1. Debatteren - Wat is het?

Wat is het verschil met Debatteren
en Dialoogvoeren, waar denk je aan?
1 / 11
volgende
Slide 1: Woordweb
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is het verschil met Debatteren
en Dialoogvoeren, waar denk je aan?

Slide 1 - Woordweb

Dialoog
Een dialoog is geen debat, discussie over meningsverschillen, stellingen of standpunten. Naar elkaar luisteren en het delen van ervaringen, dromen en mogelijkheden staat voorop. Je overtuigt de ander niet vanuit een eigen standpunt, maar luistert aandachtig naar elkaars ervaringen en probeert te begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Debatteren

Slide 3 - Tekstslide

Debatteren
  • Bij debatteren ben je voor of tegen een stelling.
  • Bij het einddebat wisselen we halverwege van positie.
  • Cijfer: 1. voorbereiding, 2. het debat, 3. evaluatie en 4. observatie.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbereiding
1. Bedenk zoveel mogelijk argumenten bij de stelling.
2. Geef bij elk argument een uitleg.
3. Geef bij elk argument een voorbeeld.

-> Het inleveren van de voorbereiding telt mee voor je cijfer.
Deze voorbereiding doe je samen met je groep!

Hier gaan we volgende week mee beginnen en afronden!

Slide 5 - Tekstslide

We gaan werken met de AUB-methode. Waar denk je dat letters bij het debatteren voor staan?
A
AlstUBlieft
B
Argument, Uitleg, Bijvoorbeeld
C
Argument, Uitrusting, Bedankt
D
Antwoord, Uitleg, Bedankt

Slide 6 - Quizvraag

Het debat
1. De posities wisselen in het debat
2. Je staat er samen met je team
3. De beoordeling is individueel
Stel je voor, je start VOOR de stelling, dan wissel je halverwege naar TEGEN de stelling. En andersom.

Slide 7 - Tekstslide

De evaluatie
1. Een kort verslag over hoe je het debat vond gaan.
2. Wat ging er goed? Wat kon er beter?
3. Dit gaat over jezelf en de samenwerking met je team.

Slide 8 - Tekstslide

De osbervatie
1. Je observeert een debat van een ander team.
2. Wat gaat er goed in dat team? Wat kan er beter?
3. Wie doet het heel goed in dat team? Wat maakt het dat diegene het zo goed doet?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Wat gaan we doen?
Dialoog of Debat

Slide 11 - Tekstslide