Kt 1.2 personal pronouns

Welcome class :) p.14 please!
  • Get your book, notebook and pen
  • No mobiles
  • Make notes!
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome class :) p.14 please!
  • Get your book, notebook and pen
  • No mobiles
  • Make notes!

Slide 1 - Tekstslide

PERSONAL PRONOUNS

Persoonlijke voornaamwoorden zeggen iets over de persoon die iets doet.

She is very sweet.
They are always late.
Why do you like him?

Slide 2 - Tekstslide

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN!
Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het ONDERWERP. Ze staan aan het begin van de zin.

Slide 3 - Tekstslide

Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het VOORWERP. Ze staan aan het einde van de zin.

Slide 4 - Tekstslide

Ik kan het zien:
I can see …
me, you, him, her, it , us, you, them

Slide 5 - Open vraag

Hij kan ons zien:

me, you, him, her, it , us, you, them

Slide 6 - Open vraag

Jij kan mij zien:
You can see ….
me, you, him, her, it , us, you, them

Slide 7 - Open vraag

Ik kan haar zien:
me, you, him, her, it , us, you, them

Slide 8 - Open vraag

Zij kan jullie zien:
me, you, him, her, it , us, you, them

Slide 9 - Open vraag

Persoonlijke voornaamwoorden - 2e rijtje

Slide 10 - Tekstslide

Write a sentence using a personal pronoun

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide


Peter is in love with his girlfriend, Anne. He loves ........ .
A
her
B
his
C
you
D
we

Slide 14 - Quizvraag


Do you help your dad? Do you help .....?
A
she
B
he
C
him
D
her

Slide 15 - Quizvraag

Wij kunnen hun zien:
me, you, him, her, it , us, you, them

Slide 16 - Open vraag

Zij kan jou zien:
me, you, him, her, it , us, you, them

Slide 17 - Open vraag

They were really angry at .......... (she).
A
him
B
them
C
her
D
us

Slide 18 - Quizvraag

Wij kunnen hem zien:
me, you, him, her, it , us, you, them

Slide 19 - Open vraag

We gave him the money and he gave .......... (we) the candy.
A
him
B
them
C
her
D
us

Slide 20 - Quizvraag

Vul aan:
___ (ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 21 - Quizvraag

Vul aan:
My friends are always nice to ___ (hen).
A
you
B
us
C
them
D
me

Slide 22 - Quizvraag

My mom doesn't like .......... (they).
A
him
B
them
C
her
D
us

Slide 23 - Quizvraag

Vul aan:
___ (zij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 24 - Quizvraag

Are ___ (we) going to play soccer with ___ (haar)?
A
you / him
B
we / her
C
I / it
D
they / us

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

That's it for today
Bye Bye!
Get to your homework; Check Magister! 
No talking!

Slide 29 - Tekstslide