Formuleren ON

Theorie: Formuleren
De volgende formuleerfouten moet je kennen:
verwijzen
als/dan
dubbele ontkenning
congruentiefout
losstaand zinsgedeelte


1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Theorie: Formuleren
De volgende formuleerfouten moet je kennen:
verwijzen
als/dan
dubbele ontkenning
congruentiefout
losstaand zinsgedeelte


Slide 1 - Tekstslide

Als Franca en Eric nog langer willen blijven moeten... dat zelf weten, maar ik ga nu toch echt naar huis.
A
hun
B
zij

Slide 2 - Quizvraag

Een roze koek vind ik lekker, maar deze/dit is bedorven
A
deze
B
dit

Slide 3 - Quizvraag

Jimmy's scooter, die/dat was gestolen, werd teruggevonden door de politie.
A
die
B
dat

Slide 4 - Quizvraag

  • De-woorden 
  • Verwijs met deze of die.
  • De deur.
  • Deze deur is op slot, maar die daar is wel open.
  • Het-woorden
  • Verwijs met dit of dat.
  • Het paard.
  • Het paard dat wild is, wordt naar de wei gebracht.

Slide 5 - Tekstslide

Een meisje die/dat bij mij in de klas zit, is verliefd op Luc.
A
die
B
dat

Slide 6 - Quizvraag

  • Zinnen
  • Verwijs met dat of wat.

  • Koen heeft mij uitgenodigd voor zijn verjaardag. Dat vind ik leuk.
  • Koen heeft mij uitgenodigd voor zijn verjaardag.
  • Wat ik leuk vind.

Slide 7 - Tekstslide

Het nieuwsbericht over de grote brand, die/dat op NU.nl stond, veroorzaakte veel onrust.
A
die
B
dat

Slide 8 - Quizvraag

  • Verwijzen naar een persoon.
  • wie in combinatie met een voorzetsel:

  • Dat is het meisje met wie ik bevriend ben.
  • Naar een dier of ding verwijs je met waarmee, waarvoor, waartegen enz.
  • Dat is het paard waarvoor ik bang ben. Dat is de deur waartegen ik gebotst ben.

Slide 9 - Tekstslide

Het grote klaslokaal is bezet, maar deze/dit hier is leeg.
A
deze
B
dit

Slide 10 - Quizvraag

Vul een passend verwijswoord in:
Morgen kiest het verenigingsbestuur ___ nieuwe voorzitter.

Slide 11 - Open vraag

Vul een passend verwijswoord in:
Deze mensen moeten aan de kant, want ____ staan in de weg.

Slide 12 - Open vraag

Vul een passend verwijswoord in:
De ouders gaven ___ mening over de lessen van de docent.

Slide 13 - Open vraag

Vul een passend verwijswoord in:
In de studiewijzer staat de stof ___ jullie moeten leren voor het volgende proefwerk.

Slide 14 - Open vraag

Vul een passend verwijswoord in:
Een roze koek vind ik lekker, maar ____ is bedorven.

Slide 15 - Open vraag

Het grote lokaal is bezet, maar ____ is leeg.
A
deze
B
dit

Slide 16 - Quizvraag

Een meisje____ bij mij in de klas zit is verliefd op Luc.
A
die
B
dat

Slide 17 - Quizvraag

Als Rik boos is, dan schreeuwt hij de longen uit ____ lijf.
A
zijn
B
haar

Slide 18 - Quizvraag

Jimmy's scooter, ____ gestolen was, werd teruggevonden door de politie.
A
die
B
dat

Slide 19 - Quizvraag

Onze auto is echt niet kleiner..... de wagen van de buurman.
A
als
B
dan

Slide 20 - Quizvraag

Dubbele ontkenning 
Een tweede ontkenning toevoegen in zinnen waarin al een ontkennend woord staat.
Allissa ontkent dat zij geen spiekbriefje heeft.

