2KM WT H3 Les 7 (online)

Welkom!

Fijn dat het gelukt is met inloggen.


Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

  • lesboek H3 taalverzorging blz. 84
  • schrift
  • pen
  • leesboek
We starten als de timer op 0:00 staat. 

timer
2:00
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Fijn dat het gelukt is met inloggen.


Zorg dat je de volgende spullen voor je hebt:

  • lesboek H3 taalverzorging blz. 84
  • schrift
  • pen
  • leesboek
We starten als de timer op 0:00 staat. 

timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen 
  • Uitleg: veel gemaakte fout
  • Zelfstandig werken
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan voltooid deelwoorden goed spellen.
  • Ik kan de moeilijke woorden uit de paragraaf goed spellen. 

Slide 3 - Tekstslide

Mededelingen
Wat moet ik weten?
Laat dit weten via de chatfunctie!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Werken met LessonUp
  • Eerst gezamenlijke uitleg.
  • Dan ga je zelfstandig aan de slag. Ik deel een link van de les in de chat. Zo kun je de les zelfstandig doorlopen en de vragen in LessonUp beantwoorden.
  • Gebruik je eigen naam in LessonUp! 
  • Ik kan zo bijhouden hoe jullie ervoor staan en of je alles gemaakt hebt.
  • Heb je een vraag? Stel die dan in de chat.
  • Ben je klaar? Dan ga je lezen je in leesboek.
  • Je houdt je camera aan!
  • Ik geef een seintje wanneer we samen de les nog even gaan afsluiten. Je mag de les dus niet eerder verlaten! 

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
 Naast de persoonsvorm kunnen er nog meer werkwoorden in de zin staan, bijvoorbeeld een voltooid deelwoord (vd). Als er een voltooid deelwoord in een zin staat, is de pv een vorm van zijn, hebben of worden.

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
 Bijvoorbeeld:
- Sara heeft een filmpje gemaakt.
- Mike en Luuk waren op het dak geklommen.
- De kantine wordt opgeruimd.

Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Zo schrijf je het voltooid deelwoord

- Eindigt het voltooid deelwoord op een -t of een -d? Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: Het heeft 7 euro gekos... Je hoort gekoste, dus je schrijft gekost.

- Eindigt het voltooid deelwoord op een -n? Schrijf het zo kort mogelijk: geklommen, gegeten, uitgevonden, gezien, gegaan.

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken - in stilte

1. Schrijf de aantekeningen in je schrift. 

2. Maak opdracht 4, 5 en 7 in LessonUp.

De theorie lees je op bladzijde 84 of op de vorige slides.

De antwoorden lever je in via LessonUp. 

3. Lees je boek of werk in Numo.

4. Op de afgesproken tijd zit je klaar om gezamenlijk verder gaan. 






Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 4 blz. 85

Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

Slide 11 - Tekstslide

4.1 Maak met elk werkwoord twee zinnen van minstens zeven woorden. Gebruik in de eerste zin het werkwoord als persoonsvorm en in de tweede zin als voltooid deelwoord.

Afhalen

Slide 12 - Open vraag

4.2 Maak met elk werkwoord twee zinnen van minstens zeven woorden. Gebruik in de eerste zin het werkwoord als persoonsvorm en in de tweede zin als voltooid deelwoord.

Blijven

Slide 13 - Open vraag

4.3 Maak met elk werkwoord twee zinnen van minstens zeven woorden. Gebruik in de eerste zin het werkwoord als persoonsvorm en in de tweede zin als voltooid deelwoord.

Gebeuren

Slide 14 - Open vraag

4.4 Maak met elk werkwoord twee zinnen van minstens zeven woorden. Gebruik in de eerste zin het werkwoord als persoonsvorm en in de tweede zin als voltooid deelwoord.

Kopen

Slide 15 - Open vraag

4.5 Maak met elk werkwoord twee zinnen van minstens zeven woorden. Gebruik in de eerste zin het werkwoord als persoonsvorm en in de tweede zin als voltooid deelwoord.

Stoppen

Slide 16 - Open vraag

Opdracht 5 blz. 85

Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  

Veel succes!

Slide 17 - Tekstslide

5.1 Vul eerst in welke vorm van het werkwoord je moet gebruiken: pv of vd. Vul dan de juiste vorm van het werkwoord in.
Voorbeeld: Nancy (zetten) gisteravond haar wekker op zeven uur.
pv - zette

Gisteren (brengen) Herman zijn fiets naar de fietsenmaker.

