week 50: H2 afmaken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Check:

• Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
• Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel ligt: 

• Je laptop (dicht)

Ga op je eigen plek zitten. 

Videobellen?

Belangrijk

• Maandag: oefentoets

• Huiswerk

Abdiaziz

Vorige lessen

Woordsoorten:

werkwoord

lidwoord

zelfstandig naamwoord

bijvoeglijk naamwoord

voorzetsel

• Toets H2 

Studiewijzer

Toetsen

Taalverzorging

Na de lessen deze week...

• weet je wat je goed hebt gedaan en wat je de volgende keer anders wilt doen op de toets woordenschat.
  

• kun je punten, uitroeptekens, vraagtekens, komma's en hoofdletters goed gebruiken.

Doel

Je weet wat je goed hebt gedaan en wat je de volgende keer anders wilt doen op de toets woordenschat.

Doel

Toets bespreken

Je weet wat je goed hebt gedaan en wat je de volgende keer anders wilt doen op de toets woordenschat.

Doel

Je kunt punten, uitroeptekens, vraagtekens, komma's en hoofdletters goed gebruiken.

Doel

Wat?

• H2 oefentoets afmaken en nakijken
  
• H2 taalverzorging, samengestelde zinnen (vorige weektaak)
  
• H2 taalverzorging, hoofdletters en leestekens

Hoe? 

• Online
• Zonder muziek
• Stil

Klaar? 

• Leren voor de toets over H2
• Maak een samenvatting van de theorie van de paragrafen (lezen, woordenschat, woordsoorten, samengestelde zinnen, hoofdletters en leestekens)

Aan het werk

Je kunt punten, uitroeptekens, vraagtekens, komma's en hoofdletters goed gebruiken.

Doel

Na de lessen deze week...

• weet je wat je goed hebt gedaan en wat je de volgende keer anders wilt doen op de toets woordenschat.
  

• kun je punten, uitroeptekens, vraagtekens, komma's en hoofdletters goed gebruiken.

Doel

Je kunt aantekeningen maken bij een kort fragment.

Doel

Volgende lessen

Maandag 14 december:

• Weektaak af: hoofdletters en leestekens H2
• Toets H2 (zie SOM) (2x)
• Begin Kerstvakantiequiz

Donderdag 17 december:

• Toets bespreken
• Kerstvakantiequiz afmaken

1. Eén ding dat ik (dus jijzelf) goed heb gedaan.

2. Eén ding dat de klas goed heeft gedaan.

3. Eén ding dat de docent goed heeft gedaan.

Pak je spullen en leg je papiertje op de tafel bij de deur als je naar buiten loopt.

Afsluiting: schrijf op...