Slide 21 - Tekstslide

bedenk zelf een dubbele ontkenning

Slide 22 - Open vraag

Heeft deze zin een dubbele ontkenning:

Ik wil voorkomen dat ik morgen niet op tijd kom.
A
wel dubbele ontkenning
B
geen dubbele ontkenning

Slide 23 - Quizvraag

Heeft deze zin een dubbele ontkenning:
Ik ga morgen niet naar school.
A
Geen dubbele ontkenning
B
Wel dubbele ontkenning

Slide 24 - Quizvraag

Heeft deze zin een dubbele ontkenning:
Met deze grote paraplu voorkom je dat je niet nat wordt.
A
Geen dubbele ontkenning
B
Wel dubbele ontkenning

Slide 25 - Quizvraag

Congruentiefout 1 
Als het onderwerp meervoudig is, maar de persoonsvorm enkelvoudig en andersom
Voorbeeld:  Deze president vindt dat de media heel vaak leugens over hem verspreidt.
De jeugd in de grote steden als Amsterdam en Rotterdam hebben een schrijnend gebrek aan speelplaatsen.


Slide 26 - Tekstslide

Congruentiefout 2 
Als de persoonsvorm en het onderwerp te ver uit elkaar staan
- Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en elektriciteit de komende jaren alleen maar verder zullen toenemen.

Slide 27 - Tekstslide

Congruentiefout 3 
Als een meewerkend voorwerp ten onrechte voor onderwerp wordt gezien. 

- Mensen die belangstelling hebben voor de functie (mv) worden vriendelijk verzocht hun sollicitaties te richten aan het dagelijks bestuur 

Slide 28 - Tekstslide

Startvraag: Sleep het woord naar het vak waar je denkt dat het bij hoort.
enkelvoud
meervoud
media
aantal
iedereen
overheid
rijst
hersenen
soortgenoten

Slide 29 - Sleepvraag

medium
media
aantal
aantallen
iedereen
x
overheid
overheden
rijst
x
x
hersenen
soortgenoot
soortgenoten
enkelvoud
meervoud

Slide 30 - Tekstslide

Is deze zin correct?
In Nederland wordt softdrugs al heel lang gedoogd.
A
Goed
B
Fout

Slide 31 - Quizvraag

Leg uit wat er fout is.

In Nederland wordt softdrugs al heel lang gedoogd

Slide 32 - Open vraag

Een paar echte designerschoenen van een bekende ontwerper .......... op een veiling duizenden euro's op.
A
brengt
B
brengen

Slide 33 - Quizvraag

Ik las in de krant dat de Verenigde Staten het klimaatverdrag niet langer ...... steunen.
A
wil
B
willen

Slide 34 - Quizvraag

Losstaand zinsgedeelte 1 
Een bijzin staat los van de hoofdzin, dat mag niet.
Zet een komma of herformuleer de zin.
Voorbeeld: 
Ik ga naar buiten. Omdat de zon schijnt.
Ik ga naar buiten, omdat de zon schijnt.
Omdat de zon schijnt, ga ik naar buiten.

Slide 35 - Tekstslide

Losstaand zinsgedeelte 2 
Hoofdzinnen samenvoegen zonder voegwoord

 Veel studenten zijn niet blij met de verengelsing van de opleiding, ze zijn denken dat de kwaliteit van de colleges eronder lijdt, volgens hen beheersen de docenten het Engels onvoldoende, daardoor vinden die het niet prettig om in het Engels te leren.

Slide 36 - Tekstslide

Zinnen aan elkaar plakken
Zinnen mogen alleen aan elkaar worden geplakt als er een verbindingswoord is, zoals omdat en maar. Als een verbindingswoord ontbreekt moet er een punt staan na de eerste zin.

Slide 37 - Tekstslide

Tegenwoordig lijkt de aarde steeds meer op te warmen, daardoor smelten de ijskappen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

De supermarkt is erg ver weg. Daarom moeten we een heel stuk lopen, dat vind ik best wel vervelend.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Op de camping deden de jongens elke dag de boodschappen. Waarna de meisjes een eenvoudige doch voedzame maaltijd bereidden.
A
Losstaand zinsgedeelte
B
Zinnen aan elkaar plakken
C
Goede zin

Slide 40 - Quizvraag

In de zomervakantie wordt Terschelling overspoeld door toeristen, veel jongeren onder hen kamperen op campings als Cnossen en Appelhof.
A
Losstaand zinsgedeelte
B
Zinnen aan elkaar plakken
C
Goede zin

Slide 41 - Quizvraag

Hij praat heel veel, maar liegt ook vaak.
A
Losstaand zinsgedeelte
B
Zinnen aan elkaar plakken
C
Goede zin

Slide 42 - Quizvraag