BS 3.3 Het hart

Thema 3

BS 3
Het Hart
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 3

BS 3
Het Hart

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen:
  • Voorkennis activeren dmv LessonUp vragen H1 (15 min)
  • Uitleg BS 3Het Hart, incl. hart snij instructiefilmpje (30 min)
  • Herhaling geleerde stof

Slide 3 - Tekstslide

Het stollen van het bloed wordt gestart door de....
A
witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes

Slide 4 - Quizvraag

Bij bloedarmoede kan het bloed onvoldoende zuurstof vervoeren door...
(Let op kies het foute antwoord !!!)
A
Een gebrek aan bloedplasma
B
Een gebrek aan rode bloedcellen
C
Een gebrek aan hemoglobine
D
Vervormde rode bloedcellen

Slide 5 - Quizvraag

Bij het stollen van bloed verandert...
A
hemoglobine in hemoglobineen
B
fibrine in fibrinogeen
C
fibrinogeen in fibrine
D
hemoglobine in hemoglobine

Slide 6 - Quizvraag

In/op de celmembranen van bacteriën en de eiwitmantels van virussen zitten...
A
antistoffen
B
antigenen
C
ziek makers
D
sera

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen deel 1
  • Je kunt op afbeeldingen de onderdelen van het hart en de bloedvaten er direct omheen aanwijzen, benoemen en uitleggen hoe ze werken en waarvoor ze dienen.
  • Je kunt uitleggen hoe het ritme van het pompen van het hart bestuurd wordt en in welke volgorde de onderdelen van het hart daarbij betrokken zijn.
  • Je kunt uitleggen waarom het hart kransslagaders en kransaders heeft.
  • Je kunt uitleggen hoe het komt dat het hart in de rechterhelft zuurstofarm en in de linkerhelft zuurstofrijk bloed bevat.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen deel 2
  • Je kunt de bloeddruk en hartslag van iemand meten en uitleggen wat de gemeten waarden betekenen.

Slide 9 - Tekstslide

De bloedsomloop

Dubbele bloedomloop

- Kleine bloedsomloop >> Longen
- Grote bloedsomloop >> Lichaam

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

bovenste holle ader
1
onderste holle ader
2
longslagader
4
aorta
3
rechterboezem
5
linkerkamer
6
longader
7

Slide 13 - Tekstslide

Binnenkant hart
  • Twee boezems
  • Twee kamers
  • Hartkleppen
  • Slagaderkleppen/halvemaanvormige kleppen

Stroomrichting
  1. Onderste/bovenste holle ader
  2. Rechter boezem
  3. Rechterkamer
  4. Longslagader
  5. Longen
  6. Longader
  7. Linkerboezem
  8. Linkerkamer
  9. Aorta --> lichaam

Slide 14 - Tekstslide

Hartkleppen en halve maanvormige kleppen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Hartslag
Een hartslag bestaat uit 3 fases:
  1. Boezems trekken samen: bloed stroomt naar kamers. Kamers zijn ontspannen.
  2. Kamers trekken samen: bloed stroomt aorta en longslagader in. Boezems zijn ontspannen, hartkleppen dicht.
  3. Hartpauze: spieren trekken niet samen --> bloed stroomt het hart in. Hartkleppen open, halvemaanvormige kleppen dicht.

Gemiddeld 60-90 keer per minuut

Slide 17 - Tekstslide

Wat is bloeddruk?
Bloedruk bestaat uit 2 waarden:
- bovendruk (als de kamers samentrekken)
- onderdruk (tijdens de hartpauze)

Bloeddruk wordt uitgedrukt in millimeter kwikdruk.

Een gezonde bloeddruk voor een puber is 110/70

Slide 18 - Tekstslide

Zuurstofarmbloed
Zuurstofrijkbloed
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta
Kransslagader
Kransader

Slide 19 - Sleepvraag

Welke kamer heeft de meest gespierde wand en waarom ?
A
De rechterkamer, want die pompt het bloed naar de longen.
B
De linkerkamer, want die pompt het bloed naar de longen.
C
De rechterkamer, want die pompt het bloed naar het hele lichaam.
D
De linkerkamer, want die pompt het bloed naar het hele lichaam.

Slide 20 - Quizvraag

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten.

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
Bovenste holle ader
Aorta
Longslagader
Longader

Slide 21 - Sleepvraag

1) Zuurstofarm bloed stroomt het hart binnen via de ................................

2) De holle aders & kransaders monden uit in de ....................................


3) De rechterkamer pompt het bloed in de ................................

In de longen wordt het bloed zuurstofrijk.
4) Dit bloed stroomt via de ...................................... terug naar het hart.

5) De longaders monden uit in de ...............................

Holle aders
rechter 
boezem
longslagaders
longaders
linker
boezem

Slide 22 - Sleepvraag

Dankzij halvemaanvormige kleppen, stroomt bloed niet terug in de:
A
Boezems
B
Kamers
C
Holle aders
D
Longader

Slide 23 - Quizvraag

De juiste volgorde van de hartslag is:
A
boezems-hartpauze-kamers
B
kamers-hartpauze-boezems
C
boezems-kamers-hartpauze
D
kamers-boezems-hartpauze

Slide 24 - Quizvraag

Het hart krijgt zelf zuurstofrijkbloed dankzij de:
A
Longader
B
Kransslagader
C
Kransader
D
Aorta

Slide 25 - Quizvraag

Tijdens welke fase zitten de hartkleppen dicht?
A
Samentrekken boezems
B
Samentrekken kamers
C
Hartpauze
D
Samentrekken kamers en hartpauze

Slide 26 - Quizvraag

HW
2H: 10 t/m 16
3V: 9 t/m 12

Slide 27 - Tekstslide