Perron 4, les 5

Taalverzorging perron 4
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging perron 4

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- terugblik
- voltooid deelwoord
- oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog over de persoonsvorm in de verleden tijd?

Slide 3 - Open vraag

Vul de persoonvorm in de v.t. in:

De speler ... net het spel. (starten)

Slide 4 - Open vraag

Vul de persoonvorm in de v.t. in:

De jongen ... net iets uit zijn hoed. (toveren)

Slide 5 - Open vraag

Vul de persoonvorm in de v.t. in:

Wij ... vanochtend huiswerk. (maken)

Slide 6 - Open vraag

Vul de persoonvorm in de v.t. in:

Kyra en Lot ... gisteren een verhaal. (vertellen)

Slide 7 - Open vraag

Vul de persoonvorm in de v.t. in:

Ruud ... zojuist de rode trui. (passen)

Slide 8 - Open vraag

Voltooid deelwoord
Als je wilt weten of je een voltooid deelwoord met een 'd' of 't' schrijft, dan kun je het langer maken. Je hoort dan een 'd' of een 't'.

gewandeld - de gewandelde afstand
gekookt - de gekookte pasta

Slide 9 - Tekstslide

't ex-kofschip
Er is nog een andere manier om achter de spelling van de persoonsvorm in de verleden tijd en de spelling van het voltooid deelwoord te komen:

't ex-kofschip

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

't ex-kofschip
  1. Kijk naar het hele werkwoord
  2. Haal er -en af
  3. Wat is de laatste letter?
  4. Staat de laatste letter in 't ex-kofschip?
  5.  ja: vt: te(n) vd: t                               nee: vt: de(n) vd: d

Slide 14 - Tekstslide

't ex-kofschip
  1. fietsen 
  2. fiets
  3. s
  4. ja
  5. vt: fietste(n)                   vd: gefietst

Slide 15 - Tekstslide

't ex-kofschip
  1. wandelen
  2. wandel
  3. l
  4. nee
  5.  vt: wandelde(n)                         vd: gewandeld

Slide 16 - Tekstslide

't ex-kofschip
  1. surfen
  2. surf
  3. f
  4. ja
  5. vt: surfte(n)                                vd: gesurft

Slide 17 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van 'bellen' in:

Tim heeft naar huis ............
A
bellen
B
gebelt
C
gebeld
D
belde

Slide 18 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van 'verhuizen' in:

Wij zijn vorige week naar Tilburg .........
A
verhuisd
B
verhuist
C
verhuisde
D
verhuiste

Slide 19 - Quizvraag

Programma
- terugblik
- voltooid deelwoord
- oefenen

Slide 20 - Tekstslide