H2 Van de bergen naar de zee

§1 De vorming van de Alpen
1. Hoe de Alpen zijn gevormd en wat daarvan de oorzaak was.
2. Wat de verschillen tussen een oud en een jong gebergte zijn en waardoor die verschillen zijn ontstaan.
3. Wat het verschil is tussen verwering en erosie.
4. De gesteentesoorten metamorf, sedimentair en stolling.

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

§1 De vorming van de Alpen
1. Hoe de Alpen zijn gevormd en wat daarvan de oorzaak was.
2. Wat de verschillen tussen een oud en een jong gebergte zijn en waardoor die verschillen zijn ontstaan.
3. Wat het verschil is tussen verwering en erosie.
4. De gesteentesoorten metamorf, sedimentair en stolling.

Slide 1 - Tekstslide

Waar is deze foto genomen?
A
Spanje
B
Oostenrijk
C
Noorwegen
D
Turkije

Slide 2 - Quizvraag

Laat zien dat in de Alpen kalksteen voorkomt.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Eerst               Daarna           Nu
Sleep de plaatjes in de juiste volgorde. Hoe ontstonden de Alpen? 

Slide 5 - Sleepvraag

Aan de slag
Maak de opdrachten bij 2.1 Vorming van de Alpen in LearnBeat

Slide 6 - Tekstslide

Watervallen
Je leert...
5. Wat de kenmerken zijn van de bovenloop van de Rijn.
6. Hoe de waterval van Schaffhausen is ontstaan.

Slide 7 - Tekstslide

5

Slide 8 - Video

01:53
In welk deel van de Rijn bevindt zich deze waterval?
A
Benedenloop
B
Middenloop
C
Bovenloop

Slide 9 - Quizvraag

02:23
Wat voor type rivier is de Rijn bij de oorsprong?
A
Regenrivier
B
Gletsjerrivier
C
Smeltwaterrivier
D
Gemengde rivier

Slide 10 - Quizvraag

02:48
In Nederland zijn in de Rijn waterkrachtcentrales te vinden. Doorgaans bij stuwen of dammen. Waarom daar?

Slide 11 - Open vraag

03:11
De waterval bevindt zich op de overgang van hard naar zacht gesteente. Waarom is de erosie in de bovenloop zo sterk?

Slide 12 - Open vraag

03:34
Water dat vanuit gletsjers via rivieren naar zee stroomt valt onder de korte waterkringloop, want...

Slide 13 - Woordweb

Verhang, meanderen, sedimentatie, delta
Je leert...
- waarom en hoe een rivier meandert;
- waardoor een delta ontstaat.

Slide 14 - Tekstslide

2

Slide 15 - Video

01:10
De Maas is 935 km lang en ontspringt op een hoogte van 1500 meter.

Wat is het verhang van de Maas?
A
935km/1.500m=1,6m/km
B
1.500m/935km=1,6km/m
C
1.500m/935km=1,6m/km
D
935km/1.500m=1,6km/m

Slide 16 - Quizvraag

02:30
Wat is waar?
A
Het verhang in de Rijn is het grootst in de benedenloop.
B
Verhang in de bovenloop is groter dan het verval.
C
Het verval in de benedenloop van de Rijn is lager dan het verhang.
D
Het verhang in de Rijn is overal gelijk aan het verval.

Slide 17 - Quizvraag

3

Slide 18 - Video

00:26
Welke algemene regel klopt?
A
Hoe lager de stroomsnelheid, hoe meer erosie.
B
Hoe lager de stroomsnelheid, hoe meer sedimentatie.
C
Hoe hoger de stroomsnelheid, hoe meer sedimentatie.
D
Hoe hoger de stroomsnelheid, hoe meer erosie.

Slide 19 - Quizvraag

02:05
Maak een screenshot uit Google Maps van de Rijn waarin je kunt zien dat deze rivier een andere loop heeft gehad.

Slide 20 - Open vraag

02:05

Slide 21 - Tekstslide

2

Slide 22 - Video

01:57
Toon aan dat er in delta's sedimentatie plaatsvindt.

Slide 23 - Open vraag

01:57

Slide 24 - Tekstslide

Beschrijf nu kort:
- waarom en hoe een rivier meandert
- waardoor een delta ontstaat

Slide 25 - Open vraag