In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
De werkwoordstijden
Les 5
Slide 1 - Tekstslide
Werkwoorden
Werkwoorden zijn dingen die je kunt doen of die kunnen gebeuren.
Er zijn verschillende werkwoordsvormen en ook tijden.
Slide 2 - Tekstslide
Werkwoordsvormen
Naast de persoonsvorm, die zich aanpast aan het onderwerp van de zin, onderscheiden we nog enkele werkwoordsvormen:
- het infinitief (het hele werkwoord)
- het voltooid deelwoord
- het onvoltooid deelwoord
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoordstijden
Alle werkwoorden in de zin vormen samen het gezegde. Dit zorgt ervoor dat een zin in een bepaalde 'tijd' staat. Om die tijd te bepalen, letten we op drie zaken.
- Staat er een voltooid deelwoord én een vorm van hebben of zijn in de zin?
- In welke tijd staat de persoonsvorm van de zin?
- Staat er een vorm van het werkwoord 'zullen' in de zin?
Slide 4 - Tekstslide
Bepalen van de tijd (1/2)
De bepaling van de tijd bestaat uit 3 of 4 letters.
Hoe weten we welke letters dat zijn?
Eerste letter: Staat er een voltooid deelwoord + hebben/zijn in de zin?
Ja ➡ V(oltooid); Nee ➡ O(nvoltooid)
Tweede letter: In welke tijd staat de persoonsvorm?
T(egenwoordige) of V(erleden) tijd
Slide 5 - Tekstslide
Bepalen van de tijd (2/2)
Hoe weten we of er één of twee t's achter de eerste twee letters staan?
Op het moment dat er een vorm van het werkwoord 'zullen' in de zin staat, is er sprake van de T(oekomende) T(ijd)
Staat er géén vorm van 'zullen' in de zin, dan komt er alleen T(ijd) achter de tweede letter.
Slide 6 - Tekstslide
Werkwoordstijden
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Onvoltooid verleden tijd
Voltooid tegenwoordige tijd
Voltooid verleden tijd
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd
Onvoltooid verleden toekomende tijd
Voltooid tegenwoordige toekomende tijd
Voltooid verleden toekomende tijd
ik roep
ik riep
ik heb geroepen
ik had geroepen
ik zal roepen
ik zou roepen
ik zal hebben geroepen
ik zou hebben geroepen
Slide 7 - Tekstslide
Julia is geholpen door de dokter.
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt
Slide 8 - Quizvraag
Jill zou mij vandaag bellen.
A
vttt
B
ottt
C
ovtt
D
vvtt
Slide 9 - Quizvraag
Mehmet las op vakantie een goed boek.
A
vtt
B
ovt
C
vvt
D
ott
Slide 10 - Quizvraag
Aya zou vast en zeker gewonnen hebben.
A
vttt
B
vvtt
C
ovtt
D
vvt
Slide 11 - Quizvraag
Rayan en Dechan hebben samen veel gelachen.
A
vtt
B
vttt
C
ott
D
ovtt
Slide 12 - Quizvraag
Na de wedstrijd zullen de prijzen uitgereikt worden.
A
ottt
B
ovtt
C
vvtt
D
vttt
Slide 13 - Quizvraag
Wijs
Les 5 - blz 126
Slide 14 - Tekstslide
Wijs
Werkwoorden kunnen op verschillende manieren of 'wijzen' iets beschrijven.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.