Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3
In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
Slide 1 - Tekstslide
- Welkom
- Lezen
- Hoe geef je feedback?
- Gerichte feedback geven op elkaars brieven
- Brief herschrijven a.d.h.v. de gekregen feedback
Doel:
- Je schrijft een brief met formeel taalgebruik, waarin je precies zegt wat je wilt zeggen en waarin geen taalfouten staan.
Vandaag in de les:
Slide 2 - Tekstslide
Stillezen
timer
15:00
Leg je brief op tafel neer
Slide 3 - Tekstslide
“Feedback is een reactie op een product, resultaat of iemands uitvoering van een taak, dat bedoeld is als basis voor verbetering – om de kloof tussen het beoogde niveau en het huidige niveau te dichten.”
Arkalgud Ramaprasad, professor in de informatietechnologie
Feedback
Slide 4 - Tekstslide
- Feedback is een reactie op een taak, geen advies hoe je het anders/ beter moet doen.
- Jij, de ontvanger, kunt dus bepalen hoe je met deze reactie omgaat.
- Het doel is verbetering, dus wees concreet en helder in het geven van feedback. Noem waarom iets niet goed/duidelijk is. (goed gedaan/onleesbaar is veel te vaag, want daar kan de ontvanger niets mee.)
Feedback
Slide 5 - Tekstslide
- Wat is het doel van de tekst - isdat doel bereikt?
- Welke onderdelen van de tekst zorgen ervoor dat het doel nog niet bereikt is?
- Kloppen alle zinnen? - Als je een zin moeilijk of onduidelijk vindt, geef dat aan. Je hoeft hem niet te verbeteren.
- Klopt de spelling? - Check alle werkwoorden, hoofdletters, punten, komma's en andere spelling (meervouden etc).
Gerichte feedback op een tekst
Slide 6 - Tekstslide
- Wissel je tekst uit met je buurman/buurvrouw.
- Je gaat zo feedback geven, zorg dat de ontvanger zijn tekst na jouw feedback kan verbeteren.
Onthoud, elke tekst kan beter worden. Dus op elke tekst kan feedback gegeven worden.
Teksten uitwisselen
Slide 7 - Tekstslide
- Wat is het doel van de tekst - isdat doel bereikt?
- Welke onderdelen van de tekst zorgen ervoor dat het doel nog niet bereikt is?
- Kloppen alle zinnen? - Als je een zin moeilijk of onduidelijk vindt, geef dat aan. Je hoeft hem niet te verbeteren.
- Klopt de spelling? - Check alle werkwoorden, hoofdletters, punten, komma's en andere spelling (meervouden etc).
Gerichte feedback op deze tekst
Slide 8 - Tekstslide
Feedback ontvangen is misschien wel moeilijk dan geven
1. Lees de feedback door, vraag om verduidelijking als je iets niet snapt.
2. Herschrijf je brief.
- Bepaal of je met alle reacties iets gaat doen, Je kunt sommige dingen laten staan als je het er niet mee eens bent. Bedenk wel, iemand heeft waarschijnlijk niet zonder reden ergens op gereageerd.
3. Lever je herschreven versie in tijdens de volgende les.
Feedback ontvangen
Slide 9 - Tekstslide
Goede standpunten en een bouwplan
Slide 10 - Tekstslide
Niet elk argument is goed... Let op de volgende dingen:
Goede en geldige argumenten
Juiste argumenten
Niet elk argument klopt.
Standpunt: 'reizen met de trein kost teveel tijd'
Aannemelijk argument daarbij zou kunnen zijn:
- Driekwart van de treinen komt te laat aan.
Maar, als je gaat zoeken, staat dit nergens. Wel kun je vinden dat er dit jaar (dus tot november) al langer vertraging was dan in heel 2021.
Je argument zou wel kunnen zijn:
- Als je met de trein reist, heb je steeds vaker te maken met langere vertragingen.
Geldige argumenten
Gaat je argument wel over het standpunt dat je hebt?
Het is fijn om bij de trein ook over te gaan zaniken over de dure koffie. Ja, de koffie op station is duur en de rij is vaak lang. Maar het heeft niets met de duur van je reis te maken.
Een argument over je eindpunt (dat is natuurlijk nooit het eindstation) sluit veel beter aan bij je standpunt:
- Als je eenmaal de trein uit bent, ben je nog niet op je bestemming, dus duurt de reis nog langer
Cirkelredenering
BIj een cirkelredenering zeg je met je argument eigenlijk hetzelfde als met je standpunt:
Standpunt: Reizen met de trein kost veel tijd
Argument: De treinreis duurt erg lang.
Je blijft dan in een rondje draaien.
Zorg dus dat je met je argumenten nieuwe informatie aandraagt.
Te snelle conclusie
Je conclusie moet wel gaan over alle treinreizen. Als jij een keer lang in de trein hebt gezeten met vertraging, kun je niet zeggen dat alle treinreizen altijd te lang duren. Daarvoor moet je meer onderzoek doen.
Slide 11 - Tekstslide
H25 - betogende tekst
Voor je gaat schrijven:
Bedenk eerst wat je allemaal wilt zeggen: Brainstorm! Maak een woordweb, zorg dat je over alle kanten van het onderwerp nagedacht hebt.
Werk het vervolgens uit in een bouwplan.
Slide 12 - Tekstslide
Wat ga je doen:
- Lees de tekst bij opdracht 8 goed door.
- Kies een standpunt, of je bent lid van familie A, of je bent de burgermeester van Oss.
- Neem alle stappen om een betogende tekst te schrijven.
- Maak opdracht 8 verder. (Leegbouwplan in teams)
- Leer de theorie van H25 en de woorden van dit hoofdstuk
Wanneer: De eerst volgende les heb je de eerste versie van je brief af en bij je.