De beenderen van het skelet zijn op verschillende manieren met elkaar verbonden.
Je hebt:
- beweeglijke verbindingen
- onbeweeglijke verbindingen
Slide 3 - Tekstslide
7.3 Beenverbindingen
Er zijn 4 manieren waarop beenderen met elkaar verbonden zijn:
- vergroeid (heiligbeen)
- door een naad (schedel)
- door kraakbeen (wervels)
- door gewrichten
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
7.3 Beenverbindingen
de bouw van een gewricht:
- gewrichtskogel
- gewrichtskom
- kraakbeenlaagje tussen beide botten
Slide 6 - Tekstslide
7.3 Beenverbindingen
bouw van een gewricht:
- gewrichtskapsel: zorgt ervoor dat de botten bij elkaar blijven
- gewrichtssmeer wordt gemaakt door gewrichtskapsel: houdt het gewricht soepel
Slide 7 - Tekstslide
7.3 Beenverbindingen
Bij veel gewrichten zitten stevige kapselbanden om het gewricht heen.
Deze helpen mee om de botten op hun plaats te houden.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
7.3 Beenverbindingen
Er zijn verschillende typen (soorten) gewrichten:
- kogelgewricht
- rolgewricht
- scharniergewricht
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je vertellen waaruit spieren zijn opgebouwd
- kan je vertellen hoe de werking van een spier verloopt
- kan je vertellen wat antagonisten zijn en kan je een voorbeeld hiervan geven
Slide 15 - Tekstslide
7.4 Spieren
spieren zorgen ervoor dat je kan bewegen
spierstelsel = alle spieren bij elkaar
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
7.4 Spieren
bouw van een spier:
- spier zit met een pees vast aan het bot
- om de spier heen ligt een laag bindweefsel: de spierschede
- het bindweefsel zorgt voor stevigheid van de spier
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
7.4 Je spieren
een spier bestaat uit een aantal spierbundels
een spierbundel bestaat uit een aantal spiervezels
een spiervezel is ontstaan door de samensmelting van een heleboel spiercellen
Slide 20 - Tekstslide
7.4 Spieren
werking van een spier:
- o.i.v. een elektrische impuls kunnen de spiervezels zich samentrekken: een spier wordt dan korter en dikker
- omdat de spier vast zit met een pees aan verschillende botten, worden deze botten naar elkaar toe getrokken als een spier zich samentrekt: de botten bewegen
Slide 21 - Tekstslide
7.4 Spieren
antagonisten:
- spieren kunnen zich alleen samentrekken; ze kunnen een bot niet terugduwen
- daarom moeten spieren samenwerken
antagonisten = spieren waarvan het samentrekken een tegengesteld effect heeft
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
VRAGEN??
Slide 24 - Tekstslide
zelf aan de slag
opdracht 19, 21 en 22 maken
Klaar? Laat het zien en als het goed genoeg is, mag je gaan!
Slide 25 - Tekstslide
herhalen leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je vertellen waaruit spieren zijn opgebouwd
- kan je vertellen hoe de werking van een spier verloopt
- kan je vertellen wat antagonisten zijn en kan je een voorbeeld hiervan geven