5.1 + 5.2 Nieuwe steden

H5.1+5.2
Nieuwe steden +
werken in de stad

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H5.1+5.2
Nieuwe steden +
werken in de stad

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:
  • Uitleggen waardoor er nieuwe steden ontstonden
  • Uitleggen wie de stad bestuurde
  • Uitleggen hoe het werken in de stad was geregeld. (gilden)


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het tijdvak Steden en staten
Late middeleeuwen  1000 - 1500

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Late Middeleeuwen
Steden en Staten (1000-1500), er verandert veel:
  • Verbetering in de landbouw 
  • Er blijft eten over 
  • Er komt meer handel 
  • Bevolking groeit.
  • Er ontstaan steden.

Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen. Je ziet dat de kerk een centrale plek heeft in de stad en dat er dankzij de muur en de gracht veel bescherming is.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbeteringen
drieslagstelsel uitgevonden.
Een stuk landbouwgrond is verdeeld: 

in 3 stukken
1 stuk - verbouwd met zomergraan,
 1 met wintergraan en 
1 stuk lag braak (leegstaat) 
Door het drieslagstelsel ging de voedselproductie omhoog. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog meer verbeteringen
Daarna werd de landbouw nog meer verbeterd.
Boeren gingen hun land bemesten, het Arabisch halsjuk werd gebruikt en boeren gingen paarden voor de ploeg spannen ipv ossen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
1000: Vanaf het jaar duizend ontstaan er grotere steden in Europa, dit gebeurt langs handelsknooppunten!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steden ontstaan
  • Wat valt je op als je naar de steden kijkt?

Slide 8 - Tekstslide

steden ontstaan aan het water
Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op.
  • Het eten dat overblijft  wordt verkocht of geruild op markten.
Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel.
Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere spullen mee zoals wijn uit Frankrijk. 
Iedere stad had zijn eigen munten. Omdat er zoveel verschillende munten waren kon je in iedere stad de juiste munten kopen/ruilen.
Op dit plaatje zie je zo een wisselkantoor! De geldmeester weegt de munten, hoe zwaarder de munt hoe meer die waard is.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkvragen
Noem 1-2 steden van de vroege middeleeuwen
Op welke plekken en ....
Waarom begonnen de steden groeien?  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster.



Op de jaarmarkt werd van alles verkocht: kleding, varkens, graan, potten, etc. Op de afbeeldingen zie je sommige van de producten terug. Je ziet ook goed dat de handelaren mooie kleding hadden, zij werden steenrijk van de handel!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling
van steden


  • De steden ontstonden pas in de
    late middeleeuwen.
  • In de stad is het ook onveilig door ziektes als de pest en kans op brand.
  • Wat zag je als je een middeleeuwse stad binnen ging?
Steden in de middeleeuwen waren bijna helemaal van hout. Alleend de kerk, muren en huizen van de rijken waren van steen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ambacht
In de middeleeuwen maakten mensen vaak een heel product met de hand. Denk hierbij aan een ton, mand of een zwaard. 
Zo'n beroep noemen we een ambacht. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gilde
Om een ambacht uit te oefenen moest je eerst lid worden van 
een gilde. 
 dienst gaan bij een meester.
 genoeg had geleerd:
meesterproef doen. 
Daarna kan  je zelf 
een eigen zaak beginnen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gilde herken je op de foto's?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gilde herken je op de foto's?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gilde herken je op de foto's?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadsrechten
  • Een stad met stadsrechten mag een stadsmuur bouwen.
  • De stad mag zelf rechtspreken
  • De inwoners van een stad waren vrije burgers (geen bezit van de heer)

  • In ruil voor deze rechten moet de stad belasting betalen aan de heer.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hanzesteden
In Nederland waren ook steden lid van de Hanze. steden aan de kust en rivieren 
Een lidmaatschap gaf de steden en hun handelaren een aantal voordelen. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

beroepen
in de middeleeuwen

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke beroepen ontstaan er tijdens de Middeleeuwen?
A
Boer en piloot
B
Bierbrouwer en kleermaker
C
Stratenmaker en duiker
D
Piloot en horlogemaker

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor ontstond er meer handel tijdens de Middeleeuwen?
A
De Vikingen stopten met hun aanvallen en landbouwoverschotten
B
Mensen waren bang voor de Vikingen
C
Landbouwoverschotten en mensen wilden van hun spullen af
D
Dat moest van de heer

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar ontstonden in de Middeleeuwen geen steden?
A
Bij een rivier
B
Een kruispunt van wegen
C
Een kasteel
D
Onveilige plek

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moest iemand doen om een ambacht te kunnen uitoefenen?
(meerdere antwoorden)
A
lid zijn van een gilde met hetzelfde ambacht
B
dienst gaan bij een meester om te leren
C
veel geld hebben
D
proefwerk maken

