proeftoets basisjaar 1

Toets voorbereiding  


Albeda Zorgcollege ALX
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Toets voorbereiding  


Albeda Zorgcollege ALX

Slide 1 - Tekstslide


Desinfecteren betekent: ......
A
Alle micro-organismen en alle sporen op voorwerpen te doden
B
Verminderen van het aantal micro-organismen
C
Doe je met schoonmaakmiddelen

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn de gezonde koolhydraten?
A
Haver, volkorenpasta, witte rijst, fruit, groenten.
B
Haver, fruit, groenten, koek, aardappels.
C
Groenten, fruit, melk, yoghurt, zilvervliesrijst.

Slide 3 - Quizvraag

In welk deel van het oor bevindt het slakkenhuis zich? 
A
midden oor
B
buiten oor
C
binnen oor
D
tussen oor

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde bij persoonlijke verzorging?
A
Genitaliën, onderlichaam, bovenlichaam
B
Onderlichaam, bovenlichaam, genitaliën
C
Bovenlichaam, onderlichaam, genitaliën
D
Dat maakt niet uit als je maar hygiënisch werkt

Slide 5 - Quizvraag

Wat is GEEN functie van de bovenste luchtwegen?
A
Opname van zuurstof
B
Vochtig houden van de ingeademde lucht
C
Filteren deeltjes uit de lucht
D
Een antimicrobiële functie

Slide 6 - Quizvraag

Hoe wordt in 'medische vaktaal' een longontsteking genoemd?
A
Lobectomie
B
Pandemie
C
Pneumonie
D
Strategie

Slide 7 - Quizvraag

Welk advies is onjuist bij een longontsteking?
A
Zit bij voorkeur rechtop.
B
Probeer te eten en drinken.
C
Stop met de antibiotica als het hoesten over is.
D
Goed doorademen.

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort bij  elkaar?
professionele intimiteit 
seksualteit 
Intimiteit 
knuffelen
hand in hand 
erotiek en bevrediging 
persoonlijke zorg verlenen

Slide 9 - Sleepvraag

Wat wordt tijdens de Corona-pandemie bedoeld met 'huidhonger'?
a-g

Slide 10 - Open vraag

Wat maken spieren mogelijk?
A
Spieren zorgen voor beweging
B
Spieren zorgen voor kracht
C
Spieren zorgen voor stabiliteit

Slide 11 - Quizvraag

sleep het woord naar de juiste uitleg
dwangstand van een gewricht
dwangstand van de voet
vermindering van het spiervolume door te weinig gebruik
spieratrofie
contractuur
spitsvoet

Slide 12 - Sleepvraag

Wanneer is er sprake van hematurie?
A
kleine beetjes plassen
B
flokken in de urine
C
nachtelijk plassen
D
bloed in de urine

Slide 13 - Quizvraag

Hematurie is de medische term voor de aanwezigheid van bloed in de urine. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe wordt een ontsteking van het hartzakje genoemd?
A
Pericarditis
B
Perdicard

Slide 15 - Quizvraag

1

Slide 16 - Video

00:22
Bloed uit de lichaamscirculatie (grote bloedomloop) komt het hart binnen via....
A
rechterkamer
B
linkerkamer
C
rechterboezem
D
linkerboezem

Slide 17 - Quizvraag

Uit welke onderdelen bestaat het urinewegstelsel?
A
Nieren, urineleider, kringspier
B
Nieren, urineleider, blaas
C
Nieren, urineleider, blaas, urinebuis
D
Nieren, blaas, willekeurige kringspieren

Slide 18 - Quizvraag

Het verliezen van urine bij inspanning (hoesten, niezen, tillen enz)
heet ook wel........
A
stressincontinentie
B
aandrangincontinentie
C
reflexincontinentie
D
druppelincontinentie

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor DNA?
A
stofdeeltjes
B
celkern
C
cel
D
erfelijk materiaal

Slide 20 - Quizvraag

Wat zie je
A
celkern
B
cel
C
chromosoom
D
dna

Slide 21 - Quizvraag

Wat is osteoporose?
A
aders verkalken
B
botmassa vermindert
C
botkanker
D
botontsteking

Slide 22 - Quizvraag

Op nummer 9 zie je een.......?
A
Kiemlaag
B
Talgklier
C
Zweetklier

Slide 23 - Quizvraag

bedrustcomplicaties kunnen worden voorkomen door:
A
een strak opgemaakt BOVENLAKEN en deken
B
een glad ONDERLAKEN zonder kruimels
C
verschillende lagen gebruiken om een nat matras te voorkomen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 24 - Quizvraag

