Kennis opfrissen H4 Vervoer

Wat zijn
substitutiegoederen?
1 / 10
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat zijn
substitutiegoederen?

Slide 1 - Woordweb

Wat zijn
complementaire
goederen?

Slide 2 - Woordweb

Het consumentensurplus van consumenten die een bepaald product willen kopen is...
A
het verschil tussen de betalingsbereidheid van een consument en de prijs
B
de totale winst van alle verkopers van het product
C
het verschil tussen de marktprijs en de betalingsbereidheid van alle kopers bij elkaar opgeteld
D
de evenwichtsprijs die alle consumenten in de markt willen betalen

Slide 3 - Quizvraag

De vraaglijn is meestal stijgend/dalend
omdat bij een prijsstijging meer/minder
producten
worden gekocht.
Kies de juiste woorden.

Slide 4 - Woordweb

Door welke van de volgende veranderingen verschuift de vraaglijn van Coca-Cola niet?
A
Het inkomen van de consumenten stijgt
B
De prijs van Pepsi-Cola daalt
C
De prijs van Coca-Cola stijgt
D
De behoefte aan cola daalt

Slide 5 - Quizvraag

Als het aantal kopers van wasmachines toeneemt, verschuift de vraaglijn van wasmachines...
A
...naar rechts
B
...naar links
C
...niet

Slide 6 - Quizvraag

De vraaglijn is door een bepaalde gebeurtenis naar links verschoven. De verschuiving kan veroorzaakt zijn door...
A
...een stijging van de prijs van het goed
B
...een daling van het gezinsinkomen
C
...een daling van de grondstofprijzen
D
...een verlaging van de inkomstenbelasting

Slide 7 - Quizvraag

Het producentensurplus van één producent is...
A
...de prijs die de producent ontvangt voor het product
B
...de waarde van alle producten die hij kan verkopen
C
...de prijs die aan de producent wordt betaald min de prijs die hij minimaal wil ontvangen
D
...de waarde van de opofferingskosten van de producent

Slide 8 - Quizvraag

Als er op een markt de evenwichtsprijs tot stand komt,
A
...is het consumentensurplus groter dan het producentensurplus
B
...is het consumentensurplus kleiner dan het producentensurplus
C
...zijn het consumentensurplus en het producentensurplus even groot
D
...is het totale surplus maximaal

Slide 9 - Quizvraag

De aanbodlijn is door een bepaalde gebeurtenis naar rechts verschoven. De verschuiving kan komen door...
A
...de komst van nieuwe aanbieders op de markt
B
...het faillissement van een aantal aanbieders
C
...een stijging van de olieprijs waardoor het product duurder wordt
D
...een stijging van de loonkosten die wordt doorberekend in de prijs

Slide 10 - Quizvraag