraag

Voorkennis activeren: wanneer gebruiken we een uitroepteken in de zin?

Slide 4 - Open vraag

Voorkennis activeren: wanneer gebruiken we een vraagteken in de zin?

Slide 5 - Open vraag

Instructie komma
  • De komma is een leesteken dat IN een zin staat. 
  • De komma is een korte pauze in een zin. 
Wanneer gebruik je een komma?
1. Tussen de delen van een opsomming: op tafel liggen mijn boeken, telefoon, sleutels, pen en mijn agenda.
2. Voor woorden zoals want, maar en omdat: Ik vind wiskunde leuk, omdat we een aardige leraar hebben.
3. Tussen twee persoonsvormen: Als je je huiswerk maakt, kun je beter geen muziek aan hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Plaats in de volgende zin komma's:
In de vakantie ga ik Nederlands leren veel slapen werken en thuis verven.

Slide 7 - Open vraag

Plaats in de volgende zin komma's:
Ik heb zin in de vakantie omdat ik dan niet aan komma's hoef te denken.

Slide 8 - Open vraag

Plaats in de volgende zin komma's:
Toen hij thuis kwam ging hij meteen slapen.

Slide 9 - Open vraag

Doelcontrole:
Een komma staat vaak aan het einde van een zin.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag