Elektromagnetische Inductie

Elektromagnetische Inductie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Elektromagnetische Inductie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van de les kunnen jullie de volgende begrippen beschrijven en toepassen: inductiespanning, inductiestroom, magnetische flux, dynamo, microfoon.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over elektromagnetische inductie?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

https://phet.colorado.edu/sims/html/faradays-law/latest/faradays-law_nl.html

Wat is elektromagnetische inductie?
Elektromagnetische inductie is het opwekken van een inductiespanning en inductiestroom in een spoel door een verandering in magnetische flux.
FLUX????

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Flux
magnetische flux, staat voor het (denkbeeldige) aantal magnetische veldlijnen dat door het oppervlakte gaat.


ϕ=BloodrechtA
flux=ϕ(Wb)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opwekken van inductiespanning
Een inductiespanning kan worden opgewekt door een spoel te bewegen in een magnetisch veld of door een magnetisch veld te veranderen in een spoel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beïnvloeden van inductiespanning
De grootte en richting van de inductiespanning kunnen worden beïnvloed door de snelheid van beweging, het aantal windingen van de spoel en de
 verandering in magnetische flux.
Uinddtdϕ
UindNdtdϕ

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Lenz
toename flux --> tegenflux, dus Bind is tegengesteld gericht aan Buitw  (die was naar links) dus naar rechts

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Factoren magnetische flux
De magnetische flux door een oppervlak hangt af van de sterkte van het magnetisch veld, de grootte van het oppervlak en de hoek tussen het oppervlak en de magnetische veldlijnen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Factoren inductiespanning
De inductiespanning over een spoel hangt af van de verandering in magnetische flux, het aantal windingen van de spoel en de tijd waarin de verandering plaatsvindt.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekeningen met formule magnetische flux
De formule voor de magnetische flux is: 
Flux = magnetische veldsterkte * oppervlakte * cos(θ).
 
Gebruik deze formule om berekeningen te maken en te redeneren.
ϕ=BAcos(ϕ)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een draadraam van 20 cm bij 20 cm bevindt zich in een magneetveld van 0,040 T. De magnetische veldlijnen staan loodrecht op het draadraam. Hoe groot is de flux door het draadraam?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een draadraam van 20 cm bij 20 cm bevindt zich in een magneetveld van 0,040 T. Hoe groot wordt de flux als het draadraam draait zodat de veldlijnen onder een hoek van 450 door het draadraam heengaan?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Berekeningen met evenredig verband
Er bestaat een evenredig verband tussen de inductiespanning, het aantal windingen van de spoel en de verandering in magnetische flux. Maak berekeningen en redeneer hiermee.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Maak een samenvatting van de belangrijkste begrippen en concepten die jullie hebben geleerd over elektromagnetische inductie.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.