Het stollen van het bloed wordt gestart door de....
A
witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
Slide 3 - Quizvraag
Bij bloedarmoede kan het bloed onvoldoende zuurstof vervoeren door... (Let op kies het foute antwoord !!!)
A
Een gebrek aan bloedplasma
B
Een gebrek aan rode bloedcellen
C
Een gebrek aan hemoglobine
D
Vervormde rode bloedcellen
Slide 4 - Quizvraag
Bij het stollen van bloed verandert...
A
hemoglobine in hemoglobineen
B
fibrine in fibrinogeen
C
fibrinogeen in fibrine
D
hemoglobine in hemoglobine
Slide 5 - Quizvraag
In/op de celmembranen van bacteriën en de eiwitmantels van virussen zitten...
A
antistoffen
B
antigenen
C
ziek makers
D
sera
Slide 6 - Quizvraag
Iemand heeft bloedgroep AB. Deze persoon kan donor zijn voor mensen met de bloedgroepen...
A
A
B
B
C
AB
D
0
Slide 7 - Quizvraag
Iemand heeft bloedgroep AB. Deze persoon kan ontvanger zijn van het bloed van mensen met de bloedgroep...
A
A
B
B
C
AB
D
O
Slide 8 - Quizvraag
Leerdoelen deel 1
Je kunt op afbeeldingen de onderdelen van het hart en de bloedvaten er direct omheen aanwijzen, benoemen en uitleggen hoe ze werken en waarvoor ze dienen.
Je kunt uitleggen hoe het ritme van het pompen van het hart bestuurd wordt en in welke volgorde de onderdelen van het hart daarbij betrokken zijn.
Je kunt uitleggen waarom het hart kransslagaders en kransaders heeft.
Je kunt uitleggen hoe het komt dat het hart in de rechterhelft zuurstofarm en in de linkerhelft zuurstofrijk bloed bevat.
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen deel 2
Je kunt de bloeddruk en hartslag van iemand meten en uitleggen wat de gemeten waarden betekenen.
Extra: Je kunt uitleggen wat er tijdens de verschillende onderdelen van een ECG met het hart gebeurt.
Prakticum : Je kunt natuurgetrouwe tekeningen maken van een dierenhart of het model van een mensenhart en daarin aangeven hoe de onderdelen van het hart heten.
Slide 10 - Tekstslide
Welke onderdelen van het hart ken je?
Slide 11 - Woordweb
De bloedsomloop
Dubbele bloedomloop
- Kleine bloedsomloop >> Longen
- Grote bloedsomloop >> Lichaam
Slide 12 - Tekstslide
bovenste holle ader
1
onderste holle ader
2
longslagader
4
aorta
3
rechterboezem
5
linkerkamer
6
longader
7
Slide 13 - Tekstslide
Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechter-
boezem
Rechter-kamer
Linker-
boezem
Linker-kamer
Slide 14 - Sleepvraag
www.bioplek.org
Slide 15 - Link
Zuurstofarmbloed
Zuurstofrijkbloed
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta
Kransslagader
Kransader
Slide 16 - Sleepvraag
Welke kamer heeft de meest gespierde wand en waarom ?
A
De rechterkamer, want die pompt het bloed naar de longen.
B
De linkerkamer, want die pompt het bloed naar de longen.
C
De rechterkamer, want die pompt het bloed naar het hele lichaam.
D
De linkerkamer, want die pompt het bloed naar het hele lichaam.
Slide 17 - Quizvraag
Hartkleppen en halve maanvormige kleppen
Slide 18 - Tekstslide
Wat is bloeddruk?
Bloedruk bestaat uit 2 waarden:
- bovendruk (als de kamers samentrekken)
- onderdruk (tijdens de hartpauze)
Bloeddruk wordt uitgedrukt in millimeter kwikdruk.
Een gezonde bloeddruk voor een puber is 110/70
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Evaluatie Leerdoelen deel 1
Je kunt op afbeeldingen de onderdelen van het hart en de bloedvaten er direct omheen aanwijzen, benoemen en uitleggen hoe ze werken en waarvoor ze dienen.
Je kunt uitleggen hoe het ritme van het pompen van het hart bestuurd wordt en in welke volgorde de onderdelen van het hart daarbij betrokken zijn.
Je kunt uitleggen waarom het hart kransslagaders en kransaders heeft.
Je kunt uitleggen hoe het komt dat het hart in de rechterhelft zuurstofarm en in de linkerhelft zuurstofrijk bloed bevat.
Slide 21 - Tekstslide
Evaluatie Leerdoelen deel 2
Je kunt de bloeddruk en hartslag van iemand meten en uitleggen wat de gemeten waarden betekenen.
Extra: Je kunt uitleggen wat er tijdens de verschillende onderdelen van een ECG met het hart gebeurt.
Prakticum : Je kunt natuurgetrouwe tekeningen maken van een dierenhart of het model van een mensenhart en daarin aangeven hoe de onderdelen van het hart heten.