NN6 - HV2 - Grammatica H5 - Samengestelde zinnen

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

H5 Grammatica Zinsdelen
Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen 

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Terugblik
  • Uitleg + oefenen H5
  • Zelf aan de slag!

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Dinsdag 8 maart:
Bouwplan betoog af

Donderdag 10 maart:
H5 Gram. Zinsdelen: opdr. 1 t/m 3

Discussies noteren





Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Hoe noteer je deze bron?

Slide 6 - Open vraag

Zoek de persoonsvormen in onderstaande zinnen. 


1. Piet zit met een colaatje in de tuin.

2. Mijn moeder doet boodschappen, daarna gaat ze naar de               kapper.

3. Waarom moeten wij altijd ons huiswerk maken?


Slide 7 - Tekstslide

Zoek de persoonsvormen in onderstaande zinnen. 


1. Peter zit met een colaatje in de tuin.

2. Mijn moeder doet boodschappen, daarna gaat ze naar de               kapper.

3. Waarom moeten wij altijd ons huiswerk maken?

Slide 8 - Tekstslide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker. 


Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm

VB: Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen

Slide 10 - Tekstslide

Grote gezinnen worden zeldzaam, maar er bestaan nog altijd gezinnen met 6 kinderen
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 11 - Quizvraag

Zes studerende kinderen kunnen een behoorlijke kostenpost vormen voor hun ouders
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 12 - Quizvraag

Toen het mooi weer werd, kochten we ligstoelen bij het tuincentrum.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 13 - Quizvraag

In een samengestelde zin staan altijd 2 persoonsvormen
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

In een enkelvoudige zin staat maar 1 persoonsvorm
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Hoofd- en bijzinnen
Als een zin twee persoonsvormen heeft, is het een samengestelde zin. Deze samengestelde zin bestaat uit hoofdzinnen of hoofd- en bijzinnen.

Slide 16 - Tekstslide

Weet je nog?
Nevenschikkende voegwoorden
en
Onderschikkende voegwoorden?

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een nevenschikkend voegwoord?
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een onderschikkend voegwoord?
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 19 - Quizvraag

Hoofdzin

De hoofdzin kun je op de volgende manier herkennen:


- Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar; er passen (bijna nooit) andere zinsdelen tussen. 

- De persoonsvorm staat voorin de zin; het is het eerste of tweede zinsdeel.

Slide 20 - Tekstslide

Hoofdzin + hoofdzin (nevenschikking)
Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes.

  • Je ziet:
Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar: Evelien werkt + zij bakt.
  • Er kan niks tussen:
Evelien graag werkt bij de bakker, want zij graag bakt koekjes.




Slide 21 - Tekstslide

Bijzin

De bijzin kun je op de volgende manier herkennen:


- Het onderwerp en de persoonsvorm staan niet naast elkaar. Je kunt er andere zinsdelen tussen zetten. 

- De persoonsvorm staat vaak achter in de zin.

Slide 22 - Tekstslide

Bijzin + hoofdzin (onderschikkend)
Omdat Evelien graag koekjes bakt, werkt zij bij de bakker.

  • In de bijzin kan iets tussen de PV en het onderwerp, zie je?

  • Ook staat de PV achteraan in de bijzin.

Slide 23 - Tekstslide

Samengevat
Hoofdzin:
Pv en ow naast elkaar
Pv staat vooraan

Bijzin:
Pv en ow niet naast elkaar
Pv staat achteraan.

Slide 24 - Tekstslide

Samengestelde zinnen:
Twee of meer hoofdzinnen:
  • Hoofdzin + hoofdzin

Hoofdzin + meerdere bijzinnen:
  • Hoofdzin + bijzin + bijzin (kan ook andere volgorde zijn).

Meerdere hoofdzinnen + meerdere bijzinnen
  • Hoofdzin + hoofdzin + bijzin (kan ook andere volgorde zijn).

Slide 25 - Tekstslide

Je bepaalt dit door
Te kijken of:

  • Er iets of niets tussen de pv of het onderwerp past.
  • De pv voor of achteraan in de zin staat. 

Slide 26 - Tekstslide

Kenmerken hoofdzin
Kenmerken bijzin
pv + ow staan naast elkaar 
pv + ow zijn gescheiden 
verbonden door onderschikkend voegwoord
zin begint met nevenschikkend voegwoord
zin kun je vaak wel zelfstandig gebruiken
zin kun je vaak niet zelfstandig gebruiken

Slide 27 - Sleepvraag

Oefenopdrachten

Slide 28 - Tekstslide

Skatend op het schoolplein kwam Henry ten val.
A
1x HZ
B
2x HZ
C
BZ + HZ
D
HZ + BZ

Slide 29 - Quizvraag

Wat heb je hier?

Hij mag altijd eerst, tenzij hij voetbaltraining heeft.

A
HZ + BZ
B
BZ + HZ

Slide 30 - Quizvraag

Wat heb je hier?

In het nieuwe restaurant stond de ober al op ons te wachten en hij begroette ons hartelijk.

A
HZ + BZ
B
BZ + HZ
C
HZ + HZ
D
BZ + BZ

Slide 31 - Quizvraag

Toen ze genoeg getraind had, liep ze de marathon.
Wat is de bijzin?
A
Toen ze genoeg getraind had.
B
liep ze de marathon

Slide 32 - Quizvraag

Ze vond dat ze een goede tijd had neergezet.
Wat is de bijzin?
A
Ze vond
B
Ze vond dat
C
dat ze een goede tijd had neergezet.

Slide 33 - Quizvraag

Lees de volgende zin. Het gedeelte tussen haakjes is een:

Als je dat nog een keer zegt, ( word ik boos ).
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 34 - Quizvraag

Enkelvoudig
Hoofdzin
Bijzin
Ik heb zin om koekjes te bakken
Ik ga naar ballet
want dat vind ik leuk
Ik doe de afwas
omdat ik het moet doen
Omdat ze 15 jaar getrouwd zijn
geven papa en mama een groot feest.
Ik heb zin in de pauze, dan kan ik lekker buitenspelen.

Slide 35 - Sleepvraag

Aan de slag!
Maak H5 Gram. Zinsdelen: opdr. 1 t/m 3.
Je mag dit samen doen, maar overleg zachtjes.
Werk uit het boek!

Klaar? 
Maak de extra opdracht (4) of lees uit je leesboek.
timer
20:00

Slide 36 - Tekstslide

Evaluatie

Slide 37 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een HZ en BZ?

Slide 38 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 39 - Open vraag

Huiswerk
Dinsdag 8 maart:
Bouwplan betoog af


Donderdag 10 maart:
H5 Gram. Zinsdelen: opdr. 1 t/m 3



Slide 40 - Tekstslide