Slagaderen bevatten bijna altijd
A
Zuurstofarm bloed
B
Zuurstofrijk bloed
C
Afvalstoffen
D
Kleppen

Slide 25 - Quizvraag

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
502 botten
B
206 botten
C
351 botten
D
150 botten

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de functie van de witte bloedcellen?
A
zuurstoftransport
B
transport voedingsstoffen
C
functie in de stolling
D
functie in de afweer

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de functie van bloedplaatjes (trombocyten)?
A
aanmaken van insuline
B
zorgen voor transport van zuurstof
C
zorgen voor stolling in het bloed

Slide 28 - Quizvraag

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit
A
hersenen en ruggenmerg
B
31 hersenzenuwen en 12 ruggenmergzenuwen
C
12 hersenzenuwen en 31 ruggenmerg zenuwen
D
20 hersenzenuwen en 23 ruggenmergzenuwen

Slide 29 - Quizvraag

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
De hersenen
B
Het ruggemerg
C
beide

Slide 30 - Quizvraag

wandbeenkwab (pariëtaal kwab)
kleine hersenen
frontaalkwab
temporaalkwab
occipitaalkwab
coördinatie houding en beweging, fijne motoriek
impulscontrole, plannen, sociaal zijn
geheugen, gedrag, gehoor, seksueel gedrag
oog-handcoördinatie, handelen, aandacht, pijnverwerking
visuele verwerking

Slide 31 - Sleepvraag

Wat is decubitus?
A
een beschadiging van de huid die ontstaat door langdurige druk
B
een beschadiging van de huid die ontstaat door schuifkracht
C
een beschadiging van de huid die ontstaat door druk- EN schuifkracht

Slide 32 - Quizvraag

huid beschadiging door druk krachten
rood, geirriteerde huid (plooien)
verstopping van een bloedvat
trombose
decubitus
smetten

Slide 33 - Sleepvraag

anti-decubitusmatras
hoog- laagbed
nachtkastje
afstandsbediening
papegaai
klossen

Slide 34 - Sleepvraag

Hoe meet je de ademhaling van een volwassenen?
A
Ademhaling gedurende 30 seconde x 4
B
Ademhaling gedurende 20 seconde x 2
C
Ademhaling gedurende 30 seconde x 2
D
Ademhaling gedurende 15 seconde x 4

Slide 35 - Quizvraag

Wat is een normale hartslag?
A
20-45      
B
51-100
C
51-55
D
70-140

Slide 36 - Quizvraag

Wanneer spreek je van koorts?
A
> 37 graden
B
> 37,5 graden
C
> 38 graden
D
> 38,5 graden

Slide 37 - Quizvraag

Een normale bloeddruk is
A
80/120 RR
B
120/80 RR
C
100/80 RR
D
140/80 RR

Slide 38 - Quizvraag

RR= Riva-Rocci
Riva-Rocci was een Italiaanse arts die een manier ontwikkelde om de bloeddruk te meten.

Slide 39 - Tekstslide

Waar staan de scores V en P voor als je de bewustzijn wilt meten? (AVPU)

A
V: vaten, P: pijn
B
V: verbaal, P: Praten
C
V: verbaal, P: pijn
D
V: Vaten, P: Plek

Slide 40 - Quizvraag

Wat is de eerste stap bij het verlenen van eerste hulp?
A
Telefoon pakken en filmen
B
Zorgen voor de veiligheid van jezelf
C
In paniek raken en wegrennen
D
Ambulance/ dokter inlichten.

Slide 41 - Quizvraag

Hoeveel % is een gezonde toestand bij de saturatiewaarde?
A
Tussen de 75% en 80%
B
Tussen de 60% en 70%
C
Tussen de 95% en 100%
D
Tussen de 85% en 90%

Slide 42 - Quizvraag


Wanneer gebruik je een
actieve tillift?
A
A. Wanneer je de cliënt naar een andere verdieping wilt verplaatsen
B
B. Wanneer de cliënt mee kan helpen bij het verplaatsen
C
C. Wanneer de cliënt niet kan begrijpen wat je zegt
D
D. Wanneer je de cliënt wilt activeren om meer te bewegen

Slide 43 - Quizvraag

Hoeveel kilo mag je max. tillen in de zorg om je rug niet te zwaar te belasten?
A
50 kilo
B
25 kilo
C
23 kilo
D
20 kilo

Slide 44 - Quizvraag

Wat staat er in de ARBO wet?
A
rechten en plichten werknemer
B
rechten en plichten werkgever
C
rechten en plichten werknemer en werkgever

Slide 45 - Quizvraag

Slide 46 - Tekstslide