BOL 1.1.4 Methodisch werken en gegevens verzamelen Deltion

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leermiddelen
Elearning: mboleren.nl
Boek: methodisch werken en kwaliteitsverbetering in de zorg

Hst. 1: Methodisch werken
Hst. 2: Classificatiesystemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak je eigen Bingokaart
  • Vul de bingokaart met termen uit het verpleegkundige proces die je nog weet uit het eerste jaar en vorige periode.
  • Tijdens de les mag je een woord afstrepen als die in de les voorkomt.
  • Wie heeft als eerste BINGO?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

We richten ons op leer 1 tm 3
Inleiding
Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. 

Slide 5 - Tekstslide

In deze presentatie leer je wat methodisch werken is, zodat je de zorg kunt afstemmen op de behoeften en mogelijkheden van de zorgvrager.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch werken houdt in:
  • Werken op een doordachte manier.
  • Professionals hebben een duidelijk doel.
  • Bewustwording van handelen 
  • Werken in een logische volgorde, richting een resultaat. 

Slide 7 - Tekstslide

Methodisch werken houdt in dat er wordt gewerkt op een doordachte manier. 
Zorgprofessionals moeten een duidelijk doel hebben, dat in overleg met de zorgvrager vastgesteld is. 
Vervolgens moet je als zorgprofessional eerst nadenken over de manier waarop je dit doel het beste kunt bereiken, voordat je ernaar kunt handelen. 
Je bent je dus steeds bewust van wat je doet en waarom. 

Door in een logische volgorde te werken, werk je stap voor stap toe naar het resultaat. 

De verschillende stappen van methodisch werken zijn aaneengeschakeld.
Methodisch werken draagt bij aan het voorkomen van onnodige handelingen
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door methodisch te werken blijven kosten laag terwijl de kwaliteit van zorg hoog is.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodische cyclus 

Slide 11 - Tekstslide

Methodisch werken verloopt altijd volgens een cyclus, de methodische cyclus. 

De basis: opstellen, uitvoeren en monitoren van een zorgplan.  

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste stap in het verpleegkundig proces naar de juiste plaats 
timer
1:30
Verpleegkundige 
diagnose stellen 
Evalueren van verpleegkundige zorg
Verpleegkundige interventies kiezen 
Uitvoeren van verpleegkundige zorg 
Gegevens verzamelen
Verpleegdoelen formuleren 

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zorgproces

Slide 14 - Tekstslide

Methodisch handelen in de zorg verloopt dus volgens een aantal stappen. 
De verschillende stappen van het zorgproces vormen de basis, waarmee je volgens een vaste werkwijze kunt handelen. 
Deze stappen zullen in de loop van dit blok uitgewerkt worden. 


Hoe noem je het eerste gesprek als verpleegkundige waarin je informatie verzamelt?
A
startgesprek
B
anamnese
C
kennismakingsgesprek
D
intake

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

  • Totaalbeeld zorgvrager krijgen: niet alleen info over lichamelijke klachten en beperkingen. Ook sociaal en psychisch zijn belangrijk.
  • Verschillende bronnen gebruiken: zorgvrager zelf, familie, andere zorgprofessionals zoals bijv. huisarts of andere verwijzer
  • Anamnese: gesprek met zorgvrager waarin voorgeschiedenis en relevante omstandigheden tot de aandoening ter sprake komen
  • Observatie: kan aanvullende inzichten geven.

Slide 18 - Tekstslide

  • Behoeften: datgene wat de zorgvrager nodig heeft om zich fijn te voelen of om beter te functioneren.
Problemen: problemen in verschillende domeinen van het leven van de zorgvrager. Bijv. hulp bij huishoudelijke taken, vervoer, ondersteuning bij sociale aspecten van het leven.
  • Wensen  heeft de zorgvrager speciale wensen omtrent zijn zorg? (culturele wensen, persoonlijke wensen, wensen omtrent voeding/zorg/benadering etc.

Slide 19 - Tekstslide

Wanneer een duidelijk beeld van de behoeften en problemen duidelijk is, kunnen doelen worden vastgesteld. Let daarbij op de volgende punten:
  • Wat wil de zorgvrager en welke mogelijkheden heeft hij
  • Welke financiële mogelijkheden en indicaties zijn er
  • Wat is de expertise van de zorgprofessional
  • Korten en lange termijndoelen in overleg met zorgvrager.

    Definitie van doel is: een specifieke omschrijving van de gewenste uitkomst van de situatie of verandering in het gedrag van de zorgvrager.

    Bijvoorbeeld: elke dag één keer  onder de mensen komen. 3 keer per week naar de beweeg'club'.  

Slide 20 - Tekstslide

Aan de hand van de doelen bepaal je samen met de zorgvrager welke handelingen kunnen bijdragen aan deze doelen. Hier baseer je een planning op waarin je de verschillende activiteiten en handelingen beschrijft en aangeeft wanneer ze zullen plaatsvinden.

Slide 21 - Tekstslide

Zorgprofessional geeft ondersteuning die is afgesproken in zorgplan. 

  • Observatie is belangrijk : eigen handelen en reactie van zorgvrager op geleverde zorg. .
  • Activiteiten die zijn uitgevoerd beschrijf je in zorgplan (rapportage).

Voorbeelden van rapportage:
  • afwijkingen van het plan,
  • observaties en signalen: verandering in gedrag of beweging
  • Pijn, bijwerkingen van medicatie
  • Verandering in de situatie van de zorgvrager
  • Voortgang (verloop zorgproces/resultaat van behandeling.

Slide 22 - Tekstslide

Hoe vaak geëvalueerd wordt hangt af van afspraken en situatie van zorgvrager. 
Bij formele evaluatie ga je na of doelen zijn bereikt. 
Mocht situatie zijn veranderd ga je 6 stappen weer doorlopen. 

Tussendoor kunnen ook veranderingen optreden. Mocht je dit merken, overleg of veranderingen in het plan nodig zijn, voer dit door in het zorgplan. 

Bijvoorbeeld: nieuwe diabetespatiënt (type 2 bijv.) moet leren insuline spuiten. Doel behaald? Aanpassen in zorgplan.

classificatiesystemen
Omaha
Gordon

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht / zelfstudie
Maak de Elearning.
(in de klas of thuis)
 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies