quiz herhalen 8.3 + 8.4
1 / 37
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Uit welke delen bestaat je bloed?
Slide 4 - Open vraag
Bloedplasma vervoert:
A
Koolstofdioxide, voedingstoffen en zuurstof
B
zuurstof
C
Koolstofdioxide en voedingstoffen
Slide 5 - Quizvraag
rode bloedcellen vervoeren:
A
Koolstofdioxide, voedingstoffen en zuurstof
B
zuurstof
C
Koolstofdioxide en voedingstoffen
Slide 6 - Quizvraag
Waardoor heeft bloed een rode kleur?
Slide 7 - Open vraag
Hoe heet de grootste slagader in je lichaam?
A
Holle ader
B
Aorta
C
Hart
D
Bloedvat
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet de grootste ader in je lichaam?
A
Holle ader
B
Aorta
C
Hart
D
Bloedvat
Slide 9 - Quizvraag
In welke richting stroomt het bloed in slagaders?
A
Van het hart naar de organen
B
Van de organen naar het hart
C
In de organen
Slide 10 - Quizvraag
In welke richting stroomt het bloed in haarvaten?
A
Van het hart naar de organen
B
Van de organen naar het hart
C
In de organen
Slide 11 - Quizvraag
In welke richting stroomt het bloed in aders?
A
Van het hart naar de organen
B
Van de organen naar het hart
C
In de organen
Slide 12 - Quizvraag
Het bloed in de slagaders stroomt ..
A
Langzaam
B
Snel
C
Heel langzaam
Slide 13 - Quizvraag
Het bloed in de aders stroomt ..
A
Langzaam
B
Snel
C
Heel langzaam
Slide 14 - Quizvraag
Het bloed in de haarvaten stroomt ..
A
Langzaam
B
Snel
C
Heel langzaam
Slide 15 - Quizvraag
In welke bloedvaten vindt de uitwisseling van stoffen plaats?
Slide 16 - Open vraag
Wat is het verschil tussen rode bloedvaten en blauwe bloedvaten?
A
Blauw betekend dat het slagaders zijn
B
Rood betekend dat het slagaders zijn
C
Blauw betekend dat het bloed zuurstofarm is en rood betekend dat het bloed zuurstofrijk is
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen de kleine en de grote bloedsomloop?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de naam van onderdeel 1
A
Longslagader
B
Hoofdslagader
C
Aorta
D
Hoofdader
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de naam van onderdeel 2
A
Longslagader
B
Longader
C
Holle ader
D
Hoofdader
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de naam van onderdeel 3
A
Longader
B
Leverslagader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de naam van onderdeel 4
A
Longader
B
Leverslagader
C
Leverader
D
Nierslagader
Slide 23 - Quizvraag
Wat is de naam van onderdeel 9
A
Longader
B
Hart ader
C
Been ader
D
Lever ader
Slide 24 - Quizvraag
Wat is de naam van onderdeel 10
A
Hoofdader
B
Aorta
C
Been ader
D
Holle ader
Slide 25 - Quizvraag
Hoe kan ik zien wanneer een bloedvat een slagader is of een ader?
A
Aan de stroomrichting van het bloed
B
Kijken of het bloed zuurstofrijk of zuurstofarm is
C
Kijken hoe groot de bloedvaten zijn