Slide 18 - Open vraag

5.2 Vul eerst in welke vorm van het werkwoord je moet gebruiken: pv of vd. Vul dan de juiste vorm van het werkwoord in.
Voorbeeld: Nancy (zetten) gisteravond haar wekker op zeven uur.
pv - zette

Voor mijn verjaardag heeft mijn vader een tafel (reserveren) bij 'Breed'.

Slide 19 - Open vraag

5.3 Vul eerst in welke vorm van het werkwoord je moet gebruiken: pv of vd. Vul dan de juiste vorm van het werkwoord in.
Voorbeeld: Nancy (zetten) gisteravond haar wekker op zeven uur.
pv - zette

Mijn buurmeisje is door haar bed (zakken).

Slide 20 - Open vraag

5.4 Vul eerst in welke vorm van het werkwoord je moet gebruiken: pv of vd. Vul dan de juiste vorm van het werkwoord in.
Voorbeeld: Nancy (zetten) gisteravond haar wekker op zeven uur.
pv - zette

Wie (bepalen) eigenlijk hoe bankbiljetten eruitzien?

Slide 21 - Open vraag

5.5 Vul eerst in welke vorm van het werkwoord je moet gebruiken: pv of vd. Vul dan de juiste vorm van het werkwoord in.
Voorbeeld: Nancy (zetten) gisteravond haar wekker op zeven uur.
pv - zette

Bij de diploma-uitreiking heeft de directeur ons (toespreken).

Slide 22 - Open vraag

5.6 Vul eerst in welke vorm van het werkwoord je moet gebruiken: pv of vd. Vul dan de juiste vorm van het werkwoord in.
Voorbeeld: Nancy (zetten) gisteravond haar wekker op zeven uur.
pv - zette

Marleen (bestellen) straks via internet drie taco's en een burrito.

Slide 23 - Open vraag

Opdracht 7 blz. 84
Geef bij de volgende opdrachten antwoord op de vragen.  Deze gaan over moeilijke Franse woorden. 

Veel succes!

Slide 24 - Tekstslide

7.1 Neem de woorden met de puntjes over en vul in: eau, ou, oi of gnon.

Bij het g...rmetten maakte ik shoarmavlees met champi...s.

Slide 25 - Open vraag

7.2 Neem de woorden met de puntjes over en vul in: eau, ou, oi of gnon.

In de c...pé at ik rustig mijn cr...ssantje en dronk ik mijn thee.

Slide 26 - Open vraag

7.3 Neem de woorden met de puntjes over en vul in: eau, ou, oi of gnon.

Op het bur... van de j...rnalist lag een stapel kranten.

Slide 27 - Open vraag

7.4 Neem de woorden met de puntjes over en vul in: eau, ou, oi of gnon.

Bij de d...ne op Schiphol worden alle passagiers gef...illeerd.

Slide 28 - Open vraag

7.5 Neem de woorden met de puntjes over en vul in: eau, ou, oi of gnon.

Op het t...let stonden de s...venirs uit Spanje.

Slide 29 - Open vraag

7.6 Neem de woorden met de puntjes over en vul in: eau, ou, oi of gnon.

Het cad... ging ret...r naar de elektronicawinkel.

Slide 30 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 31 - Woordweb

Wat ging deze les goed?

Slide 32 - Open vraag

Heb je de les goed kunnen volgen?
A
Ja, het ging heel goed.
B
Ja, het ging wel.
C
Niet zo goed.
D
Het ging echt niet goed.

Slide 33 - Quizvraag

Welke vragen en/of tips heb je voor je docent?

Slide 34 - Open vraag

Klaar? Super!
  • Ga lezen in je leesboek of doorwerken in Numo! 
  • Vragen kun je via de chat of later via de mail (ldk@kalsbeek.nl) stellen.
  • We komen zo nog even samen, blijf dus online en houdt je camera aan. 

Slide 35 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik kan voltooide deelwoorden goed spellen.
  • Ik kan de moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen.

Slide 36 - Tekstslide

Huiswerk
Leren:

Theorie blz. 84
Maken:
Aantekeningen
Je hebt opdracht 4, 5 en 7 via LessonUp gemaakt. 
Iedere dag minstens 10 minuten lezen!

Slide 37 - Tekstslide

Bedankt voor het bijwonen 
van de les!





Je mag nu de les verlaten. 

Slide 38 - Tekstslide