1TK2_27-01

Ga vast rustig op je plek zitten, je laptop heb je nog niet nodig.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Ga vast rustig op je plek zitten, je laptop heb je nog niet nodig.

Slide 1 - Tekstslide

Ga vast rustig op je plek zitten, je laptop heb je nog niet nodig.

Slide 2 - Tekstslide

Wat hebben we vorige les gedaan?
  • Korte medeling over huiswerk: voortaan in Magister
  • SO’tje voor je buurman/buurvrouw maken (om te oefenen, niet voor een cijfer)
  • Grandes Lignes: opdrachten maken van onderdeel C, hoofdstuk 2
  • Oefenen met spreken: over eten
  • Blooket

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Magister: heeft iedereen zijn/haar oortjes bij zich?
  • Grandes Lignes: terugblik op vorige les: onderdeel spreken
  • Uitleg regelmatig werkwoord op -er
  • Grandes Linges: maken opdrachten deel D

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik: spreken
Vorige les hebben we geleerd:
  • Hoe je om de kaart vraagt: la carte s'il vous plaît
  • Hoe je eten/drinken bestelt: Un coca et une crêpe, s'il vous plaît (een cola en een pannekoek alstublieft)
  • VOORBEELD
  • VOORBEELD

Slide 5 - Tekstslide

mais
et
quoi
la crêpe
la pizza
aussi
acheter
le légume
maar
en
de groente
wat
kopen
ook
de pannekoek
de pizza
Sleep het juiste Nederlandse woordje naar het juiste Franse woordje

Slide 6 - Sleepvraag

But (doel) van deze les
  • Je gaat oefenen met regelmatige werkwoorden die eindigen op de letters -er. Aan het eind van de les kun je deze gebruiken.

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoorden
Wat is ook alweer een 'werkwoord'?
  • Een werkwoord is een woord dat zegt wat iemand doet of wat er gebeurt.
  • Voorbeelden in het Nederlands: 
  • lopen, eten, slapen


Slide 8 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden in het Frans
  • regelmatig werkwoord = wordt volgens regels vervoegd
  • de meeste Franse werkwoorden eindigen op de letters-er. Voorbeeld van een werkwoord dat eindigt op -er = donner
  • Als je -er van het werkwoord afhaalt, houdt je de stam over. Achter de stam zet je de uitgang. 
  • De stam van donner is dus donn.



Slide 9 - Tekstslide

donner = geven
Als je de letters-er van donner hebt afgehaald, houd je de stam over -> donn. Daarna plak je er de uitgang achter.
                uitgang      donner                         geven
je            -e                  je donne                     ik geef
tu            -es               tu donnes                  jij geeft
il elle      -e                 il/elle donne             hij / zij geeft
on            -e                 on donne                   wij geven
nous       -ons           nous donnons         wij geven
vous        -ez             vous donnez              jullie geven / u geeft
ils/elles  -ent          ils/elles donnent     zij geven

Slide 10 - Tekstslide

Hoe vind je de stam van een regelmatig werkwoord op -er?
A
Door er -er achter te plakken
B
Door er -ons vanaf te halen
C
Door er -er vanaf te halen

Slide 11 - Quizvraag

De stam van donner (geven) is donn. Hoe zeg je 'ik (= je) geef'?
A
Je donnons
B
Je donne
C
Je donnes

Slide 12 - Quizvraag

Maken: Grandes Lignes hoofdstuk 2, onderdeel D
16a: kijk naar de 2 voorbeeldjes en doe 1 t/m 4 op dezelfde manier
16b: bekijk/beluister het filmpje en lees de uitleg 
16c: luister en kies de letters de je niet hoort. Bij 1 is dat de 'e'
16d: vul de juiste vormpjes in
17a: kies het juiste werkwoord (houd je blaadje met woordjes erbij)
17b: kijk naar het voorbeeld en vul aan
17c: vul de juiste werkwoordsvorm in
Klaar? Ga de woordjes van A en B leren met SlimStampen/van papier of ga oefenen met Duolingo.

 

Slide 13 - Tekstslide

Welke letters haal je van het werkwoord donner af om de stam te krijgen?
A
donn
B
donner
C
er
D
donn

Slide 14 - Quizvraag

Hoe zeg je 'ik geef' in het Frans?
A
tu donnes
B
il donne
C
je donne
D
je donnes

Slide 15 - Quizvraag

https://create.kahoot.it/details/6e91e619-5997-4dee-9cee-63c852773346

Slide 16 - Tekstslide