2.2 Rivieren van ijs

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

2.2 Rivieren van ijs

Je leert

1.  hoe een gletsjer bijdraagt aan de afbraak en de opbouw van het landschap

2. wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn

3. hoe de waterval van Schaffhausen is ontstaan

Kijkopdracht: Gletsjerbingo

We gaan naar een nieuwe rap van Graaf Geo over gletsjers kijken:

1. Noteer vier woorden die te maken hebben met gletsjers.

2. Vink deze woorden af als je ze hoort in de rap.

Welke vier woorden over gletsjers heb je gehoord in de rap?

Firnbekken 

Grote gletsjer

Grondmorene

Gletsjerrivier 

Kleine gletsjer

Middenmorene

Zijmorene

Aan de slag

Hoe een gletsjer bijdraagt aan de afbraak en de opbouw van het landschap:

opdracht 4, 5bc, 6ab, 7

Watervallen

Je leert...

5. Wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn.

6. Hoe de waterval van Schaffhausen is ontstaan.

01:53

In welk deel van de Rijn bevindt zich deze waterval?

1. Benedenloop
2. Middenloop
3. Bovenloop

02:23

Wat voor type rivier is de Rijn bij de oorsprong?

1. Regenrivier
2. Gletsjerrivier
3. Smeltwaterrivier
4. Gemengde rivier

02:48

In Nederland zijn in de Rijn waterkrachtcentrales te vinden. Doorgaans bij stuwen of dammen. Waarom daar?
Noteer oorzaak, gevolg en algemene regel

03:11

De waterval bevindt zich op de overgang van hard naar zacht gesteente. Waarom is de erosie in de bovenloop zo sterk?
Oorzaak, gevolg en algemene regel

03:34

Water dat vanuit gletsjers via rivieren naar zee stroomt valt onder de korte waterkringloop, want...

Aan de slag

5. Wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn.

6. Hoe de waterval van Schaffhausen is ontstaan:

2.2 opdracht 8, 9 en 10 (HW)

Verhang, meanderen, sedimentatie, delta

Je leert...

- waarom en hoe een rivier meandert;

- waardoor een delta ontstaat.

01:10

De Maas is 935 km lang en ontspringt op een hoogte van 1500 meter.

Wat is het verhang van de Maas?

1. 935km/1.500m=1,6m/km
2. 1.500m/935km=1,6km/m
3. 1.500m/935km=1,6m/km
4. 935km/1.500m=1,6km/m

02:30

Wat is waar?

1. Het verhang in de Rijn is het grootst in de benedenloop.
2. Verhang in de bovenloop is groter dan het verval.
3. Het verval in de benedenloop van de Rijn is lager dan het verhang.
4. Het verhang in de Rijn is overal gelijk aan het verval.

00:26

Welke algemene regel klopt?

1. Hoe lager de stroomsnelheid, hoe meer erosie.
2. Hoe lager de stroomsnelheid, hoe meer sedimentatie.
3. Hoe hoger de stroomsnelheid, hoe meer sedimentatie.
4. Hoe hoger de stroomsnelheid, hoe meer erosie.

02:05

Maak een screenshot uit Google Maps van de Rijn waarin je kunt zien dat deze rivier een andere loop heeft gehad.

02:05

01:57

Toon aan dat er in delta's sedimentatie plaatsvindt.

01:57

Beschrijf nu kort:
- waarom en hoe een rivier meandert
- waardoor een delta ontstaat