Les 1 De vitale functies

STAM/ VAFAT
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

STAM/ VAFAT

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Check-in
  • Mededeling; Titerbepaling 16 mei om 10.15u, formulier matching bpv. 
  • BPV/ PEP
  • Spiegelgesprekken; zie planning/ voorbereidingsformulier!
  • Start VAFAT

Slide 2 - Tekstslide

Check in
Hoe gaat het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

De vitale functies
Zorgpad :
MBO (KD2020) VP niv 4, Collectie: Zorg algemeen 4 VP, Thema: Verpleegkundige zorg
Leerpad 10 Vitale functies
10.1 t/m 10.6


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
• De student kan in eigen woorden uitleggen wat de kleine- & grote circulatie is
• De student kan de ligging, bouw en werking van het hart benoemen
• De student heeft kennis van de bloedvaten, functie en bloedvoorziening van het hart
• De student heeft kennis van de ligging, bouw en functie van (slag)aderen, haarvaten en
bijzondere vaatsystemen
• De student heeft kennis van vitale functies en weet technologische hulpmiddelen in te
zetten om bloeddruk te meten en hoe bloeddruk te reguleren
• De student heeft kennis van de lichaamstemperatuur en weet deze te beïnvloeden
door warmte en koude technieken toe te passen en weet de juiste technologische
hulpmiddelen hierbij te gebruiken
• De student kan gebruikersproblemen bij de technologische hulpmiddelen oplossen
• De student kan zowel BLS (Basic Life Support) toedienen als AED
(Automatische Externe Defibrillator) toepassen bij volwassenen en kinderen om het
hartritme te herstellen 

Slide 5 - Tekstslide

Eindopdracht
Korte uitleg. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de vitale functies?

Slide 7 - Open vraag

Vitale functies:

Bloeddruk
Hartslag
ademhaling
lichaamstemperatuur
Bewustzijn

Beoordelen door:
Feitelijk
Kijken
Luisteren
Voelen

Slide 8 - Tekstslide

Bloeddruk

Slide 9 - Tekstslide

Weten jullie zelf welke
RR jullie ongeveer hebben?

Slide 10 - Woordweb

Diastole (Onderdruk)
Systole (Bovendruk)

Slide 11 - Tekstslide

Systole 
Systole is bovendruk- hoogst meetbare
arteriële bloeddruk
Linkerkamer hart trekt samen
Druk in de linker ventrikel wordt groter
dan in de aorta
Aortaklep gaat open
Bloed stroomt het arteriële vaatbed in 

Slide 12 - Tekstslide

Diastole
Diastole is onderdruk- laagst
meetbare arteriële bloeddruk
Aortaklep is gesloten
Linkerkamer ontspant zich en kan weer
volstromen met bloed
Je meet de minimale druk op de
slagaderwand

Slide 13 - Tekstslide

Nu je de theorie hebt aangehoord.
Welke factoren kunnen
de bloeddruk beïnvloeden?

Slide 14 - Woordweb

Bloeddruk kan beïnvloed worden door:
Emoties en stress
Leeftijd
Geslacht
Medicatie
Gebruik van maaltijden
Lichamelijke inspanning
Lichaamsgewicht

Slide 15 - Tekstslide

Zoek eens op,
welke verschijnselen heb je
bij een te hoge bloeddruk?

Slide 16 - Woordweb

Verschijnselen bij een te hoge bloeddruk
Vermoeidheid, Hoofdpijn
Stoornis van gezichtsvermogen
Neusbloeding
Zwaar samentrekkend gevoel op borst
Kortademigheid bij inspanning
Hersenbloeding
Nachtelijke benauwdheid

Slide 17 - Tekstslide

Verschijnselen bij een te lage bloeddruk

Flauwtes
Vermoeidheid
Duizeligheid door beweging
Hartkloppingen
Shock

Slide 18 - Tekstslide

Hartslag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Waar let je op?
De frequentie
De vulling
De regelmaat
De spanning

Slide 21 - Tekstslide

Afwijkingen
Tachycardie= een hartfrequentie boven de 100 slagen per min
Oorzaken: stress, koffie, uitdroging
Bradycardie= een hartfrequentie onder de 60 slagen per min
Oorzaken: geneesmiddelen, drugs,hartproblemen
Aritmie= onregelmatige hartslag
Oorzaken: hartritmestoornissen

Slide 22 - Tekstslide

Ademhaling (respiratie)

Slide 23 - Tekstslide

Respiratie definitie;
fysisch en chemisch proces 
waardoor de cellen
en het weefsel zuurstof 
ontvangen en
koolzuur afgeven

Slide 24 - Tekstslide

Ademhaling
De ademhaling bestaat uit een in- en  
uitademing. Tijdens de inademing zet de
borstkas uit, zodat de lucht kan worden
opgenomen. Tijdens de uitademing wordt
de ruimte in de borstkas weer kleiner
waardoor de lucht eruit kan.

Slide 25 - Tekstslide

Beoordelen van de ademhaling
Ademhalingsfrequentie en patroon
Kleur van de huid
Gebruik van hulpademhalingsspieren en buikademhalingsspieren
Ademgeruis 
Eventueel saturatie meten

Slide 26 - Tekstslide

De saturatie

Slide 27 - Tekstslide

Heb je weleens een saturatiemeter gezien of gebruikt?
JA
NEE

Slide 28 - Poll

2 manieren van saturatie meten



100 % is prima
<95 % is hypoxaemie
1) arteriële bloedgasanalyse: deze methode vereist een arteriële bloedafname, de benodigde analyse apparatuur

2) de transcutane (door de huid en nagelbed) meting met een saturatiemeter: deze methode is heel eenvoudig


Slide 29 - Tekstslide

Temperatuur

Slide 30 - Tekstslide

Wat is een normale temperatuur
voor een menselijk lichaam?

Slide 31 - Woordweb

Temperatuur waarden 

Normaal: 36.5-37.5
Te koud: <36.5
Onderkoeling: <35.0
Verhoging: 37.5-38.0
Koorts: >38.0
Hyperthermie: > 41.0
Te koud:
verhoging spierspanning
(willekeurige spieren krijgen onwillekeurige bewegingen)
Rillen, klappertanden

Te warm
Dilatatie
Zweten

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk les 2
Voorbereiding; ligging & bouw van het hart, VTH vitale functies.

Slide 33 - Tekstslide