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen ambacht?
A
producten maken met de hand
B
boer zijn
C
beroep
D
een heel product met de hand maken

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de tijd van de monniken en ridders woonden bijna alle mensen in
A
steden
B
kastelen
C
in de hoofdstad
D
dorpen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze tijd werkten de dorpelingen als
A
ridder
B
boer
C
bakker
D
handelaar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen verbetering in de landbouw tijdens de middeleeuwen?
A
Arabisch halsjuk
B
Houten ploeg
C
Drieslagstelsel
D
Bemesten

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gilde?
Vereniging van mensen met hetzelfde..
A
interesse
B
leeftijd
C
ambacht/ beroep
D
nationaliteit

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke drie standen bestond de samenleving in de middeleeuwen?
A
Boeren&burgers, geestelijkheid en de koning
B
Geestelijkheid, de koning en de adel
C
Geestelijkheid, ajakssupporters en de smurven
D
Geestelijkheid, adel en boeren&burgers

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk stelsel bedacht Karel de Grote om zijn rijk te besturen?
A
Het beheerstelsel
B
Het leenstelsel
C
Het studiestelsel
D
Het sterrenstelsel

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de klusjes die horigen voor de graaf moesten doen?
A
leenstelsel
B
Herendiensten
C
Horigen
D
Huiswerk

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk stelsel bedacht Karel de Grote om zijn rijk te besturen?
A
Het beheerstelsel
B
Het leenstelsel
C
Het studiestelsel
D
Het sterrenstelsel

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de klusjes die horigen voor de graaf moesten doen?
A
leenstelsel
B
Herendiensten
C
Horigen
D
Huiswerk

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk stad ontstaat de islam?
A
Amsterdam
B
Medina
C
Istanbul
D
Mekka

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Wat zie je als je een middeleeuwse stad zou binnen lopen?
Het was er druk en krap: de meeste steden waren niet groter dan 5000 inwoners, maar omdat het er klein en smal was leek het veel drukker.
De markt
Deze geestelijken houden een processie: een tocht door de stad om hun geloof in God te laten zien. Soms werd dit gedaan om boete te doen.
De winkels waren meestal duidelijk te herkennen aan uithangborden, waarop symbolen van de ambachten stonden, zoals een vis of brood.
In principe mocht iedereen de stad binnen, zolang je maar geen (grote) wapens meenam. Messen moesten worden gemeten: was een mes te groot dan moest je hem bij de stadspoort achterlaten.
Inwoners van een stad noemen we tegenwoordig vaak burgers, maar in de Middeleeuwen werd meestal de term poorter gebruikt: iemand die binnen de poorten van een stad woont.
Een van de grootste gevaren van een middeleeuwse stad was brand. De meeste huizen waren van hout, en een klein vuurtje kon binnen enkele dagen de halve stad in as hebben gelegd. Ambachten waarbij veel vuur werd gebruikt, zoals bijvoorbeeld een smederij, bevonden zich daarom op speciale plekken in de stad.
Schapen, kippen, honden en varkens: er liepen in een stad vaak net zoveel dieren als mensen rond. 
Niet alle straten waren bestraat: na een regenbui was het een grote modderpoel, waarbij het (huis)vuil door de straten spoelde.
Riolering of een vuilnisdienst bestond nog niet. Mensen gooiden hun afval soms gewoon op straat of in de gracht. Het stonk er dus nogal, vooral ’s zomers. Die viezigheid was ook gevaarlijk. Het vuil trok ongedierte aan, zoals ratten. Hierdoor braken er ziekten uit.
Water (om te drinken en om schoon te worden) werd uit de gracht gehaald. Inderdaad: 500 meter verderop was er nog afval in gegooid...
De schandpaal was één van de straffen die je in de Middeleeuwen kon krijgen.
Er waren maar een paar gebouwen van steen in een middeleeuwse stad, zoals bijvoorbeeld de kerk of het stadhuis. Later komen er meer stenen gebouwen bij, zoals bijvoorbeeld de gildenhuizen.
Huizen in deze bouwstijl noem je vakwerkhuizen: de balken in de muren zorgen voor de stevigheid van het huis. De ruimte tussen de balken worden opgevuld met takken van bijvoorbeeld wilgen. Vervolgens worden ze geplamuurd met een mengsel van stro en leem.
In een stad was van alles te vinden: eten, drinken, handel en vermaak. Het was er vies, maar mensen kwamen er graag.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de baas?
Door de stadsrechten mocht de stad zelf bepalen wat ze deden: 

  • De schout is een soort baas van de politie (rakkers)

  • Samen met de schepenen bepaalde hij de straf. (rechters)

  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Maken werkboek 5.1
Opdr: 1+2+3+5+8+11
5.2 
Opdr: 1+2+8+10
Bladzijde 110 t/m 117
timer
25:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gilde
Hanze steden
stad
handelen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies